examen chemie Flashcards
(31 cards)
h- zinnen
verwijzen naar gevaren
p- zinnen
veiligheidsaanbevelingen
heterogene mengsels
bestandsdelen onderscheiden
homogene mengsels
niet onderscheiden
vast + vast (he)
grof mengsel
vast + vloeistof (he)
suspensie
vloeistof + vloeistof (he)
emulsie
vast + gas (he)
rook
vloeistof + gas (he)
nevel
gas + vloeistof (he)
schuim
- vloeistof + vloeistof
- vast + vloeistof
- gas + vloeistof
(ho)
oplossing
vast + vast (ho)
legering
gas + gas (ho)
gasmengsel
voorwerpeigenschap
een eigenschap die betrekking heeft op het voorwerp
stofeigenschap
een eigenschap die eigen is aan de stof waaruit een voorwerp gemaakt is
heterogene mengsels scheiden
- zeven (deeltjesgrootte)
- decanteren (massadichtheid)
- filtreren ( deeltjesgrootte)
- centrifugeren ( massadichtheid)
thomson
rood met groene bolletjes
bohr
cirkels met elektronen
rutherford
ovalen met kern
dalton
blauwe grote bol
protonen + neutronen
nucleonen
protonen
positief geladen
neutronen
geen lading
elektronen
negatief geladen