Examenvragen Flashcards
(132 cards)
1
Q
4 belangrijke basis snedes die in het gebouw moet behouden blijven:
A
1) luchtdichte snede
2) Thermische snede
3) Winddichte snede
4) Waterdichte snede
2
Q
3 categorieën en meld ook de hoogte van de gebouwen WTCB.
A
o Lage gebouwen (LG) kleiner dan 10m
o middelhoge gebouwen ( MG ) tussen 10 en 25m
o hoge gebouwen ( HG ) meer dan 25m.
3
Q
Binnen constructie platte daken zorgen we steeds voor voldoende afschot indien geen voldoende afschot aanwezig is krijgen we plasvorming met verschillende nadelen als gevolgd. geef min 5 nadelen en geef de maatregeling om deze te voorkomen
A
o gewicht stagnerende water —> vervormingen lichte draagconstructies
o lekken —> waterinfiltraties veroorzaken
o Ijs —> trekspanningen in afdichting veroorzaken
o herstellingen en onderhoud —> meer werk (stagnerende water moet verwijderd worden)
o vuil opstapelen —> UV-bescherming of materialen aantasten
o glad dakoppervlak —> gevaarlijk voor voetgangers
4
Q
Warm dak (buiten - binnen):
A
- Eventuele ballast laag
- Dak afdichting
- Dakisolatie
- Eventueel dampscherm
- Afschotlaag
- Dakvloer
5
Q
Omgekeerd dak (buiten - binnen):
A
- Ballast laag
- Filter
- Dakisolatie
- Dak afdichting
- Afschotlaag
- Dakvloer
6
Q
Duodak (buiten - binnen):
A
- Ballast laag
- Filter
- Dakisolatie
- Dak afdichting
- Dakisolatie
- Dampscherm
- Afschotlaag
- Dakvloer
7
Q
Isolatie onder de dakvloer (binnen - buiten):
A
- Binnen afwerkingen
- Dampscherm
- Dakisolatie
- Dakvloer
- Dak afdichting
8
Q
Koud dak (buiten - binnen):
A
- Dak afdichting
- Dakvloer
- Geventileerde lucht-spuw
- Ventilatiekanaal
- Dak isolatie
- Binnen afwerkingen
- Latwerk
- Eventueel dampscherm
9
Q
Isolatie onder betonnen afschotlaag (buiten - binnen):
A
- Ballast laag
- Dak afdichting
- Afschotlaag
- Dakisolatie
- Dakvloer
10
Q
Zwaar koud dak (buiten - binnen):
A
- Dak afdichting
- Draagvloer voor de afdichting
- Geventileerde spoiw
- Metselwerk
- Dak isolatie
- Eventueel dampscherm
- Dakvloer
11
Q
In een verticale spouwmuur is een luchtspouw aanwezig. We kunnen thermisch gezien drie soorten luchtspouwen onderscheiden. Noem deze drie soorten en geef het onderscheid tussen deze drie VERTIKALE luchtspouwen aan de hand van concreet cijfermateriaal.
A
Niet geventileerde spouw:
Oppervlakte van de openingen
<500mm²/m
Matig geventileerde spouw: Oppervlakte van de openingen
500mm²/m – 1500mm²/m
Sterk geventileerde spouw: Oppervlakte van de openingen
> 1500 mm²/m
12
Q
Noem 6 belangrijke eigenschappen op voor de realisatie van een muurgeheel
A
o Vochtisolatie
o Thermische isolatie
o Luchtdichtheid
o Akoestische isolatie
o Druksterkte
o Esthetische kwaliteiten
13
Q
De breedte van de slag hangt af van diverse elementen. Noem 4 basiselementen.
A
o materiaal buitenschrijnwerk
o type schrijnwerk
o aanwezigheid rolluiken/ screens
o plaatsing-wijze
14
Q
afmetingen slag:
A
o Bij houten ramen is slag aan zijkanten =min. 50 mm
o Bij metalen (aluminium, staal) = 30 mm
o Bij kunststoframen is slag variëren = 30 – 50 mm
15
Q
Openingen groter dan 1.20 bij buitenspouwblad kunnen overspannen worden. geef er 6.
