Familia de palabras (woordvorming) N-S Flashcards
(64 cards)
1
Q
berg
A
montaña
2
Q
regen
A
lluvia
3
Q
warmte
A
calor
4
Q
smaak
A
sabor
5
Q
zon
A
sol
6
Q
zout
A
sal
7
Q
succes
A
éxito
8
Q
bergachtig
A
montañoso/a
9
Q
regenachtig
A
lluvioso/a
10
Q
warm
A
caluroso/a
11
Q
lekker
A
sabroso/a
12
Q
zonnig
A
soleado/a
13
Q
gezout
A
salado/a
14
Q
succesvol
A
exitoso/a
15
Q
verklaren
A
aclarar
16
Q
een advies geven
A
aconsejar
17
Q
bedreigen
A
amenazar
18
Q
waarderen
A
apreciar
19
Q
tegenspreken
A
contradecir
20
Q
vergelijken
A
comparar
21
Q
afkeuren
A
desaprobar
22
Q
twijfelen
A
dudar
23
Q
wachten, hopen
A
esperar
24
Q
beëindigen
A
finalizar
25
storen
molestar
26
ontkennen
negar
27
kunnen
poder
28
voorstellen
sugerir
29
een verklaring
una aclaración
30
een advies
un consejo
31
een bedreiging
una amenaza
32
de waardering
el aprecio
33
tegenstrijdigheid
la contradicción
34
een vergelijking
una comparación
35
de afkeuring
la desaprobación
36
de twijfel
la duda
37
de hoop
la esperanza
38
het einde
el fin
39
hinder, ongemak
la molestia
40
de ontkenning
la negación
41
de macht
el poder
42
een voorstel
una sugerencia
43
verbazen
asombrar
44
zich schamen
avergonzarse
45
strijden
combatir
46
teleurstellen
desilusionar
47
wanhopen
desesperar
48
bemoeilijken
dificultar
49
wachten, hopen
esperar
50
beledigen
insultar
51
verontwaarden
indignar
52
verbeteren
mejorar
53
zich berusten
resignarse
54
verbaasd
asombrado/a
55
beschaamd
avergonzado/a
56
strijdlustig
combativo/a
57
teleurgesteld
desilusionado/a
58
wanhopig
desesperado/a
59
moeilijk
difícil
60
hoopvol
esperanzado/a
61
beledigend
insultante
62
verontwaardigd
indignado/a
63
beter, het beste
mejor / el mejor
64
berustend
resignado/a
