Examenvragen Flashcards
(191 cards)
- Opioide analgesie bij keizersnede teef en waarom die? Teef onder anesthesie met propofol en sevofluraan.
Fentanyl:
▪ Volle agonist
▪ Gebruik: bij KHD en GHD voor inductie van anesthesie of premedicatie
▪ Eigenschap: potenter dan morfine
▪ Voorbeeld: chronische pijnbestrijding KHD via patches
▪ Voorbeeld: bij intra-operatieve pijnbestrijding (voor echte pijn)
* Let op kan ADH-depressie uitlokken (dus zeker tracheotube)
- Hond met epilepsie behandeld met fenobarbital. kreeg de laatste tijd terug meer aanvallen. Hoe kan je dit oplossen? Welke alternatieve behandeling kan je gebruiken?
Patiënt is maanden goed met fenobarbital en dan ineens een aanval
Diazepam gebruiken(!) let op: de normale dosis zal te laag zijn in dit geval dus x2, want stel een hond met chronisch gebruik van fenobarbital auto-inductie van de CYP-enzymen aanval toedienen van BZDP metabolisatie door deze CYP-enzymen dus dosis x2 om effect te hebben
In volgorde van snelheid inductie geven: isofluraan, sevofluraan, desfluraan. Waarom is er een verschil?
Potentie (1/MAC): Lachgas < Desfluraan < Sevofluraan < Isofluraan < Halothaan
Snelheid inductie/recovery: Halothaan < Isofluraan < Sevofluraan < Lachgas < Desfluraan
Werkingsmechanisme:
→ De MAC is omgekeerd evenredig met de potentie: lage MAC = hoge potentie
→ Partitie coëfficiënt (PC): drukt de oplosbaarheid van het anesthetica uit
▪ De olie/gas PC correleert evenredig met de potentie
▪ De bloed/gas PC correleert omgekeerd evenredig met de snelheid van
inductie, recovery en verandering diepte
* Een hoge bloed/gas PC = bloed kan veel GM opnemen → het duurt langer
vooraleer het bloed verzadigd is → traag naar de hersenen diffunderen
* Dus trage inductie en recovery
→ Werking van gasanesthetica : activatie van K+
-kanalen → efflux van K+
in de
neuronen → hyperpolarisatie
▪ Hoe lipofieler, hoe gemakkelijker activatie van de K+
-kanalen
- Triple drip bestaat uit welke geneesmiddelen
= a2-agonist + ketamine + GGE (spierrelaxant) = guaifenisine (via infuus goede anesthesie voor langdurige ingrepen)
Meestal XKG : Xylazine + Ketamine + GGE (voor ingrepen korter dan 1 uur)
- 3 neurotransmittors dorsale hoorn
Glutamaat –> NMDA, substance P –> NK-1, cGRP –> cGRP-R
Welk GM toedienen bij intoxicatie met acetylcholine-esterase inhibitoren?
Atropine; bindt op de muscarineR waardoor Ach niet meer kan binden
- Isoprenaline: effect op weerstand bloedvaten, effect op hartritme en effect op systolische bloeddruk
- ADR in lage conc: Invloed op de vaatweerstand (+/-/niets), hartrtime (+/-/niets) en diastolische bloeddruk (+/-/niets)
- NOR: Invloed op de vaatweerstand (+/-/niets), systolische BD (+/-/niets) en diastolische bloeddruk (+/-/niets)
Iso: BD daalt, weerstand daalt, hartritme stijgt
Adrenaline: zelfde
Noradrenaline: BD stijgt, weerstand stijgt, hartritme daalt
dus nor tegenovergestelde
Welke muscarine antagonist kan door de BHB en welke niet?
Atropine kan erdoor, hyoscine niet (maar beide zijn niet-selectief; zowel nico als musca)
Welke geneesmiddelklasse zal men toedienen tegen reisziekte?
muscarine antagonisten tegen neurale emesis
Wat zijn de voordelen van Glycopyrrolaat in vergelijking met atropine als pre-anestheticum?
langere werkingsduur, minder tachycardie, niet doorheen BHB (dus minder neuronale nevenwerkingen, niet doorheen placenta (geen intoxicatie pups), minder uitgesproken GI motiliteit, minder bronchiale secreties
Bespreek de 3 verschillende indicaties van Clenbuterol.
Het is een B2 selectieve agonist; gebruikt voor RAO bij paard, keizersnede bij BWB en repositionering na uterus prolaps
Wat wordt er gebruikt om de duur van de recovery in te korten?
Een α2-antagonist, namelijk Atipamezole
Waarom zijn β-blokkers eigenlijk geen antagonisten maar wel inverse agonisten?
Antagonisten hebben geen werking op zich (bij stijgende conc blijft het effect hetzelfde), inverse agonisten hebben een intrinsieke werking op zich die evenredig is met de concentratie.
Wat is het nuteffect? Zal die stijgen of dalen bij toediening van β-blokkers?
Het nuteffect is de geleverde arbeid/energieverbruik. Bij toediening van β-blokkers zal er een verminderde doorbloeding zijn, verminderde vasodilatatie en een verminderd zuurstofverbruik. Het nuteffect zal dus stijgen (minder energieverbruik voor éénzelfde geleverde arbeid).
