Examen sops Flashcards

(96 cards)

1
Q

Wat is pedagogiek?

A

Wetenschap van de begeleiding/opvoeding van kinderen

Ook wel opvoedkunde genoemd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Hoe wordt opvoeding gedefinieerd?

A

Proces waarbij kinderen worden ondersteund in hun ontwikkeling tot zelfstandigheid

Dit gebeurt thuis, in het gezin, op school, in de jeugdbeweging, sportclub, en via de media.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat bestudeert orthopedagogiek?

A

Opvoeding in problematische opvoedingssituaties

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is socialisatie?

A

Proces waarbij individuen de eigen cultuur aangeleerd krijgen om te functioneren in hun gemeenschap

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat zijn de doelen van opvoeding?

A

Afhankelijk van cultuur en tijd:
* Gehoorzaamheid
* Autonomie
* Verantwoordelijkheid
* Zelfstandigheid

Verschillende opvoedingsdoelen vragen om verschillende opvoedingsstijlen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat zijn de drie mensbeelden in opvoeding?

A
  1. Kinderen als vat vol driften
  2. Kinderen als onbeschreven blad
  3. Kinderen als van nature goede wezens
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is een transactioneel proces in opvoeding?

A

Interactief proces tussen opvoeder en kind, waarbij gedrag van beiden elkaar beïnvloedt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is het primair opvoedingsmilieu?

A

Gezin als eerste opvoedingsmilieu, biedt veilige basis en primaire socialisatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat zijn rollen in het gezin?

A

Veranderingen in rolverdeling, vooral door werkende vrouwen en co-ouderschap

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is gezinscohesie?

A

Manier waarop gezin samenhangt, beïnvloedt de opvoeding

Hoge cohesie leidt tot een warme opvoeding.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is differentieel opvoeden?

A

Ouders reageren onbewust anders op kinderen met verschillende temperamenten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is het secundair opvoedingsmilieu?

A

Beroepsopvoeders zoals crèches en scholen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is het tertiair opvoedingsmilieu?

A

Georganiseerde activiteiten en contact met leeftijdsgenoten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat zijn risicofactoren in de opvoeding?

A

Factoren die risico vormen voor de opvoeding van een kind, zoals ziekte of conflicten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat zijn beschermende factoren?

A

Factoren die de kans op een goede ontwikkeling verhogen, zoals een warm gezin

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat zijn opvoedingsstijlen?

A

Algemene houding van ouders tegenover hun kinderen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Wat is de autoritatieve opvoedingsstijl?

A

Ondersteunende stijl met duidelijke regels en een warme relatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Wat is de autoritaire opvoedingsstijl?

A

Strenge regels en hoge eisen met weinig warmte

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Wat is de verwaarlozende opvoedingsstijl?

A

Afzijdige stijl met weinig interesse en interactie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Wat is de permissieve opvoedingsstijl?

A

Toegeeflijke stijl met veel vrijheid en weinig grenzen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Wat zijn de drie opvoedingsdimensies?

A
  1. Responsiviteit
  2. Gedragsmatige controle
  3. Psychologische controle
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Wat is responsiviteit in opvoeding?

A

Mate van ondersteuning en liefde die ouders bieden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Wat is gedragsmatige controle?

A

Regulatie of structuur in het gedrag van kinderen door ouders

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Wat is psychologische controle?

