examen idioom y4 Flashcards
p51-60 (112 cards)
1
Q
evasive
A
ontwijkend
2
Q
gravity
A
ernst
3
Q
plea
A
pleidooi
4
Q
to convey
A
overbrengen
5
Q
to preach
A
preken
6
Q
eloquent
A
welbespraakt
7
Q
to disclose
A
onthullen
8
Q
to omit
A
weglaten
9
Q
slip of the tongue
A
versprekig
10
Q
issue
A
kwestie
11
Q
ratings
A
kijkcijfers
12
Q
to highlight
A
benadrukken
13
Q
fabrication
A
verzinsel
14
Q
to dwell on
A
stilstaan bij
15
Q
latter
A
laatstgenoemde
16
Q
to elaborate on
A
uitweiden over
17
Q
abbreviation
A
afkorting
18
Q
to browse
A
bladeren
19
Q
survey
A
enquete/(markt)onderzoek
20
Q
poll
A
opiniepeiling
21
Q
to indicate
A
te kennen geven
22
Q
to define
A
omschrijven
23
Q
to derive from
A
afleiden van
24
Q
imply
A
blijken uit/laten doorschemeren
25
assertion
bewering
26
to decline
weigeren
27
to evade
ontwijken
28
29
regardless of
ongeacht
30
significance
belang
31
incomprehensable
onbegrijpelijk
32
pun
woordspeling
33
verbal
mondeling
34
astute
scherpzinnig
35
to clarify
verduidelijken
36
in italics
cursief/schuingedrukt
37
to assert
verklaren
38
to acknowledge
erkennen
39
pledge
plechtige belofte
40
gesture
gebaar
41
to concede
toegeven
42
nadeel
drawback
43
mondeling
oral
44
tegenspreken
to contradict
45
overdrijven
to extraggerate
46
toegeven
to admit
47
de boodschap overbrengen
to get the message across
48
benadrukken
to emphasize
49
kijker
vieuwer
50
middel
means
51
sms'en
to text message
52
contact houden
to keep in touch
53
meedelen
to inform
54
verwijzen
to refer
55
in twijfel treken
to question
56
gerucht
rumour
57
resilient
flexibel/veerkrachtig
58
versatile
veelzijdig
59
disposition
aard/karakter
60
tenacious
vasthoudend
61
self-esteem
gevoel van eigenwaarde/zelfrespect
62
sincere
oprecht
63
benevolent
vriendelijk/behulpzaam
64
squeamish
overgevoelig/gauw bang
65
shrewd
slim
66
meticulous
nauwkeurig
67
68
inhibited
geremd
68
to persevere
doorzetten
69
deceptive
bedriegelijk
70
mature
rijp/volwassen
71
obedient
gehoorzaam
72
bold
moedig
73
prudent
wijs/verstandig
74
aspiring
ambitieus
74
down-to-earth
nuchter/praktisch
75
feature
kenmerk
76
to be inclined to
de neiging hebben om
77
custom
gewoonte
78
sleazy
vies en goedkoop
79
to brag
opscheppen
80
smug
zelfgenoegzaam/te snel tevreden over zichzelf
81
smug
zelfgenoegzaam/te snel tevreden over zichzelf
81
conceited
verwaand
82
insolence
onbeschoftheid
83
offensive
beledigend
83
indecisive
besluitloos
84
vain
ijdel
85
greedy
hebzuchtig
85
stingy
gierig/vrekkig
86
ruthless
meedogenloos
87
indifferent
onverschillig
88
gloomy
somber
89
compulsive
dwangmatig
90
cunning
sluw/listig
91
studious
leergierig
92
peevish
chagrijnig
93
trots
pride
94
verstandig
sensible
95
vastberaden
determined
96
begripvol
understanding
97
verdraagzaam
tolerant
98
attent
thoughtful
99
gedreven
driven
100
kieskeurig
choosy
101
bescheiden
modest
102
slordig
sloppy
103
onwetendheid
ignorance
104
prikkelbaar
touchy
105
koppig
stubborn
106
bevooroordeeld
prejudiced
107
betrouwbaar
reliable
