farmaco astma/COPD Flashcards

1
Q

Welke 5(6) soorten medicijnen zijn er?

A
  • β2 Receptor Agonisten
  • M Receptor Antagonisten
  • Glucocorticoïden
  • Cysteïnyl Leukotrieen Receptor Antagonist
  • Biologicals
  • (Theofylline)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

β2 receptor agonisten

  • Noem 4 β2 receptor agonisten.
  • Waar zorgen ze voor?
  • Onderverdeling?
  • Bijwerkingen?
A
  • salbutamol, terbutaline (korte halfwaardetijd)
  • salmeterol, formoterol (lange halfwaardetijd)
  • Zorgen voor bronchodilatatie via de Gs-adenylyl cyclase-cAMP pathway. (activatie Adenylyl-cyclase –> + cAMP (dilaterende stof))
  • Zijn onderverdeeld in kortwerkende (SABA) en langwerkende (LABA) varianten.
  • Mogelijke bijwerkingen omvatten vasodilatatie, reflex tachycardie, aritmieën(risico groep), tremor en transpiratie. –> drm zo lokaal mogelijk geven
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

M receptor antagonisten

  • Noem 2 M receptor antagonisten.
  • 3 M-receptoren en waar zorgen ze voor? (welke remmen?)
  • Onderverdeling?
A
  • ipratropium, tiotroprium
  • M1 faciliteert acetylcholine release / nicotinerge transmissie in ganglia. –> deze wil je als 2e blokkeren
  • M2 remt presynaptisch ACh release –> deze wil je NIET blokkeren want M2 remt M3.
  • M3 veroorzaakt bronchoconstrictie en mucussecretie –> constrictie dus deze wil je als eerste blokkeren.

Blokkade: M3>M1»>M2

  • Langwerkende varianten = LAMA
  • Kortwerkende varianten = SAMA
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Theofylline

  • Hoe werkt het?
  • Extra info?
A
  • Bronchodilatatie door fosfodiësterase te remmen / adenosine receptoren te blokkeren. –> versterkt upregulatie cAMP() door B2-adrenoreceptor
  • Heeft een smalle therapeutische breedte en is niet aanbevolen voor kinderen.

Opvolger: roflumilast (nieuw stofje)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Glucocorticoïden

  • Noem 4 glucocorticoïden.
  • Hoe werkt het?
  • Bijwerkingen?
A
  • beclometasondipropionaat, budesonide, ciclesonide, fluticason
  • Remmen ontsteking door infiltratie van ontstekingscellen te verminderen / glucocorticoid receptor activatie.
  • Stabiliseren slijmvliezen(MINDER SLIJM) en verhogen β2 receptor dichtheid –> gaat goed samen met β2 receptor agonist
  • Hebben significante bijwerkingen, dus worden bij voorkeur lokaal (inhallatie) toegediend.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Cysteïnyl leukotrieen receptor antagonist

  • Noem er 1.
  • Hoe werkt het?
  • Wanneer gebruiken?
A
  • montelukast
  • Cyst. receptor stimt. bronchoconstrictie, hyperrea & slijmsecretie. Dit wordt geremd dus.
  • Geschikt voor kinderen, vooral bij problemen met inhalatietechnieken want je kan dit oraal innemen.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Biologicals

  • Noem er 3.
  • Hoe werkt het?
  • Wanneer gebruiken?
  • Extra info?
A
  • omalizumab, mepolizumab, dupilumab
  • Antilichamen vangen specifieke cytokinen weg. –> minder immuuncel activaties
  • Gebruikt bij astma met hoog IgE of bij regulering interleukines (IL-5, IL-4, IL-13).
  • Het is duur en werkt heel precies op een bepaalde cytokine. Drm als laatste ingezet.

IL5 –> activatie/functie eosinofielen
IL4 - IL13 –> regulatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Farmacotherapieschema astma

A

Progressieve behandeling van inhalatiesteroïden en β2 agonisten, met mogelijke toevoeging van LAMA, montelukast of biologicals.

Inhalatiesteroïd + SABA indien nodig
Inhalatiesteroïd + SABA dagelijks
Inhalatiesteroïd + LABA
> dosis inhalatiesteroïd + LABA
» dosis inhalatiesteroïd + LABA –> overweeg evt LAMA, montelukast, biologicals

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Farmacotherapie Astma vs. COPD

A
  • Behandelingen zijn vergelijkbaar, maar steroïden worden minder snel gebruikt bij COPD.
  • Bij COPD start men met kortwerkende β2 agonisten en/of M receptor blokkers, gevolgd door langwerkende varianten, en uiteindelijk steroïden.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Betekenis Astma vs. COPD

A
  • Astma kenmerkt zich door inflammatie, bronchiale hyperreactiviteit, en reversibele luchtwegobstructie.
  • COPD is een chronische, meestal door roken veroorzaakte ziekte met irreversibele luchtwegobstructie.
  • Astma en COPD kunnen samen voorkomen.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly