Examen Flashcards

(77 cards)

1
Q

preventie =

A

initiatieven die doelbewust en systematisch een probleem voorkomen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

primaire preventie

A

richt zich op gezonde mensen (vaccinaties)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

secundaire preventie

A

voorkomen van erger stadium

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

tertiaire preventie

A

complicaties vermijden (ziekte aanwezig)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

typen preventieve maatregelen (3)

A
  1. ziektepreventie
  2. gezondheidsbevordering
  3. gezondheidsbescherming
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

paralinguïstische communicatie

A

hoe je wilt dat je boodschap overkomt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

incongruente communicatie

A

door verbale en non-verbale communicatie dezelfde boodschap uitzenden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

manieren van informatie winnen (3)

A
  1. anamnese
  2. klinisch onderzoek
  3. medische beeldvorming
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

auto anamnese

A

met patient zelf afnemen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

hetero anamnese

A

met iemand anders dan de patient anamnese afnemen (voogd, begeleider, tolk)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

informed consent

A

patient informeren en toestemming vragen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

informed refusal

A

Ta: wijzen op gevolgen van niet toestemmen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

categorieen anamnese (3)

A

tandheelkundig
medisch en medicatie
psychosociaal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

abrasie

A

mechanische slijtage door contact met voorwerpen van buitenaf

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

bruxisme

A

parafunctie vh gebit : klemmen, knarsen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

attritie

A

mechanische sllijtage v tanden tegen tanden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

abfractie

A

afbreken v stukje glazuur door te hoge interne spanningen thv gc-grens

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

hypertrofie

A

overmatige groei

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

atrofie

A

verschrompelen, krimpen v orgaan of weefsel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

distrofie

A

groeistoornis v weefsel of orgaan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

erosie

A

chemische slijtage v glazuur door zuren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

xerostomie

A

droge mond door verminderde speekselsecretie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

foetor ex ore / halitose

A

slechte adem (voeding,roken)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

PMO

A

periodiek mondonderzoek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
belang medische anamnese (4)
1. ziekte opzich met gevolgen 2. behandeling ziekte 3. voorzorgsmaatregelen 4. medische noodsituaties
26
EMRRH def. + betekenis
europees medisch registrerend risico historie | --> optimale anamneselijst gekoppeld aan asa-score
27
gemodificeerde asa score
voor ta: lokale anesthesie
28
vasovagale syncope
bewustzijn snel weg, en weer snel terug
29
hypoglycemie
nevenwerking vd behandeling v diabetes
30
bradycardie
een te lage pols < 60 slagen p/m
31
tachycardie
een te hoge pols >100 slagen p/m
32
idiopathisch
zonder gekende oorzaak
33
verworven
als gevolg v een beroerte, infarct of tumor
34
tonisch-clonische aanval
'vallende ziekte' gevolgd door stuipen
35
absence
kort bewustzijnsverlies
36
partiele aanval
pat blijft bewust. armtrekkingen smakken
37
prodromen/ aura
signalen voorafgaand aan een aanval
38
postictaal coma
bewustzijn die min. tot uren kan duren. Na tonscih clonische aanval
39
postcyncopale klachten
na aanval. sterk individueel. bij bewustzijn, maar niet comfortabel.
40
triggers
uitlokkende factoren
41
epeleptischi; geen prothese omdat?
ivm klemmen tijdens aanval
42
anafylaxie
snelle ernstige allergische reactie (epi-pen)
43
somatoforme stoornis
lichamelijke klachten door stress
44
stress =
gezonde reactie vh lichaam op bepaalde gebeurtenissen
45
ALARA def
As Low As Reasonable Achieveable (verplichting bij rx)
46
abcde-t =
``` anatomische locatie boord en begrenzing color en configuratie diameter, dimensie evolutie type letsel ```
47
macula
vlak letsel, anders gekleurd dan huid
48
iatrogene factoren=
veroorzaakt door de behandelaar (overhangende vulling)
49
occlusale interferentie
factor waardoor de mond niet in een vloeiende beweging opengaat
50
surnumeraire tanden
extra tanden
51
microdontie
te kleine tanden
52
macrodontie
te grote tanden
53
dubbeltanden
2 ( of meer) tanden die aan elkaar vastzitten
54
intrinsieke verkleuring
ingebouwd in glazuur
55
extrinsieke verkleuring
op glazuur gelokaliseerd (mh)
56
mesiodens
extra tandje tussen 2 centrale incisieven
57
kaaskiezen
ontwikkelingsstoornis; veel broze, poreuze plekken op molaren
58
inversie
naar binnen gekipte stand v fronttanden
59
eversie
naar buiten gekipte voortand
60
infrapositie
onvoldoende eruptie (bij ankylose)
61
suprapositie
over-eruptie v element
62
ectopisch
element op een abnormale plaats (gehemelte)
63
primaire retentie
retentie voor doorbraak
64
soorten retentie (2)
1. primaire retentie | 2. secundaire retentie
65
secundaire retentie
retentie na doorbraak
66
retentie def
het stoppen van eruptie v een tand zonder barriere of afwijkende positie
67
impactie
het stoppen v eruptie v een tand
68
submerging
wegzinken v een tand (breekt niet genoeg door tot contact met antagonist)
69
dysplasie
abnormale ontwikkeling v cellen (=premaligne toestand)
70
angioginese start
vorming v nieuwe bloedvaten die tumor voeden
71
synergistisch effect
versterkend effect (versterken elkaar)
72
premaligne letsels
voorbode van kanker
73
verruceus
wratachtig letsel
74
trismus
als de mond niet makkelijk meer open gaat
75
fototype
indeling van mensen op huid, uiterlijk ivm zon
76
nodulo-ulceratief
bolletjesvorm met zweertje
77
teleangiësctasiën
kleine, verwijde bloedvaatjes