A

Beïnvloeden van gedrag door in te spelen op emoties van kinderen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Wat zijn opvoedingsmiddelen?
Uitleggen, instructies geven, regels stellen, aanmoedigen, voordoen, straffen en belonen
26
Wat zijn voorwaarden voor succesvolle regels?
1. Resultaat van overleg 2. Duidelijk 3. Consequent toegepast 4. Aangepast aan ontwikkelingsniveau 5. Verbonden met waardering
27
Wat zijn de twee soorten straffen?
1. Positieve straf 2. Negatieve straf
28
Wat is straf?
Gedrag dat minder vaak vertoond wordt, met als aangename gevolgen beloning en bekrachtiging ## Footnote Straf kan positieve of negatieve gevolgen hebben voor het gedrag van een kind.
29
Wat zijn de twee soorten straffen?
Positieve straf en negatieve straf ## Footnote Positieve straf zorgt voor vervelende gevolgen, terwijl negatieve straf iets leuks wegneemt.
30
Noem de drie categorieën van straffen.
* Fysieke straffen * Activiteitsstraffen * Sociale straffen ## Footnote Deze straffen zijn gebaseerd op verschillende manieren om ongewenst gedrag aan te pakken.
31
Geef een voorbeeld van een fysieke straf.
Iemand slagen of elektrocuteren ## Footnote Fysieke straffen zijn vaak controversieel en kunnen negatieve effecten hebben.
32
Wat is een voorbeeld van een sociale straf?
Teleurgesteld zijn of boos kijken ## Footnote Sociale straffen zijn vaak gebaseerd op emotionele reacties.
33
Waarom werken straffen niet altijd goed?
Straffen moeten consistent en onmiddellijk na ongewenst gedrag worden toegepast ## Footnote Dit is essentieel om effectiviteit te waarborgen.
34
Wat is aangeleerde hulpeloosheid?
Wanneer een kind stopt met proberen om een probleem op te lossen vanwege eerdere ervaringen met straf ## Footnote Dit fenomeen kan ontstaan bij het straffen van ongewenst gedrag.
35
Wat zijn negatieve straffen?
* Geen knuffels * Geen iPad * Geen aandacht geven ## Footnote Negatieve straffen zijn effectiever dan positieve straffen.
36
Wat is het belang van beloningen in opvoeding?
Het bekrachtigen van gewenst gedrag werkt beter dan straffen ## Footnote Positieve bekrachtiging versterkt de band met kinderen.
37
Noem de drie categorieën van beloningen.
* Materiële beloning * Activiteitsbeloning * Sociale beloning ## Footnote Deze beloningen kunnen helpen bij het aanmoedigen van gewenst gedrag.
38
Wat is het verschil tussen materiële en sociale beloningen?
Materiële beloningen zijn tastbare geschenken, terwijl sociale beloningen emotionele steun zijn ## Footnote Sociale beloningen zijn vaak effectiever en makkelijker te geven.
39
Wat is modelleren in de context van opvoeding?
Kinderen leren door anderen te observeren, zoals hun opvoeders ## Footnote Dit kan zowel positief als negatief gedrag beïnvloeden.
40
Wat houdt directe democratie in?
Burgers nemen zelf rechtstreeks deel aan het besluitvormingsproces ## Footnote Dit kan bijvoorbeeld via referenda.
41
Wat is het verschil tussen directe en indirecte democratie?
Directe democratie: burgers beslissen zelf. Indirecte democratie: vertegenwoordigers nemen beslissingen voor de burgers ## Footnote Dit zijn de twee hoofdtypen democratische systemen.
42
Wat zijn de basisprincipes van democratie?
* Vrije, eerlijke verkiezingen * Individuele autonomie * Basisvrijheden * Gelijkheid ## Footnote Deze principes zijn cruciaal voor een goed functionerende democratie.
43
Wat is de trias politica?
De scheiding van de wetgevende, uitvoerende en rechterlijke macht ## Footnote Dit principe is ontwikkeld door Charles de Montesquieu.
44
Wat is de rol van de media in een democratie?
De media hebben een controle- en informatiefunctie en kunnen burgers betrekken bij het denkproces ## Footnote Media fungeren als waakhond om machthebbers in toom te houden.
45
Wat houdt rechtsstaat in?
Een systeem waar rechtszekerheid en rechtsgelijkheid gelden ## Footnote Dit voorkomt machtsmisbruik en zorgt voor gelijke behandeling.
46
Wat is de betekenis van 'legaliteitsbeginsel'?
Mensen moeten op voorhand weten of hun gedrag strafbaar is ## Footnote Dit voorkomt willekeur in de rechtspraak.
47
Wat is het verschil tussen een oligarchie en een aristocratie?
Oligarchie is bestuur door rijken, aristocratie door een gekwalificeerde elite ## Footnote Beide systemen zijn vormen van niet-democratisch bestuur.
48
Wat is een dictatuur?
Een bestuursvorm waarbij één persoon of groep alle macht heeft ## Footnote Dictaturen ontstaan vaak door geweld of dreiging.
49
Wat is een theocratie?
Heerschappij van God, waar leiders als kanaal voor Gods wetten fungeren ## Footnote In sommige landen domineren geestelijken het bestuur.
50
Wat is een federale staat?
Een staat waarin deelstaten uitgebreide bevoegdheden hebben, maar ook een gemeenschappelijke grondwet ## Footnote België is een voorbeeld van een federale staat.
