exam Flashcards

(26 cards)

1
Q

vb van contactkracht

A

wrijvingkracht en motorkracht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

vb van veldkracht

A

zwaartekracht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

verschil tussen contact kracht en veld kracht

A

veld kracht werkt op afstand terwijl contact kracht heb je contact nodig

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

dynamische effect van een kracht

A

de kracht veroorzaakt een verandering van bewegingstoestand

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

statische effect van een kracht

A

de kracht veroorzaakt een vervorming

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

wat is zwaarte kracht

A

De zwaartekracht is de kracht waarmee de aarde (en andere
hemellichamen) voorwerpen in haar zwaarteveld aantrekt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

vb van dynamisch effect van kracht

A

de sprinter loop en verandert van snelheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

vb van statisch effcet van kracht

A

op een bal hard duwen vervormt het bal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

richting

A

verticaal of horizontaal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

zin

A

link rechts boven beneden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

zwarte kracht formule

A

F=m.g

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

zwaarteveldsterkte in belgie

A

9,81 N/kg

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Het zwaartepunt bevindt zich altijd in het midden van een voorwerp.

A

Fout, dat hangt af van de verdeling van de massa over dat voorwerp

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Als een gewichtheffer zijn halters stil boven zich houdt, hoeft hij geen kracht uit te oefenen

A

Fout, hij zal met zijn spierkracht de zwaartekracht moeten tegenwerken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Hoe kun je de massa berekenen, als de zwaartekracht en
de zwaarteveldsterkte gegeven zijn?

A

Fz = m ∙ g ->m =
Fz
g

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Hoe kun je de zwaarteveldsterkte berekenen, als de massa en de zwaartekracht gegeven zijn?

A

Fz = m ∙ g -> g =
Fz
m

17
Q

wat is veerkracht

A

is een contactkracht, uitgeoefend door de opgespannen
veer op dat voorwerp.

18
Q

wet van hookke

19
Q

elastische vervorming

A

verdwijnt als kracht weg gaat

20
Q

plastischevorming

21
Q

veerkracht kenmerken

A

aangrijpingspunt:contactpunt
richting: richt van de veer
zin: tegengesteld aan kracht van de veer
grootte: wet van hooke

22
Q

normaalkracht kenmerken

A

aangrijpingspunt:contactpunt
richting: loodrecht oppervlakte
zin: weg van het oppervlakte
grootte: uitkracht evenwichthalen

23
Q

normaal kracht

A

zorgt dat Fr loodrecht op het oppervlakte gelijk aan 0 is

24
Q

wrijvings kracht

A

aangrijpingspunt:contactpunt
zin: tegengestelde aan de beweging
richting: bewegingsrichting
grootte:verandert tijdens beweging

25
veerconstante
k=Fv:Al
26