Eva 05.02 hete Flashcards
(141 cards)
1
Q
to introduce, to propose
A
voorstellen
2
Q
sights
A
bezienswaardigheden
3
Q
soldier
A
soldaat
4
Q
get into fashion
A
in de mode raken
5
Q
the pleasure
A
het genot
6
Q
to order
A
bestellen
7
Q
delivery
A
bezorging
8
Q
to deliver
A
bezorgen
9
Q
foam
A
schuim
10
Q
to push, to shove
A
schuiven
11
Q
to confirm
A
bevestigen
12
Q
saying, proverb (közmondás)
A
gezegde
13
Q
saying, spell (varázslat)
A
spreuk
14
Q
glittering
A
glinsterend
15
Q
dazzling
A
oogverblindend
16
Q
luxury
A
luxe
17
Q
colorful
A
kleurrijk
18
Q
soft
A
zacht
19
Q
female
A
vrouwelijk
20
Q
keep under control
A
onder control houden
21
Q
to declare / nyilatkozik
A
verklaren
22
Q
to tell / elmond
A
vertellen
23
Q
to add, to append / hozzáteszi, hozzáfűz (mellékel)
A
toevoegen
24
Q
to announce / bejelent
A
bekendmaken
25
to inform
informeren
26
to promise
beloven
27
to ask
vragen
28
to answer, to reply
antwoorden
29
to argue
redeneren
30
hangulatos
sfeervol
31
decorative
decoratief
32
to hang up
ophangen
33
to lay the table / megteríti az asztalt
tafel dekken
34
to decorate a tree
boom optuigen
35
to wrap a gift
cadeau inpakken
36
stinky, smelly
stinkend
37
transparent / átlátszó (2)
doorzichtig, transparant
38
climate change
klimaatverandering
39
climate summit
klimaattop
40
individual
individu
41
society
maatschappij
42
consequence
gevolg
43
sea level
zeespiegel
44
to rise
stijgen
45
cause
oorzaak
46
greenhouse gas
broeikasgas
47
eruption, burst
uitbarsting
48
impact
inslaag
49
emissions
uitstoot
50
to hold / visszatart(ódik)
vasthouden
51
just, correct
juist
52
increase (fn)
toename
53
mainly
vooral
54
combustion / égés
verbranding
55
coal / szén, kőszén
steenkool
56
Agriculture
landbouw
57
cow
koei
58
rice field
rijstveld
59
swamp gas
moerasgas
60
to leak out
weglekken
61
to get on
doorgaan
62
even
zelfs
63
growing season / tenyészidőszak
groeiseizoen
64
flowering season
bloeiseizoen
65
habitat / élőhely
leefgebied
66
animal species
diersoort
67
plant species
plantensoort
68
become extinct
uitsterven
69
to suffer from
last van
70
torrential rain
stortregen
71
vulnerable from
kwetsbaar voor
72
flood / árvíz
overstroming
73
construction
aanleg
74
to lead to
leiden tot
75
shortage
tekort
76
food
voedsel
77
trade
handel
78
disadvantageous
nadelig
79
to think about
denken aan
80
air pollution
luchtvervuiling
81
humidity
vochtigheid
82
precipitation / csapadék
neerslag
83
to fall, to descend
dalen
84
scarcity, shortage
schaarste
85
decrease (ige)
verminderen
86
decrease (fn)
afname
87
light
licht
88
plenty
overvloed
89
reason
reden
90
to increase, to grow
toenemen
91
need
nood
92
fuel
brandstof
93
to limit
beperken
94
drastically
drastisch
95
consume
verbruiken
96
to burden, to weight
belasten
97
destination
bestemming
98
to pump up
oppompen
99
car tire
autoband
100
tire pressure
bandenspanning
101
to increase, to raise
verhogen
102
to adjust
aanpassen
103
driving style
rijstijl
104
to slow down
opremmen
105
acceleration / gyorsulás
versnelling
106
speed
snelheid
107
fuel consumption
brandstofverbruik
108
profitable
rendable
109
investment
investering
110
glazing / üvegezés
beglazing
111
pipe
leiding
112
unnecessary
onnodig
113
moreover
bovendien
114
to grow, to cultivate / művelni
telen
115
to release
vrijkomen
116
durable / tartó
duurzaam
117
timber harvest / fakitermelés
houtoogst
118
carbon / szén
koolstof
119
second-hand product
tweedehandsproduct
120
forestry / erdészet
bosbouw
121
population growth
bevolkingsgroei
122
electricity bill
elektriciteitsrekening
123
to lower, to decrease
verlagen
124
to consume
verbruiken
125
raw material / nyersanyag
grondstof
126
comparison
vergelijking
127
in comparison with
in vergelijking met
128
to set up
instellen
129
brightness
helderheid
130
screen
scherm
131
the brighter the image, the higher the usage
hoe helderder het beeld, hoe hoger het gebruik
132
as low as possible
zo laag mogelijk
133
to pull out / kihúzni
uittrekken
134
plug
stekker
135
battery charger
batterijlader
136
device
toestel
137
to spare
besparen
138
energy saving lamp
spaarlamp
139
light bulb / izzó
gloeilamp
140
to replace, to substitute
vervangen
141
to catch
vangen