A
o Betonbalk gegoten of prefab
o Stalen profiel
o Staltonlatei opgegoten met beton
o Speciaal geprefabriceerde stukken
o Traditionele boogvorm
o Gewapend metselwerk
16
Q
Geef 3 speciale gevallen waarbij vrij dragende monolieten (ter plaatse gestort) vloeren worden toegepast
A
o moeilijke plaatvormen
o vloeren op moeilijk bereikbare plaatsen (renovatie)
o vloeren met special wapening, voorspanning
17
Q
Na isolatie bestaande spouwmuren, aanmerking komen of niet, noem 16 aanmerkingen kom en voordeel.
A
o Min 5cm spouw
o Steen vorstbestendig
o Steen niet geschilderd
o Steen niet geïmpregneerd
o Steen niet geglazuurd
o Propere spouw
o Niet gerecupereerde stenen
o Spouwankers aanwezig
o Voegen van de parament zij ok
o Binnenmuren gepleisterd
o Binnenmuren niet gescheurd
o Geen ( of zeer weinig) aangegoten beton lakeien
o Geen rolluiken (moeilijk)
o Niet bij houten gevelbekleding, plaatmateriaal, crepie
o Niet bij hoge gevels > 8m
o Niet bij grote regenbelasting
o Muur afdekkappen aanwezig
o Binnenklimaatklasse verschillend van IV
o Geen vochtschade aanwezig
18
Q
De minimale helling van deflectoren bedraagt
A
5%
19
Q
Wat is de verdeling voor gevelbekleding uit hout en plaatmaterialen op basis van hout? (7)
A
- Gevelbekleding uit
o massief hout
o multiplexplaten
o decoratieve hogedruklaminaten
o houtcomposietplaten
o houtvezelplaten
o houtcellulosevezelplaten (basis van thermo hardende harsen) - Gevelbekleding uit gezaagde (shingles) of gekliefde (shakes) houten leien
20
Q
Afmetingen planchetten uit massief hout.
A
o Min dikte: 18mm, indien afgeschuinde planchetten: dunste kant moet minstens 8mm dik zijn
o Slankheidsfactor (verhouding breedte/dikte): max 1/8
o Breedte: moet beperkt zijn → ontstaan grote krimp/zwelling vermijden
o Opengewerkte planchetten/planchetten met enkelvoudige overlapping: max breedte 145mm
21
Q
Verschil tussen shakes en shingles (TV 243 blz11)
A
o Shingles: gezaagde houten leien. Hout met cirkelzaag met een dun zaagblad tot afgeschuinde leien verzagen.
o Shakes: gekliefde houten leien. Hout schuin en op kwartier klieven.
22
Q
Leg kort en bondig uit welke vier functies de luchtspouw aan de achterzijde van de houten gevelbekleding te vervuilen heeft. (TV 243- ‘gevelbekledingen uit hout en plaatmaterialen op basis van hout’).(TV 243 BLZ 35)
A
o Vochtinfiltraties vermijden → rechtstreeks contact houten gevelbekleding en achterliggende muur vermijden
o Afvoeren water dat binnendringt → bevochtiging achterliggende muur vermijden
o Drogen vocht in houten gevelbekleding (bv. Door infiltraties)
o equivalente hygrothermische voorwaarden → vermijden vochtigheidsgradiënt → vervorming hout
23
Q
Wat is de minimale breedte van een luchtspouw indien de gevelbekleding uit hout bestaat? (TV243 blz 35)
A
o 20mm
24
Q
Wat is een rabat?
A
Een plank die aan de onderkant is voorzien van een groef en aan de bovenkant van een geschulpte rand.
