Examen 1 Flashcards
(129 cards)
Zuurstofgas of O2
een kleur- en reukloos gas dat aanwezig is in de lucht
Koolstofdioxidegas of CO2
wat je uitademt, bestaat uit koolstof en zuurstof
Longvlies
zakje waar elk long in zit
Borstvlies
vlies dat aan de binnenkant van de borst zit
Pleuravocht
zit tussen het longvlies en het borstvlies en zorgt dat de beide vliezen tegen elkaar kleven zodat de longen aan de binnenkant van de borstkas kleven
Tussenribspieren
spier die helpt om te ademen, zit tussen de ribben. Ze trekken de ribben omhoog
Middenrifspieren (of diafragma)
spier die helpt om te ademen, zit als een vlies onder de longen. Ze trekken het longvlies omlaag
Borstademhaling of actieve ademhaling
gebruikt vooral de tussenribspieren. Spieren trekken ribben en rest van borstkas omhoog. Gebruik vooral tijdens sporten.
Buikademhaling of passieve ademhaling
gebruikt vooral de middenrifspieren. Het zijn passieve spieren. Je gebruikt ze automatisch als je ademt in rust
Normale ademhaling
ademen in rust
Extra lucht
als je diep inademt vul je de longen met extra lucht
Reservelucht
als je diep uitademt en alle lucht uit je longen blaast
Restlucht
lucht die overblijft in de longen, zelfs als je diep uitademt
Vitale capaciteit
lucht die maximaal in en uit de longen kan bij een diepen in- en uitademing
Totale longinhoud
de maximale hoeveelheid lucht die in je longen kan
Neusholte
het eerste deel van het luchtwegenstelsel waar de ingeademde lucht door gaat
Keelholte
een gang bestaande uit spieren van ongeveer 13 centimeter lengte, en vormt het kruispunt tussen de ademhalingswegen en het spijsverteringskanaal
Luchtpijp
de verbinding tussen de keelholte en de longen
Strottenhoofd
het bovenste deel van de luchtweg, net boven de luchtpijp en voor in de hals
Kraakbeenringen
bevinden zich in de luchtpijp en de bronchiën en zorgen ervoor dat bij sterke inademingen de luchtpijp en de bronchiën niet dichtklappen
Luchtpijptakken
Grote buizen, of luchtwegen, die een vertakking vormen gaande van de de luchtpijp naar de longen, waar ze zich verder vertakken in kleinere buizen die uitmonden in de longblaasjes
Rechterlong / linkerlong
longen bestaan uit kwabben, dat is een deel van de long. De rechterlong heeft 3 kwabben, de linkerlong heeft er 2
Longtrechtertje
luchtpijptakken blijven zich vertakken tot ze eindigen in kleine longtrechtertjes
Longzakje
het uiteinde van een longtrechter