Ex1 Flashcards

(34 cards)

1
Q

Wat is prevalentie ?

A

Proportie vh aantal bestaande ziekte gevallen in de populatie t.o.v de totale populatie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

De formule van prevalentie

A

P = aartal bestaarde gevallen op bepaalde tijdsmoment / totale ‘ at-risk ‘ populatie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat in incidentie ?

A

Property v/ h aantal nieuwe gevallen in de populatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is ci?

A

Cumulative incidence

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is de formula Van ci?

A

Aantal nieuwe gevallen tijdens bepaalde tijdsperiode / totale ‘at -risk ‘ populatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Epidemiologie

A

De studie van de distributie en determinanten van ziekte, kwetsuur of disfunctie in humane populate

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Mortaliteit

A

Sterftecijfer of aantal sterfgevallen in bepaalde populaties

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Morbiditeit

A

Het hebben van in bepaalde ziekte of ten symptom van de ziekte

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Co- morbiditeit

A

Het hebben van meerdere ziekten tegelijkertijd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Descriptive studies

A

Distributie en patronen van ziekten in her bepaalde populate

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Analytische studie

A

Testen van in bepaalde hypothese

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Observationeel

A

Verband tussen in bepaalde exposure en gezondheidsstatus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Experimenteel

A

Effect op bepaalde interventies on gezondheidsuitkomen?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Relative risk

A

Kans dat iemand bloot gestelt wordt dan in bepaalde risico factor die de ziekte zal ontwikkelen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Formule RR

A

RR = CIE / CI o= a/ (a+b) / C/ (c+d)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Odds ratio formule?

A

OR = a/c / b/d. Of. A.d / b.c

17
Q

Event rate

A

Proportie van deelnemers in de experimenteel en controle groepen die een nadelig of succesvolle uitkomst hebben

18
Q

Experimental event rate afkorting?

19
Q

Control event rate afkorting?

20
Q

Relative risk formula

A

RR = EER / CER

21
Q

Relative risk reduction = RRR = formula ?

A

RRR = CER - EER / CER

22
Q

Absolute risk reduction = arr =uitleg +formule

A

Effective verschil in risico tussen de groepen, arr = CER - EER

23
Q

Number Needed to treat (not) = uitleg ?

A

Geeft info over de effectiviteit in termen van patientenaantal

24
Q

Formule not?

A

NNT = 1/ arr. Grate treatment effect = Klein NNT

25
Number needed to harm uitleg?
Nnh= aantal patienten die behandeld moeten worden om 1nadelig uitkomst te vinden
26
Absolute risk increase ( ARI ) + NNH
Hoe grote de NNH → hoe kleiner de nadelige uitkomst
27
Good clinical practice afkorking? + general data protection regulation
GCP + GDPR
28
Pico?
Problem, interventie/exposure, control/comparison, outcome
29
Soorten vragen ?
1. Diagnostisch vragen. 2. Etiologische vragen. 3. Interventie. 4. Prognostische vragen
30
2 soorten redeneren ?
-Deductive - inductive
31
Eigenschappen van WS onderzoek? 5!
- Repliceerbaar - systematisch - gecontroleerd - reductive - logisch
32
Uitleg simple random sampling
- Iedereen heeft evenveel kans om geselecteerd Te worden
33
Uitleg systematic random sampling
- Volgens patroon → praktisch niet even gemakkelijk, zonder lijst
34
Gestratificerd random sampling
1. Population in strata 2. Binnen Elke strata simple random sampling 3. Best proportionele groepen