25
Muuranker =
= belasting ene metselwerkwand aan andere doorgeven
* 5 anker per vierkante meter
* Min. verankeringslengte = 30mm
* Min. mortel achter anker = 20mm
26
Bandstaal =
= bandijzer = muren uit metselwerk te bevestigen met aangrenzende componenten, weerstand bieden tegen trekkrachten
27
Balkschoenen =
= voorziening om balk of dakspant te ondersteunen en dwarskrachten overdragen op muur
28
Consoles =
= voorziening die een structureel element bevestigd word en het metselwerk ondersteunt, (per project berekend en op maat gemaakt)
29
Lateien =
= een structureel horizontaal steunelement dat de bovenzijde van een opening afsluit en de bovenbouw ondersteunt.
* Max. overspanning = 4.5m
* Opleglengte = 100 mm
30
Lintvoegwapening van staal =
= opvangen van kleine spanningen in muren
* Min. opleglente = 250 mm
* Structurele toepassing D > 3mm
* NIET-structurele toepassing D > 1.25mm
31
Wat is de afstand van de morteldekking op het wapeningsstaal aan de zichtzijde?(TV271 blz 85)
o 15mm
32
Op welke manier kan je overbruggingen maken? Geef er 8. (TV271 blz87)
- (L-profielen) stalen lateien
- Balken/ lateien uit beton
- Lateien uit natuursteen
- Consoles met thermische onderbreking
- Lintvoegwapening met speciale haken
- Combinatie van voorgaande elementen
- Onafhankelijke rollagen (indien beperkte overspanning)
- Streklagen
33
Aanbevolen maximale horizontale afstand tussen de verticale bewegingsvoegen in niet-dragende en ongewapende muren. (TV271 blz 107) (5)
- baksteenmetselwerk = 12m
- metselwerk uit kalkzandsteen = 6m
- metselwerk uit beton = 6m
- metselwerk uit geautoclaveerd cellenbeton = 6m
- metselwerk uit natuursteen = 12m
34
Wat zijn de criteria om een spouw te kunnen navullen met isolatie? (9)
- Min breedte spouwmuur: 50mm - Gevelsteen: vorstbestendig
- Geen geschilderde/ geïmpregneerde stenen
- Propere spouw zonder bruggen
- Te veel openingen/rolluiken zijn niet goed
- Spouwhoogte lager dan 25m
- Zuidwest → zwaar belast
- Binnenzijde bepleisterd
- Geen opgegoten betonbalken
35
Wat is de koppenmaat bij metselwerk? (cursus blz102)
* K = koppenmaat
* V = voeg
* 1K = 1 kop + 1 V
36
6 belangrijke eigenschappen voor de realisatie van een muurgeheel:
- Vochtisolatie
- Thermische isolatie
- Luchtdichtheid
- Akoestische isolatie
- Druksterkte
- Esthetische kwaliteiten
37
Wat zijn spatkrachten ter hoogte van raamopeningen?
o Horizontale krachten in het metselwerk naast de openingen.
38
Aanbevelingen voor traditioneel metselwerk:
- Stenen moeten winddroog zijn → opp. droog, inwendig nat
- Bakstenen van # paletten gebruiken om kleurverschillen te mengen
- Stenen afdekken bij langdurige regen + tegen vorst beschermen
- Zichtbaar metselwerk beschermen dmv folie bij storten betonvloeren,...
- Vers metselwerk steunen tegen wind
- Vol en zat metselen = lint/stoot voegen volledig dicht met mortelspecie
39
Openingen groter dan 1.2m bij het buitenspouwblad kunnen overspannen worden. Geef 6 methoden.
1) Gegoten of prefab betonbalk
2) Staltonlatei opgegoten met beton
3) Traditionele boogvorm
4) Stalen profiel
5) Speciaal geprefabriceerde stukken
6) Gewapend metselwerk
40
Geef 5 omstandigheden waarbij er niet gevoegd wordt.
