Examen

Question 1

de binaire taal

Answer 1

bestaande uit enen en nullen

Question 2

Syntaxis*

Answer 2

De syntaxis is de verzameling van tekens die samen constructies vormen en structuur geven aan een taal.

Question 3

De syntaxis van de computertaal bestaat dus uit

Answer 3

0 en 1, en de regels die aanduiden hoe je die symbolen kan combineren tot een correcte structuur.

Question 4

Semantiek*

Answer 4

Semantiek is de betekenis van een symbool, een woord of een zin in een taal.

Question 5

Eenduidigheid*

Answer 5

Eenduidigheid betekent dat een bepaald woord of symbool maar één betekenis heeft. Er kan hieromtrent dus geen verwarring ontstaan. (Het tegengestelde van eenduidig is ambigu of dubbelzinnig.)

Question 6

Programmeertaal*

Answer 6

Een programmeertaal is een taal om computerinstructies uit te drukken. Ze moet zowel eenvoudig te begrijpen zijn voor mensen, als eenduidig zijn voor het uitvoeren door een computer.

Question 7

Compiler*

Answer 7

Een compiler is een programma dat tekst in een programmeertaal vertaalt naar computertaal met dezelfde betekenis.

Question 8

Stroomdiagram*

Answer 8

Een stroomdiagram is een diagram dat een stappenplan of proces weergeeft. Het is een visuele voorstelling van een reeks instructies.

Question 9

Oranje blok

Answer 9

Begin en Einde

Question 10

Gele blok

Answer 10

Proces, taak

Question 11

Groene ruit

Answer 11

voorwaarde, vraag

Question 12

Paarse parallellogram

Answer 12

invoer, uitvoer

Question 13

Invoer-uitvoer*

Answer 13

De interactie tussen computer en gebruiker noemen we invoer-uitvoer.

Question 14

Code vormen

Answer 14

Commentaar met # ervoor
letterlijke tekst met “” er rond
en code

Question 15

Operator*

Answer 15

Een operator is een (wiskundig) symbool dat een bepaalde bewerking kan uitvoeren.

Question 16

Software*

Answer 16

Software duidt de verzameling aan van code en gegevens die een computerprogramma vormen.

Question 17

Besturingssysteem*

Answer 17

Het besturingssysteem is het programma dat zorgt voor de interactie tussen de verschillende hardwarecomponenten.

Question 18

Variabele*

Answer 18

Een variabele is een plaats in het computergeheugen met een naam, waarin een stukje informatie opgeslagen is.

Question 19

Type*

Answer 19

Een type of datatype van een variabele of waarde komt overeen met het soort waarde (bijvoorbeeld tekst of getallen).

Question 20

Type tekst

Answer 20

string

Question 21

Type geheel getal

Answer 21

Integer

Question 22

Type kommagetal

Answer 22

float

Question 23

string*

Answer 23

Het type string is het type dat een stuk letterlijke tekst voorstelt. Die letterlijke tekst bestaat uit nul, één of meer tekens.

Question 24

int*

Answer 24

Het type integer (vaak afgekort als int) is een type dat een geheel getal voorstelt. Gehele getallen kunnen positief, negatief of nul zijn.

Question 25

float*

Answer 25

Het type float, oftewel zwevendekommagetal, is een type dat rationale getallen voorstelt. Een rationaal getal heeft decimalen na de komma.

Question 26

punt of komma

Answer 26

In Python gebruiken we een punt in plaats van een komma om een kommagetal voor te stellen: 3.14 in plaats van 3,14.

Question 27

/ en //

Answer 27

/ is deling // is gehele deling (naar beneden afgerond getal

Question 28

In een computerprogramma is de voorwaarde een soort test die uitgevoerd wordt. Die test kan:

Answer 28

slagen: de voorwaarde is voldaan. falen: de voorwaarde is niet voldaan.

Question 29

==

Answer 29

is het gelijk

Question 30

!=

Answer 30

is verschillend

Question 31

bool*

Answer 31

Het type bool is een type met precies twee verschillende mogelijke waarden: True en False.

Question 32

Voorwaardelijke code*

Answer 32

Voorwaardelijke code is een stukje code dat zich verschillend gedraagt naargelang er aan een bepaalde voorwaarde voldaan is of niet.

Question 33

Om een stuk code te herhalen, bestaat er in Python de

Answer 33

while-lus

Question 34

Functie*

Answer 34

Een functie is een blok code binnen een computerprogramma, met een eigen naam en een duidelijk begin en einde. De functie kan elders in het computerprogramma opgeroepen worden.

Question 35

Hoe ziet een functie er uit

Answer 35

def naam(parameters): implementatie return resultaten bv: def plus(x, y): som = x + y return som

Question 36

functie oproepen

Answer 36

import naam from naam_totaal import naam

Question 37

Bereik van een variabele*

Answer 37

Het bereik van een variabele, ook vaak scope genoemd, is het deel van de code in een computerprogramma waar die variabele gedefinieerd is.