Examenlijst Flashcards
Signaalwoorden met tekstverbanden en vaak voorkomende woorden in examens (287 cards)
ainsi que
net als (opsomming)
aussi
ook (opsomming)
d’abord + verband
eerst (verandering in tijd)
d’ailleurs + verband
en dan nog iets (opsomming)
d’autant (plus) que + verband
des te meer omdat (uitbreiding)
de même
op dezelfde manier (uitbreiding)
également + verband
ook (opsomming)
en effet + verband
meer van hetzelfde (uitbreiding)
en outre + verband
bovendien (opsomming)
en plus/ de plus
bovendien (opsomming)
enfin + verband
ten slotte (opsomming)
ensuite (1) + verband
bovendien (opsomming)
et puis (1)
en verder (uitbreiding)
même + verband
zelfs (uitbreiding)
sinon + verband
zo niet/ anders (kan ook een voorwaarde zijn)
bref + verband
kortom (conclusie)
donc + verband
dus (conclusie)
en clair + verband
kortom (conclusie)
en résumé + verband
samengevat (conclusie)
en somme
kortom (conclusie)
finalement + verband
ten slotte (opsomming)
alors + verband
dus (conclusie)
voilà pourquoi
dat is waarom (conclusie)
ainsi + verband
zo, op die manier (gevolg)