- Bij temp. Groter dan 30°C of bij vorst
- Bij droge wind
- Bij bevroren ondergrond
- In de volle zon
- Bij slagregen
41
Producten bij keramisch of kunststeen zetten:
- pls 500
- gipssteen
- lambdablok
- kalkzandsteen
- beton steen
- barrybloc
- gigabloc
- k-bloc
keramisch:
- pls 500
- lambdablok
- barrybloc
- k-bloc
kunststeen:
- gipssteen
- kalkzandsteen
- beton steen
- gigabloc
42
Wat is een rollaag?
stenen verticaal geplaatst boven een deur/raamopening
43
Wat is de gebruikelijke afstand tussen uitzettingsvoegen bij metselwerk in kalkzandsteen met een dikte van 19cm bij lange muren?
30m
44
Meest voorkomende vochtproblemen in traditioneel metselwerk (6)
- Capillair water
- Regen
- Dampdruk
- Constructievocht
- Condens
- Stagnerend Oppervlaktewater
45
Betonslof: leg het begrip uit
Een betonslof is een verdeelbalk die het mogelijk maakt puntbelasting op te nemen, zoals een stalen profiel of betonbalk.
46
Wat is de dagmaat. Leg het begrip uit?
dagmaat = binnenvlak bepaald materiaal aan duiden dat een opening omsluit. De afmetingen van de dag worden de dagmaat genoemd. (Vb de opening van de deur.)
o Raam in blok: dagmaat = nachtmaat
o Raam achter slag: dagmaat niet gelijk aan nachtmaat
47
Wat is een staltonligger?
Balk bestaande uit holle bakstenen → stalen draad in de holtes → erna vulling met beton
48
Verschil achter de hand opvoegen en navoegen
o Achter de hand opvoegen: tijdens of na metselen, met metselmortel → voor verharding metselmortel
o Navoegen (A poistoiri): na uitvoering/verharding metselmortel
49
Een draagvloer kan bestaan uit (8):
- Hout
- Gewapend beton
- Staal
- Potten en balken
- Hout-beton
- Baksteen en beton
- Staalisolatie en karton
- Staal en beton
50
Zwaar belaste vloeren in beton die puntsgewijs ondersteund wordt (op kolommen)?
Paddestoelvloer
51
Wat zijn de afmetingen van welfsels?
o 300 - 600 mm breed
o 200 mm hoog
o Max 8m overspanning
52
Verschillende manieren om de dwarsstabiliteit van draagvloeren te verzorgen (vloer stabiliseren). Benoem er vier.
o Met houten planken op 1lijn geplaatst
o Met houten planken geschrankt geplaatst
o Met een dubbele balklaag
o Met vlechtwerk van bandstaal
53
Geef mij 4 manieren uitknikken van balken tegen te gaan
Plaatsen dwarsstijvers tussen, in vorm van ...
o Houten klossen (in lijn of geschrankt)
o Houten kruisen (andreaskruisen)
o Bandstaal
o osb platen vijzen (ipv nagels)
54
Bij de constructie van gebouwen dient gelet te worden op het behoud van diverse snedeprincipes. Leg het verschil uit tussen vermelde principes en verduidelijk met een schematische tekening.
Platform/cassette methode: gebouw per verdieping opgebouwd waarbij balklaag van vloer een platform vormt voor de bouw van volgende verdieping
—> continuïteit buitenwanden systematisch onderbroken door structuur van vloeren
Balloon methode: hoogte buitenwanden komt overeen met hoogte woning
—> continuïteit buitenwanden NIET onderbroken
55
Wat zijn de voordelen van breedplaatvloeren? (TV267 blz76) (5)
o Gewichtsbesparing
o Brandwerend
o Vereenvoudiging bekisting
o Thermisch isolerend
o Verkorte bouwtijd
56
Fabrikanten holle betonwelfsels
o Echo, Fingo, Douterlogne
57
Om holle vloerelementen juist te kunnen plaatsen is een legplan noodzakelijk. Naast de afmetingen van de welfsels (dikte en lengte), de legrichting en nummering moet ook de bijzondere informatie worden meegegeven. Geef er 6 en bespreek ze kort (max. 1 zin). Er worden GEEN plaatsingsvoorschriften of ondersteuningsmaatregelen gevraagd!
