EVOLUTIE - deel 5 Flashcards
(7 cards)
1
Q
Neutrale mutaties
A
Deze hebben geen invloed op het fenotype van het organisme
1
Q
Welke 3 soorten mutaties zijn er?
A
- Neutrale mutatie
- Positieve mutatie
- Negatieve mutatie
2
Q
Positieve mutatie
A
Deze hebben wel invloed op het fenotype van het organisme
3
Q
Wat is een voordeel van een positieve mutatie?
A
Het organisme is daardoor beter aangepast aan de eisen van de natuur.
4
Q
Negatieve mutatie
A
Deze heeft wel invloed op het fenotype van het organisme
5
Q
Wat is een nadeel van een negatieve mutatie?
A
Het organisme is hierdoor slechter aangepast aan de eisen van de natuur
6
Q
Het begrip natuurlijke selectie kunnen uitleggen
A
Natuurlijke selectie is wanneer individuen met een betere aanpassing aan het millieu een grotere overlevingskans hebben