Welke β-blokkers zal men gebruiken bij asthmatische patiënten? Verklaar.
.
De selectieve B-blokkers : enkel cardiale effecten (werken enkel tegen B1)
De niet-selectieve B-blokkers werken zowel tegen B1 als B2 (dus cardiale, bronchiale en vasculaire effecten). Bronchiale effecten zijn bronchoconstrictie en is dus niet aangewezen bij asthmatische patiënten die reeds een overmatige bronchoconstrictie vertonen
Welk geneesmiddelklasse is goed tegen hypertrofische cardiomyopathie bij de kat?
B-blokkers; bij HCM zal het hart sterk contraheren, waardoor de LV wand heel dik wordt. Het volume van het LV zal hierdoor verminderen en dus daling van CO, waardoor het hart finaal nog meer zal contraheren. B-blokkers zorgen voor een negatief inotroop en chronotroop effect, waardoor je deze vicieuze cirkel zal doorbreken.
Welk GM werkt glutamaat tegen? Bespreek het werkingsmechanisme.
Ketamine werkt in op de allosterische bindingsplaats van de NMDAR. Hierdoor kan glutamaat niet meer binden en zal er geen Ca2+ influx zijn en dus een verminderde prikkeloverdracht. (=cyclohexylamines = dissociatieve anesthetica)
Bespreek de GABA-receptor.
De GABA-R is een ligand gemedieerde chloride kanaal. Binding van een ligand zal ervoor zorgen dat de binding tussen GABA en GABA-R gefaciliteerd wordt. Bij binding krijg je Cl- influx en dus hyperpolarisatie (verminderde membraanpotentiaal). Hierdoor krijg je een verminderde prikkeloverdracht. Geneesmiddelen die als ligand kunnen dienen zijn; benzodiazepines, barbituraten, Alfaxalone, Propofol. Indien je een intoxicatie hebt van bovenstaande geneesmiddelen, dan kan je Flumazenil toedienen dat dient als antidoot (inverse agonist). Het zal binden op de GABA-R waardoor de geneesmiddelen niet meer zullen kunnen binden.
! Ook ethanol werkt in op de GABA-R.
Bespreek wat er gebeurt bij chronisch gebruik van Minor Tranquilizers.
Bij chronisch gebruik ziet men psychische en fysische afhankelijkheid. Als men in eerste instantie BZD gaat gebruiken, dan ziet men eerst een daling van hersenactiviteit en je kan goed slapen. Na een bepaalde tijd zie je tolerantie, waarbij dat het lichaam compenseert en glutamaat produceert (hierdoor stijgt de hersenactiviteit weer). Vervolgens krijg je een homeostase tussen glutamaat en BZD. Het lichaam is dan afhankelijk van het GM, het heeft het nodig. Als je dan plots stopt met BZD, dan krijg je rebound-effect waarbij de slaaploosheid veel sterker uitgesproken is.
Welke geneesmiddelen kan je toedienen aan hond en kat om emesis uit te lokken vb. bij intoxicatie?
Hond: Apomorfine (D2-agonist) : stimuleert dopamide 2 receptoren thv CRTZ (gelinkt aan braakcentrum
Kat: a2-agonist : stimuleert de a2-receptoren thv CRTZ bijvoorbeeld medetomine of dexmedetomine
Bespreek de diersoortgevoeligheid van a2-agonisten.
sedatieve eigenschappen zijn diersoortafhankelijk omwille van de subtypes
rund is het meest gevoelig, want heeft a2D-R
HKW»_space; kat > hond > paard»_space; varken
Bespreek op welke manier a2-agonisten de pijnprikkels kunnen inhiberen.
Rechtstreekse analgesie: Perifere pijnprikkel wordt vastgesteld via zenuwen, gaat naar dorsaal sensibel ganglion en synaps thv dorsale hoorn van het RM. Prikkeloverdracht gebeurt via 3 NT; glutamaat dat bindt op NMDAR, substance P dat bindt op NK1-R en cGRP dat bindt op cGRP-R. A2-agonist zal binden op alle 3 de receptoren, waardoor de NT niet meer kunnen binden en op die manier het signaal van pijn niet meer zal worden doorgegeven.
Onrechtstreekse analgesie : Ook thv locus cereleus (thv de pons) zijn er veel a2-receptoren. Doordat a2-agonist hierop zal binden, zal dit leiden tot inhibitie van vrijstelling van NT thv dorsale hoorn van het RM via dalende efferente banen.
Waarom moet een patiënt nuchter zijn bij anesthesie?
Bij toedienen van a2-agonisten; a2-receptoren in het CRTZ, worden gestimuleerd door a2-agonist waardoor je emesis kan uitlokken bij verdoofde patiënt en op die manier risico op aspiratiepneumonie.
Bespreek de bifasische reactie (cardiovasculair) bij toediening van a2-agonisten?
1) 10 minuten : stimulatie van perifere a2-R vasoconstrictie milde hypertensie
reflectoire bradycardie
2) meerdere uren : stimulatie centrale a2-R ↓ vrijstelling NOR vasodilatatie,
bradycardie en hypotensie tot gevolg