- Opleglengte
- Aanwezigheid verstevigingslaag: dikte + wapeing
- Betonkwaliteit 2e fasebeton
- Positie van speciaal versterkte elementen onder lijn- en puntlasten
- Uitvoering van raveel constructie
- Eventuele opleg eerste en laatste elementen vloerveld naast wand of balk
58
Wat is betonkernactivering?
= verwarmen/ koelen ruimte door water te pompen door leidingen in kern van betonnen vloer/ plafond —> gebruik maken thermische opslagcapaciteit betonmassa
59
De druklagen dienen ALTIJD gewapend te zijn, dikte?
30 - 60 mm
60
Wat is een combinatievloer?
o Potten en balken ➔ Beton op gestort
61
Onderlinge afstand (hart-op-hart afstand) tussen balken die voor vloeren gebruikt worden + overspanning is afhankelijk van: (7)
o Vloerbelasting
o Afmeting van de balken
o Breedte technische leidingen
o Brandreglementering
o Dikte van het vloerhout
o Lengte van de overspanning
o Breedte isolatiemateriaal
62
Soorten samengestelde balklagen:
o Moerbalk: zwaardere draagbalk van muur tot muur loopt
o Kinderbalk: lichter balk (ligt haaks op de moerblak)
63
Soorten cementgebonden bedrijfsvloeren:
o Vrijdragende vloer op draagconstructie of draagvloer (prefab of ter plaatse gestort)
o Op staal gefundeerd
o Op verharde bestaande draagvloer, plaatsing scheidingslaag + warmte/geluid isolatie laag
64
Inwerking wind op plat dak: hoe voorzorgen nemen? (3)
o Bepaling ballast (kg/m2)
o Controle van verlijming
o Bepaling mechanische bevestiging (aantal schroeven)
65
Voordelen/nadelen warm dak:
Voordeel:
o Dakvloer ondervindt niet veel temp schommelingen
o Dakvloer heeft grote warmte cap
o Minder kans op inwendige condensatie
o Verhoging thermisch comfort
Nadeel:
o Dak afdichting ondervindt grotere temp. Schommelingen
66
Wat is het verschil tussen een koud, warm en compact plat dak?
Koud: isolatie aan de onderzijde van de draagconstructie, nadelig thermische verliezen
Warm: isolatie bovenzijde draagconstructie, goede waterdichtheid
Compact: isolatie tussen de dragende balken
67
Stappen bij ombouw koud dak naar warm dak (5):
o voldoet draagconstructie (stabiliteit)?
o afschot dak (ifv waterstagnatie)?
o dak afdichting? (ifv bestaande dak afdichting als dampscherm voor het nieuwe dak)
o Kan nieuwe isolatie geplaatst worden
o Plaatsing nieuwe dak afdichting
68
Dampscherm: waarom + parameters voor gebruik?
Waarom?
- Inwendige condensatie vermijden
- Barrière tegen ongewenste dakgeuren
Parameters voor gebruik:
- Binnen/buitenklimaat
- Aanwezigheid bouwvocht
- Eigenschappen gebruikte materialen
69
Soorten schutlagen:
Lichte schutlaag:
leischilfers, verflaag, metaalfolie
o Voordelen: bescherming tegen UV + beperking temp afdichting
Zware schutlaag (= ballast):
grind, tegels, beton, groendak
o Voordelen: bescherming tegen UV + beperking temp afdichting + opname windkrachten + ev beloopbaar + verbeterd brandgedrag
o Nadelen: meer onderhoud + zwaarder + moeilijker lekken lokaliseren/herstellen
70
Groendaken 6 voordelen:
- Esthetisch
- luchtkwaliteit
- dierlijk/plantaardige biotoop
- Reduceert volume regenwater
- Verhogen thermisch/akoestisch comfort
- Groene zone in druk stedelijk gebied
71
Groendaken 4 nadelen:
- Bij ontbreken regen = droge vegetatie
- Brandbaar
- Lekkages moeilijk op te sporen
- Moet onderhouden worden
72
Wat wordt bedoeld met een intensief? Leg uit.
