Falsche Freunde Flashcards
(51 cards)
1
Q
Durven
A
Wagen
2
Q
Het beeld
A
Die Skulptur
3
Q
Bellen
A
Telefonieren
4
Q
Het bureau
A
Die schreibtisch
5
Q
Doof
A
Taub
6
Q
Het hart
A
Das Herz
7
Q
Het kleinkind
A
Das enkelkind
8
Q
Liegen
A
Lugen
9
Q
Het meer
A
Der See
10
Q
De reden
A
Der grund
11
Q
Slim
A
Schlau
12
Q
De ziel
A
Die seele
13
Q
Het hout
A
Das Holz
14
Q
Inladen
A
Laden
15
Q
Mogen
A
Durfen
16
Q
Het schilderij/ de foto
A
Das Bild
17
Q
Het kantoor
A
Das Buro
18
Q
Stom
A
Doof
19
Q
Hard
A
Hart
20
Q
De kleuter
A
Das kleinkind
21
Q
Liggen
A
Liegen
22
Q
De zee
A
Das Meer
23
Q
Praten
A
Reden
24
Q
Erg
A
Schlimm
25
Het doel
Das ziel
26
De huid
Die Haut
27
Uitnodigen
Einladen
28
Klaar
Fertig
29
Komisch
Witzig
30
De leider
Der Leiter
31
Maken
Herstellen
32
Rijden
Fahren
33
De schade
Der Schader
34
Schoon
Sauber
35
Schreien
Weinen
36
De taal
Sprache
37
Het uur
Die Stunde
38
Zeldzaam
Selten
39
Net
Ordentlich
40
Duidelijk
Klar
41
Raar/ vreemd
Komisch
42
Helaas
Leider
43
Doen
Machen
44
Paardrijden
Reiten
45
Jammer
Schade
46
Mooi
Schön
47
Schreeuwen
Schreien
48
Het getal
Der Zahl
49
De klok
Die Uhr
50
Raar
Seltsam
51
Leuk/aardig
Nett
