factoren die de temperatuur bepalen

Question 1

de 7 te kennen begrippen

Answer 1

1 invalshoek van de zonnestraal
2 hoogte
3 ligging t.o.v. de zee
4 bewolking
5 bodem en vegetatie
6 zeestroming
7 luchtcirculaties

Question 2

is het beschenen oppervlak groot of klein bij een schuine lichstraal

Answer 2

groot

Question 3

is het beschenen oppervlak groot of klein bij een rechte lichstraal

Answer 3

klein

Question 4

is de lichtintensiteit klein of groot bij een schuine lichtstraal

Answer 4

klein

Question 5

is de lichtintensiteit klein of groot bij een rechte lichtstraal

Answer 5

groot

Question 6

is de warmteomzetting klein of groot bij een schuine lichtstraal

Answer 6

klein

Question 7

is de warmteomzetting klein of groot bij een rechte lichtstraal

Answer 7

groot

Question 8

is de temperatuur laag of hoog bij een schuine lichtstraal

Answer 8

laag

Question 9

is de temperatuur laag of hoog bij een rechte lichtstraal

Answer 9

hoog

Question 10

hoe verder van de evenaar hoe WARMER/KOUDER de gemiddelde temp is

Answer 10

kouder

Question 11

verklaar dat als je verder van de evenaar gaat dat het kouder wordt:

Answer 11

verder van de evenaar zijn er schuine lichtstralen= minder lichtintensiteit=lagere temp

Question 12

er is ook nog een 2de verklaring voor het feit dat het kouder verder van de evenaar is:

Answer 12

de schuine lichtstralen moeten een langere weg afleggen in de dampkring=meer absorptie van zonnestralen in de atmosfeer

Question 13

waarom is het in de zomer warmer dan in de winter

Answer 13

in de zomer valllen de zonnestralen rechter=meer lichtintensiteit= hogere temp

Question 14

ook bij het zomer/winter vergelijking is een 2de verklaring:

Answer 14

in de zomer is een lagere straling door de dagen die langer duren

Question 15

waarom is het in de ochtend en avond kouder dan in de middag?

Answer 15

in de morgen en avond stralen de lichtstralen schuin en in de middag recht=meer lichtintensiteit=hogere temp

Question 16

in het deel ‘opbouw van atmosfeer’ zagen we dat de temp STIJGT/DAALT naarmate je hoger in de troposfeer komt.

Answer 16

DAALT

Question 17

in het deel ‘opbouw van atmosfeer’ zagen we dat de temp daalt naarmate je hoger in de troposfeer komt. hoe komt dit?

Answer 17

aardoppervlak is de warmte bron dus hoe hoger=hoe verder weg= dus kouder. en hoe hoger, hoe ijler de lucht dus minder gassen om op te warmen

Question 18

plaatsen landwaarts is hebben een WARM/KOUD zomer en een WARM/KOUD winter dan plaatsen dichter bij de kust

Answer 18

WARM, KOUD

Question 19

daardoor is er bij plaatsen die landinwaarts gelegen zijn een GROTER/KLEINER verschil tussen winter en zomer temp. dit komt doordat land SNELLER/TRAGER opwarmt dan water en doordat land SNELLER/TRAGER afkoelt dan water

Answer 19

GROTER, SNELLER, SNELLER

Question 20

wanneer er overdag wolken zijn wordt het relatief KOUDER/WARMER

Answer 20

koud

Question 21

wanneer er snachts geen wolken zijn is de ochtend relatief WARM/KOUD

Answer 21

koud

Question 22

verklaar; als het bewolkt is overdag is er minder opwarming/afkoeling omdat…

Answer 22

minder opwarming omdat de inkomende zonnestrale worden tegengehouden

Question 23

verklaar; als het bewolkt is snachts is er minder opwarming/afkoeling omdat wolken….

Answer 23

minder afkoeling omdat de wolken de uitgaande stralen vasthouden.

Question 24

hoe noemt het noordse regio in belgie

Answer 24

de kempen

Question 25

verklaar; een zandbodem warmt SNELLER/TRAGER op dn leem of klei

Answer 25

sneller

Question 26

Hoe MEER/M%INDER vegetatie, hoe LAGER/hoger de temp

Answer 26

Meer, lager

Question 27

verklaring voor meer vegetatie met laag temp

Answer 27

planten gebruken zonlicht voor fotosynthese=minder zonlicht van omzetting in warmte

Question 28

als 2 landen op de zelfde hoogte ligging tov de venaar is er nog steeds een verschil in temp, hoe komt dit?

Answer 28

de zeestromen verschille,n

Question 29

wat zijn de overheersende xindrichtingen in BE

Answer 29

ZW en NO

Question 30

de twee winden ZW en NO hebben een duidelijk verschil van oorsprong:

Answer 30

ZW: atlantische oceaan WATER NO: NO europa LAND

Question 31

een ZW wind zorgt voor: in winter: in zomer: een NO wind zorgt voor in winter: in zomer:

Answer 31

winter: opwarming zomer: afkoeling - winter: afkoeling zomer: opwarming