Intensief (daktuin): dit zijn daken die voorzien zijn van een tuin zoals je die normaal gesproken ook op de begane grond hebt. Hij kan begroeid zijn met struiken, kruide, grassen en zelfs met bepaalde soorten bomen
73
Wat wordt bedoeld met een extensief groen dak? Leg uit.
Extensief: van dit type spreken we wanneer het dak vooral begroeid is met mossen, vetplanten en kruiden niet veel onderhoud vergen. Dit type dak is niet of nauwelijks beloopbaar meer is stukken lichter van gewicht dan een intensief groen dak
74
Compartimentering groendak (TV 229 BLZ 33 + 57)
Compartimentering max. 100m2 bedragen
erosie voorkomen —> nylon netten, bakken in kunststof als “fundering” (geotextiel ook goede optie)
75
Groendak: 3 manieren om een lek te dichten of voorkomen nadat het dak al gelegd is
o Integratie elektrische weerstand onder afdichting, die verbonden is met een controlepaneel
o Installatie buisje op laagste punt van elk compartiment = gemakkelijk checken uit welk compartiment het lek komt.
o Injectie van radioactief product, waarvan traject doorheen dak opgevolgd kan worden.
76
Welke soorten voegen zijn er in een dak?
o Bewegingsvoegen zonder opstand van het dakvlak
o Bewegingsvoegen met opstand in het midden van het dak
o Bewegingsvoegen tegen opgaande muren
77
Wat zijn lewisplaten?
Een platdakconstructie gebruikt maakt van zwaluwstaartplaten en beton om een plat dak te vormen. Dit wordt vooral toegepast in industriebouw.
78
De panhelling is NOOIT gelijk aan de dakhelling. Door de manier van installeren op een dak schilt dit altijd een aantal graden. Er zijn ook maximum en minimumhoeken waaronder dakpannen kunnen geïnstalleerd worden.
Dakhelling min. 22°
Verschil tussen = 3-6°
Max. Verschil = 15°
79
Eigenschappen van belang voor dakisolatie (7):
o Isolerend vermogen
o Interne cohesie (samenhang)
o Verwerkingstemp.
o Gedrag bij vocht
o Brandgedrag
o Gedrag mechanische belasting
o bevestigingsmiddelen
80
De functies van een onderdak zijn de volgende (5):
o Winddichtheid
o Bevestigingsmethode dakpannen
o Tijdelijke regendichtheid constructie
o Beperken/ voorkomen condensatiewater
o Verbeteren stofdichtheid dak
81
Geef 3 mogelijkheden om laatste dakpan niet te laten inknikken (anders kan er wind tussen de pannen komen):
o Tengellat + lat met constante dikte
o Afgeplatte tengellat
o Spie
82
Factoren waarmee er rekening mee moet gehouden worden bij plaatsen schouw? (5)
o RWA dakbedekking
o Hagel
o Spouwwater
o Dieren
o Condenswater
83
Wat zijn de vier mogelijke technische uitvoering van hanggoten?
- Halfronde hanggoot
- Lijstgoot
- Ardense goot
- Bakgoot
84
Bubbledeck vloersysteem
Bollenplaatvloersysteem, uit wapeningskorven, met ertussen kunststof bolletjes, Maakt je vloer minder zwaar.
85
De opleglengte van balken met uitstekende wapening (potten en balken)
o Bij balken met uitstekende wapening volstaat een oplegging van 20 mm (voor staal of beton)
o voor metselwerk volstaat 50 mm
86
Vraag over cederplanchetten (zie p 334)
o Geventileerde spouw 25 mm
o 350 kg/m³
o Dikte: 17,6 mm
87
De helling van een plat dak met tegels.
Is minsten 1,5% (van de deuropening weg)
88
wat zijn diamantkoppen in een plat dak en van welk materiaal zijn ze (zie TV 280)
Geprefabriceerde elementen (uit isolatiemateriaal). Het is noodzakelijk om deze te laten hellen in de richting van de dakwaterafvoeren.