51
Wat is een confederatie?
Een verbinding tussen onafhankelijke staten die hun soevereiniteit behouden ## Footnote Beslissingen worden alleen bij unanimiteit genomen.
52
Wat is een confederatie?
Een verbinding tussen onafhankelijke staten die hun soevereiniteit en autonomie behouden, maar die bij verdrag overeenkomen om bepaalde aangelegenheden gemeenschappelijk te regelen ## Footnote Essentieel is dat beslissingen alleen bij unanimiteit genomen worden.
53
Wat zijn de kenmerken van een unitaire staat?
1 koning + 1 grondwetgevend parlement Onverdeeld grondgebied Katholieke cultuur Eenheid via gemeenschappelijke taal ## Footnote In België is de Franstalige staat een voorbeeld.
54
Hoeveel staatshervormingen heeft België ondergaan?
6 staatshervormingen, met een 7de op komst ## Footnote De 7de staatshervorming is gepland.
55
Wat zijn de belangrijkste politieke stromingen in België?
Links en rechts ## Footnote Links pleit voor een sterke staat en herverdeling van rijkdommen, terwijl rechts voor economische vrijheid en individuele verantwoordelijkheid pleit.
56
Welke partijen zijn typisch links in België?
* Groen * Vooruit * PVDA ## Footnote Deze partijen focussen op sociale rechtvaardigheid, klimaat en milieu, en betaalbaar leven.
57
Welke partijen zijn typisch rechts in België?
* NVA * Vlaams Belang * Open VLD * CD&V ## Footnote Deze partijen richten zich op Vlaamse autonomie, economie, en lagere belastingen.
58
Wat is de rol van de koning in de Belgische politiek?
Protocollaire of ceremoniële rol, benoemen en ontslaan van ministers, bekrachtigen van wetten ## Footnote De koning heeft beperkte macht en kan in het openbaar niets zeggen zonder toestemming van de regering.
59
Wat is de samenstelling van het federaal parlement in België?
2 kamers: senaat en kamer van volksvertegenwoordigers ## Footnote De kamer heeft 150 volksvertegenwoordigers en de senaat heeft 60 senatoren.
60
Wat zijn de functies van de kamer van volksvertegenwoordigers?
* Wetgevende functies * Controle functies ## Footnote De kamer bespreekt en stemt over juridische normen en controleert het beleid van de regering.
61
Wat is de procedure voor het aannemen van een nieuwe wet?
1. Aanleiding door maatschappelijk probleem 2. Indienen wetsontwerp of -voorstel 3. Bespreking in commissie 4. Stem in plenaire vergadering 5. Ondertekening door de koning 6. Publicatie in het Belgisch Staatsblad ## Footnote De regering voert de wet uit via koninklijke of ministeriële besluiten.
62
Wat zijn de functies van de federale regering?
* Uitvoerende macht * Begrotingsfunctie * Dagelijkse werking ## Footnote De regering voert uit wat het parlement beslist en maakt de begroting op.
63
Wat is het verschil tussen de federale en Vlaamse regering betreft de samenstelling?
Federale regering heeft paritaire samenstelling; Vlaamse regering heeft 11 ministers zonder staatssecretarissen ## Footnote De Vlaamse minister-president leidt de regering en legt eed af bij de parlementsvoorzitter.
64
Wat zijn de functies van de Vlaamse regering?
* Uitvoerende functie * Begrotingsfunctie ## Footnote De Vlaamse regering maakt decreten concreet met besluiten en ministeriële omzendbrieven.
65
Wat is de rol van de senaat in België?
Reflectiekamer voor kwaliteit van wetgeving, bemiddelende rol bij belangenconflicten ## Footnote De senaat heeft beperkte wetgevende rol, vooral bij grondwetsherziening en communautaire wetten.
66
Wat zijn de gevolgen van de staatshervormingen voor de federale bevoegdheden?
Veel bevoegdheden zijn overgeheveld naar gewesten en gemeenschappen, maar federale staat behoudt belangrijke domeinen ## Footnote Dit heeft geleid tot een complexere politieke structuur in België.
67
Wat is de ministeriële omzendbrief?
Een toelichting over toepassing decreet of uitvoeringsbesluit ## Footnote Dit document helpt bij het concretiseren van decreten en uitvoeringsbesluiten.
68
Wat moet de Vlaamse regering elk jaar opstellen?
Een begroting die het Vlaamse parlement moet goedkeuren ## Footnote De begroting moet in evenwicht zijn, wat in de praktijk niet altijd mogelijk is.
69
Hoe is de Vlaamse administratie georganiseerd?
Verdelend in 12 domeinen met departementen en verschillende agentschappen ## Footnote Deze overheidsdiensten zorgen voor de uitvoering van beleidsbeslissingen.
70
Wat is de rol van de Vlaamse ministers?
Voorbereiding en uitvoering van hun beleid, met ondersteuning van eigen kabinet ## Footnote Persoonlijke medewerkers onderhandelen in hun naam.
71
Wat zijn de bevoegdheden van de Vlaamse ministers?
Voogdij over departementen en agentschappen die overeenstemmen met bevoegdheden ## Footnote Ze zijn politiek verantwoordelijk voor de goede werking van hun administratie.
72
Wat is een bevoegdheidsconflict?
Een vraag wie bevoegd is om een bepaald maatschappelijk probleem aan te passen ## Footnote Kan leiden tot een verzoek aan het grondwettelijk hof om een decreet te schorsen.
73
Wat is het doel van het overlegcomité?
Proberen om bevoegdheidsconflicten te voorkomen en belangenconflicten op te lossen ## Footnote Bestaat uit federale en deelstaatministers.
74
Wat regelt het privaatrecht?
Onderlinge verhoudingen tussen individuele personen ## Footnote Het doel is de individuele belangen van de burgers te dienen.
75
Wat is een belangrijke eis van het procesrecht?
Hoor en wederhoor ## Footnote Dit betekent dat alle partijen gehoord moeten worden en gelijk behandeld moeten worden.
76
Wat houdt de onafhankelijkheid van rechters in?
Rechters zijn niet afhankelijk van uitvoerende of wetgevende macht en oordelen op eigen, vrij oordeel ## Footnote Benoeming voor het leven en alleen andere rechters kunnen hen ontslaan.
77
Wat is de functie van de gouverneur in de provincies?
Vertegenwoordigt federale en Vlaamse overheden in provincies ## Footnote Vervult de taak van bruggenbouwer of bemiddelaar.
78
Wat regelt het publiekrecht?
Staatsgezag en verhouding tussen burger en overheid ## Footnote Het waarborgt de algemene belangen van de staat.
79
Wat is het gezag van gewijsde?
Uitspraak is bindend en geen eindeloze discussie of procedures meer ## Footnote Geldt zolang er geen vernietiging is van de uitspraak.
80
Wat zijn de drie organen die de gemeente besturen?
* Gemeenteraad * College van burgemeesters en schepenen * Burgemeester ## Footnote De burgemeester heeft een belangrijke plaats in het gemeentelijk bestuur.
81
Wat is een rechtbank van eerste aanleg?
Behandelt alle geschillen meer dan 5000 euro en hogere beroepen tegen vonnissen van de vrederechter en politierechtbank ## Footnote Het is de meest algemene rechtbank voor eerste geschillen.
82
Wat is de rol van de arbeidsrechtbank?
Oordeelt over zaken binnen het arbeidsrecht en sociale zekerheidsrecht ## Footnote Behandelt geschillen tussen werknemer en werkgever.
83
Wat behandelt de hof van assisen?
Zwaarste misdrijven zoals moord en zware zedendelicten ## Footnote Ook politieke misdrijven worden hier behandeld.
84
Wat is de bevoegdheid van de rechtbank?
Alle geschillen tussen ondernemingen, ongeacht de waarde van het geschil, ook geschillen over oneerlijke concurrentie en faillissementen ## Footnote Bevoegd voor geschillen tussen ondernemingen.
85
Wat behandelt het hof van assisen?
Zwaarste misdrijven zoals moord, doodslag, poging tot moord, gijzeling met dodelijke afloop en zware zedendelicten ## Footnote Ook politieke en drukpersmisdrijven.
86
Wat zijn drukpersmisdrijven?
Misdrijven ingegeven door racisme, xenofobie of negationisme ## Footnote Behandeld door de correctionele rechtbank.
87
Hoeveel hoven van assisen zijn er in België?
11 hoven van assisen, 1 in elke provincie en 1 voor het administratief arrondissement Brussel-Hoofdstad ## Footnote Enige hof dat werkt met een volksjury.
88
Wat is de rol van het hof van beroep?
Oordelen over beslissingen van de rechtbank van eerste aanleg of de rechtbank van koophandel ## Footnote Beslissingen kunnen niet meer aangevochten worden, alleen cassatieberoep mogelijk.
89
Wat is het arbeidshof?
Instelling waar men in beroep kan gaan tegen beslissingen van de arbeidsrechtbank ## Footnote Beslissingen arbeidshof zijn definitief, enkel cassatieberoep mogelijk.
90
Wat doet het Hof van Cassatie?
Gaat wettigheid van rechterlijke beslissingen na, spreekt zich niet uit over de grond van de zaak ## Footnote Alleen cassatieberoep is mogelijk.
91
Wat zijn de belangrijkste bevoegdheden van de raad van state?
Schorsing en vernietiging van administratieve handelingen die strijdig zijn met de rechtsregels ## Footnote Behandelt bindende beslissingen van federale of deelstaatregeringen.
92
Wat is de functie van de raad van state?
Hoogste administratieve rechtbank en heeft ook een raadgevende functie ## Footnote Brengt advies uit over wetten, decreten en besluiten.
93
Wat controleert het grondwettelijk hof?
Naleving en bescherming van de fundamentele rechten en vrijheden van burgers ## Footnote Spreekt zich uit over rechtsregels van de wetgevende macht.
94
Wat kan het grondwettelijk hof doen als een wet strijdig is met de grondwet?
De rechtsregel vernietigen ## Footnote Houdt ook toezicht op de bevoegdheidsverdeling tussen federale staat en deelstaten.
95
Vul in: Het hof van assisen is het enige hof dat werkt met een _______.
volksjury
96
Wat kan er tegen een arrest van het hof van assisen worden gedaan?
Enkel cassatieberoep ## Footnote Hof van Cassatie controleert op procedurefouten.