Examens 25

Question 1

Priemgetal

Answer 1

Een priemgetal is een natuurlijk getal met Juist 2 verschillende delers, namelijk 1 en het getal zelf.

Question 2

Cirkel

Answer 2

Een cirkel is de verzameling van alle punten die op eenzelfde afstand van het middelpunt liggen.

Question 3

Straal

Answer 3

Een straal van een cirkel is een lijnstuk dat het middelpunt met een punt van de cirkel verbindt.

Question 4

Koorde

Answer 4

Een koorde van een cirkel is een lijnstuk waarvan de grenspunten op de cirkel liggen.

Question 5

Middellijn

Answer 5

Een middellijn van een cirkel is een rechte door het middelpunt van de cirkel.

Question 6

Diameter

Answer 6

Een diameter van een cirkel is een koorde door het middelpunt.

Question 7

Gelijkzijdige driehoek

Answer 7

Een gelijkzijdige driehoek is een driehoek met 3 gelijke zijden.

Question 8

Gelijkbenige driehoek

Answer 8

Een gelijkbenige driehoek is een driehoek die ten minste 2 gelijke zijden heeft.

Question 9

Ongelijkbenige driehoek

Answer 9

Een ongelijkbenige driehoek is een driehoek waarvan de 3 zijden een verschillende lengte hebben.

Question 10

scherphoekige driehoek

Answer 10

Een scherphoekige driehoek is een driehoek waarvan alle hoeken scherp zijn.

Question 11

Rechthoekige driehoek

Answer 11

Een rechthoekige driehoek is een driehoek waarvan 1 hoek recht is.

Question 12

stomphoekige driehoek

Answer 12

Een stomphoekige driehoek is een driehoek waarvan 1 hoek stomp is.

Question 13

zwaartelijn van een driehoek

Answer 13

Een zwaartelijn van een driehoek is de rechte door een hoekpunt en door het midden van de overstaande zijde.

Question 14

middelloodlijn van een driehoek

Answer 14

Een middelloodlijn van een driehoek is de middellooklijn van een zijde van de driehoek.

Question 15

bissectrice van een driehoek

Answer 15

Een bissectrice ven een driehoek is de bissectrice van een hoek van de driehoek.

Question 16

trapezium

Answer 16

Een trapezium is een vierhoek met ten minste twee evenwijdige zijden.

Question 17

parallellogram

Answer 17

Een parallellogram is een vierhoek waarvan de overstaande zijden evenwijdig zijn.

Question 18

ruit

Answer 18

Een ruit is een vierhoek waarvan alle zijden gelijk zijn.

Question 19

rechthoek

Answer 19

Een rechthoek is een vierhoek met 4 rechte hoeken.

Question 20

vierkant

Answer 20

Een vierkant is een vierhoek met 4 gelijke zijden en 4 rechte hoeken.

Question 21

regelmatige veelhoek

Answer 21

Een regelmatige veelhoek is een veelhoek waarvan alle zijden even lang zijn en alle hoeken even groot.

Question 22

Hoogtelijn van een driehoek

Answer 22

Een hoogtelijn van een driehoek is de loodlijn uit een hoekpunt op de drager van de overstaande zijde.

Question 23

Periode

Answer 23

De periode is de terugkerende cijfergroep met het kleinst aantal cijfers in een decimale vorm.

Question 24

tegengestelde breuken

Answer 24

Tegengestelde breuken zijn breuken met dezelfde absolute waarde maar met een verschillend toestandsteken.

Question 25

decimale breuk

Answer 25

Een decimale breuk is een breuk met een noemer 1, 10, 100, 1000...

Question 26

rationaal getal

Answer 26

Een rationaal getal is het quotiënt van twee gehele getallen waarbij de deler verschillend is van nul.

Question 27

gelijknamige breuken

Answer 27

Gelijknamige breuken zijn breuken met dezelfde noemer.

Question 28

onvereenvoudigbare breuk

Answer 28

Een onvereenvoudigbare breuk is de breuk die je bekomt door teller en noemer te delen door hun ggd.

Question 29

niet-gelijknamige breuken

Answer 29

Niet-gelijknamige breuken zijn breuken met verschillende noemers.

Question 30

het omgekeerde van een breuk

Answer 30

Het omgekeerde van een breuk is de breuk die je bekomt door de teller en de noemer van plaats te wisselen