extra begrippen uit literatuur Flashcards
(19 cards)
begrip: rechterlijke dwaling
=wanneer iemand is veroordeeld voor een misdrijf dat hij niet heeft begaan of voor een misdrijf dat niet
heeft plaatsgevonden. Dat kan met pas met enige zekerheid beweren, als met meer zekerheid aan de oorspronkelijke
veroordeling is vast te komen te staan dat iemand anders het misdrijf pleegde of het niet heeft plaatsgevonden. Allerlei
fouten kunnen dramatisch zijn.
Beyond reasonable doubt/conviction intime
men mag iemand pas veroordelen voor een misdrijf als zijn
daderschap boven redelijke twijfel is verheven. Dit is een waarborg tegen rechterlijke dwalingen.
Blackstone ratio
liever 10 schuldigen vrij dan 1 onschuldige opgesloten -> fout-positief wordt vaak erger geworden. We
willen dat als de rechter niet overtuigd is, hij vrijspreekt (fout-negatief).
prosecuter’s fallacy
= een uitspraak in de vorm van waarschijnlijkheid dat een spoor afkomstig is van verdachte, gegeven de onderzoeksbevindingen waarbij, gegeven de waargenomen sporen, een uitspraak wordt gedaan
over de waarschijnlijkheid dat die sporen van verdachte afkomstig zijn. Het is een vorm die de aanklager wel zou
willen horen.
framing
hoe een probleem of oplossing voor een probleem verpakt is in woorden.
De denkeigenaardigheid die hier zit ingebakken is:
In positieve framing gaat men voor de zekerheid (‘aantallen gered’)
In negatieve framing neemt men een risico om een zeker een verlies te voorkomen (‘aantallen dood’),
truth bias
we geloven alles wat we begrijpen en pas in een later stadium volgt ont-geloven. De verstoring leidt
ertoe dat we vaker foute informatie als correct bestempelen dan correcte als fout
Hindsight bias
we hebben grote moeite om ons te verplaatsen in een besluitvormingssituatie in het verleden als we
al weten hoe de situatie in werkelijkheid is afgelopen.
cognitieve dissonantie
mensen houden er niet van met gedachten te zitten die onderling niet of moeilijk rijmen,
dissonant zijn. Dit veroorzaakt onrust en spanning die wij proberen te verminderen door onze gedachten zo om te
vormen dat de dissonantie afneemt of geheel wordt opgeheven. De confirmation bias is een van de manieren om de
cognitieve dissonantie te vermijden om op te lossen, net als de belief perseverance.
blindspot bias
=het idee dat je zelf bijna nooit denkfouten maakt en anderen wel
motivation to remember
=als je geen goede reden hebt om iets later te kunnen herinneren, zul je het niet
bewust waarnemen en onthouden
schema
=kennis over de meest kenmerkende onderdelen van de situatie en de samenhang daartussen. Dit
beïnvloedt wat aandacht krijgt en wat later wordt herinnerd. Fouten ontstaan als elementen die goed bij een
schema passen, feitelijk niet aanwezig waren.
Systeemvariabelen
=kenmerken van de inrichting van het systeem (bijv. wijze van verhoren,
herkenningsprocedures)
weapon focus
=mensen kunnen het wapen in groot detail beschrijven, maar de dader niet. De meeste
mensen richten zich op datgene wat in een bepaalde situatie het meest bedreigend is: daar gaat de meeste
aandacht naar uit en dat kan achteraf het best herinnerd worden.
bronverwarring
=wanneer je een herinnering meent te hebben, heb je een
geheugenspoor in je gedachten die je linkt aan waarneming: heel vaak is deze waarneming niet iets wat je
zelf hebt waargenomen, maar bijvoorbeeld gehoord van anderen. Je denkt dus wel dat je dit zelf hebt
waargenomen, maar het komt van een andere bron. Het is vrijwel onmogelijk om in je volwassen leven
zaken te herinneren van vóór je vierde levensjaar. Als het gaat om herinneringen van getuigen en
slachtoffers, is er een grotere kans op bronverwarring.
mr big techniek
= undercoveragenten introduceren een verdachte in een gefingeerd crimineel netwerk waarbij ze kleine
misdrijven moeten doen voor veel geld. In het vooruitzicht wordt een promotie gesteeld waarvoor een interview met de baas
nodig is, maar daarvoor moet de verdachte wel eerst bekennen een serieus misdrijf te hebben begaan.
episodisch geheugen
persoonlijke ervaringen. soms kwetsbaar en onbetrouwbaar
semantisch geheugen
algemene kennis. stabiel en betrouwbaar
collaborative storytelling
=veel slachtoffers van een bepaald misdrijf gaan met elkaar praten, waardoor de verhalen
gaan samensmelten tot één gezamenlijk verhaal.