89
maximum overspanning van gewapende beton
11 meter
90
3 verschillende plaatsingen van het metselwerk en voegdiktes
o Traditioneel (met opvoegen): 10-12 mm
o Traditioneel met dunne voegen (zonder opvoegen): 4-8 mm
o Gelijmd met dunne voegen (zonder opvoegen): 3-6 mm
91
Luchtdichtheid van hout en houtveteranen
o Goed voor optreden van een overmatige inwendige condensatie te vermijden
o Eventuele warmteverliezen tegen te gaan
92
Wat is stucanet.
Stucanet is een roestvrij metalen net met ingevlochten karton. Het wordt meestal gebruikt om schuine daken, plafonds of scheidingsmuren mee te bepleisteren.
93
Uit wat bestaat vulapparatuur?
o Voorraadvat isolatiemateriaal
o Compressor
o Transportslang
o Hulpapparatuur regeling
94
P 96 TV 280 Wat is hygrovariabele dampremmen?
o Dampschermen waarvan de waterdampdiffusieweerstand µd varieert in functie van de relatieve vochtigheid die heerst aan weerszijden van het membraan
o Indien aan de voorwaarden voldaan is, dan zouden ze dus een zekere droging in de zomer moeten toelaten en een bevochtiging in de winter moeten beperken
95
Wat is de ideale druiplijst?
De ideale druiplijst bevindt zich op 30mm (3cm) van het gevelvlak en beschermt de rand over een hoogte van 50 mm (5cm)
96
Isolerende blokken volgens oplopende druksterkte.
1) Perinsul (foamglas)
2) Gehydrofobeerde kimbloc (Xella)
3) Marmox (Albintra)
4) PLS lambda (Wienerberger)
5) Lambda bloc (Ploegsteert)
6) K-bloc (Dumoulin)
97
Piron =
= samen komen schildak van 2 noordbomen en een nok das hulpstuk die daar op zit voor waterdichting garandeert (speciaal pass stuk die word gemaakt in fabriek)
98
Massa-veer-massa =
* massa (dak)
* veer (soepele tussenlaag)
* massa (plantendek of bovenliggende laag)
door soepele tussenlaag luchtgeluiden gedempt en contactgeluiden minder doorgegeven aan onderliggen constructie
99
ruiterlat =
= lat onder u nokpan boven u nok gording
100
Wat is een duodak? En leg uit
is een type plat dak dat bestaat uit twee lagen isolatie, elk met een specifieke functie. Het systeem wordt vaak gebruikt om zowel thermisch als akoestisch comfort te verbeteren, én om renovaties eenvoudiger uit te voeren.
101
Geef de 5 terreinruwheidscategorieën? En geef 3 voorbeelden met TV erbij
- 0 = zee/ kusstreek + zeewind = 0m
- 1 = meer/ zone met weinig vegetatie + vrij van obstakels = 0m
- 2 = zone met lage vegetatie (gras)
(+ alleenstaande obstakels (bomen, gebouwen) onderlinge afstand van min. 20 x hoogte) = 8m
- 3 = zone met regelmatige begroeiing + alleenstaande obstakels (bomen, gebouwen) onderlinge afstand van min. 20 x hoogte = 25m
- 4 = stedelijke zone + minstens 15% opp. gebouwen met gemiddelde hoogte meer dan 15m = 25m
102
Hoe los je onregelmatigheden aan de gevelsteen op ter hoogte van de neg (leg uit+ teken)
= slag van u raam, dus ge hebt een dagmaat in gevelsteen en dan heb je nachtmaat in snelbouwsteen zit een verschil op raam word tegen achterkant gevelsteen geplaatst (gevelsteen keer 12 of 8) als er grote afwijking is moet die achterkant mooi afgesloten worden of mooi uit geselecteerd worden en dan DPC tegen gezet zodanig raam mooi kunt tegen zetten want als je kit kan je niet keer kit van 3 mm tussen raam en metselwerk en keer van 3 cm gaat niet dus die moeten effen zitten
103
kimfixatie?
mechanische bevestiging Amerikaanse EPDM rubber steviger dan lijm
104
Sarkingdak =
- isolatie rechtstreeks op kepers/spanten
- ononderbroken isolatie laag
- risico op koude bruggen min. Beperkt
- buiten af isoleren
- renovaties
- isolatie tussen spanten en kepers 1,5x isolatiewaarde
105
Roof lat =
houten/ metalen lat op dak bevestigd, dient als ondersteuning en bevestigingspunt voor dakbedekking + creëert afstand voor ventilatie
106
Windveer =
houten rand, kunststof of metaal op de kop van een hellend dak
107
Skylux =
lichtkoepels, lichtstraten, verandasystemen, gevelpanelen en kunststofplaten
108
Druklaag potten en balken =
30 mm
109
Hygrovariabele dampremmen =
dampschermen waarvan waterdampdiffusieweerstand µd varieert in functie van relatieve vochtigheid die heerst aan weerszijden van het membraan (indien voorwaarden voldaan –> dan droging in de zomer toelaten en bevochtiging in de winter beperken)
110
Strijkbalk =
balk die direct lang een bouwmuur loopt
111
Dak doorvoer doorboren =
30 cm of 300 mm
112
Temp. Plat dak
70°C – grijs materiaal
80 °C – zwart materiaal
113
… x dikker isolatie koude kant duodak
1,5
114
Helling
Warm dak = 1 %
Omgekeerd dak = 2%
Nieuwbouw >= 2%
115
Plat dak min. hoogte loden slab tot ballast laag =
150 mm
116
Dwarsverbindingen houten balklagen (3)
* Andreaskruisen
* Klossen
* Bandijzer
117
Deflector =
Element dat richting van lucht, water, geluid of andere stromingen afbuigt en controleert
118
Min. helling deflector =
5%
119
Opleglengte potten en balken =
50 mm
120
Positieve koelruimte =
(koelkast)
* Temperatuur: + 3 °C
* Relatieve luchtvochtigheid: +/- 90 °C
121
Negatieve koelruimtes =
(diepvries)
* Temperatuur: -20 °C tot -30 °C
122
raveel constructie =
= dragen in staartbalk die op zijn beurt in 2 vloerbalken draagt
123
Damschermkasse
E1
E2
E3
E4
124
Staartbalk =
= niet doorgaande draagbalken (kreupel balk)
125
Randbekisting (4)
* Traditionele randbekisting (betonplex)
* Stalen randbekisting
* Betonnen bekistingsblokjes
* Prefab beton bekisting (plaka)
126
Mechanische prestatie metselwerk
Aard
Type
Sterkte
opvulling
127
Zelfdragende dak elementen
* Open element = isolatie zichtbaar aan bovenzijde van de panelen
* Sandwichpanelen = isolatie met aan beide zijden een paneel
128
Spouwmuren aanmerking na-isolatie
Bestaande/ nieuwe ongeïsoleerde –spouwmuren
- breedte spouw = 50 - 70 mm
Bestaande/ nieuwe gedeeltelijk geïsoleerde spouwmuren
- warmteweerstand omhoog
- luchtstroming door slordige uitvoering
Bestaande/ nieuwe ongeïsoleerde/ gedeeltelijk geïsoleerde spouwmuren achteraf voorzien buitenisolatie
- renovaties
- vermijd luchtstroming warme zijde buitenisolatiemateriaal
129
Gewelf met uitsparing
* Kleine uitsparing hart van langse holten tussen wapening
* Diameter holte = 20 mm kleiner breedte
* Aanbrengen werf of fabriek (grote sparingen fabriek)
130
Rand fase beton holle gewelven aan rand te bekisten (4)
* Houten bekistingsplaten: onderaan verankerd in binnenspouwblad
* L-vormige bekistingsblokken: vastgezet in mortellaag
* Bekisting: binnenuit in verste beton verankerd
* Préfab
131
3 maatregelen groendak
* Onder water zetten van de afdichting : 15cm, 48u op voorhand -> voor de druk
* Compartimentering
* Maatregelen om de eventuele aanwezigheid van vocht in de dakopbouw op te sporen
132
Opp. damscherm groendak =
100 m²
