Examen juni bergrippen Flashcards

(13 cards)

1
Q

het OG van een atoom

A

het aantal elektronen dat een atoom opneemt of afgeeft bij een verbinding

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

wat is de lading van een enkelvoudige stof?

A

het OG

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Lewisformule

A

met EN en elektronen aantrekken (grotere EN –> elektronen opnemen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

ionenuitwisselingsreactie

A

een reactie waarbij een uitwisseling van ionen gebeurd (ziet er een beetje uit als redoxreactie) maar het OG van elk atoom blijft gelijk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

atoom

A

Ca, Li, C, …

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

redoxreactie

A

reactie met uitwisseling van elektronen waarbij OG van sommige atomen veranderd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

reductie

A

OG daalt

  • atoom ondergaat reductie en werkt oxiderend
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

oxidatie

A

OG stijgt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

neiging om elektronen af te geven

A

reductorsterkte

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

neiging om elektronen op te nemen

A

oxidatorsterkte

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

metaalion

oxidator of reductor

A

metaal in een atoom met OG dus groter dan 0
–> elektronen opnemen
–> oxidator

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

metaal

oxidator of reductor

A

reductor

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q
A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly