Fiscaal Flashcards

(56 cards)

1
Q

Wat is de datum van de presentatie over vennootschapsbelasting?

A

28 maart 2025

Steven Peeters is de gastspreker.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat zijn de drie categorieën belastbare inkomsten?

A
  • Beroepsinkomsten
  • Diverse inkomsten
  • Aftrekbare bestedingen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is het toepassingsgebied van de vennootschapsbelasting?

A

Alle binnenlandse vennootschappen zijn aan de vennootschapsbelasting onderworpen (Art. 179 WIB)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat wordt verstaan onder een ‘binnenlandse vennootschap’?

A

Een vennootschap die in België haar voornaamste inrichting of haar zetel van bestuur of beheer heeft en niet van de vennootschapsbelasting is uitgesloten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is de presumptie voor vennootschappen met een statutaire zetel in België?

A

Wordt behoudens tegenbewijs vermoed daar ook haar voornaamste inrichting of haar zetel van bestuur of beheer te hebben.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat zijn de drie criteria voor onderworpenheid aan de vennootschapsbelasting?

A
  • De entiteit bezit rechtspersoonlijkheid
  • De entiteit is fiscaal inwoner van België
  • De entiteit exploiteert een onderneming of oefent een winstgevende bezigheid uit
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is rechtspersoonlijkheid volgens de vennootschapsbelasting?

A

Vennootschappen en verenigingen die rechtspersoonlijkheid hebben zijn onderworpen aan de vennootschapsbelasting.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Noem een voorbeeld van vennootschappen met rechtspersoonlijkheid.

A
  • VOF
  • CommV
  • BV
  • CV
  • NV
  • SE
  • SCE
  • EESV
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat zijn voorbeelden van verenigingen met rechtspersoonlijkheid?

A
  • VZW
  • IVZW
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat gebeurt er met de inkomsten van entiteiten zonder rechtspersoonlijkheid?

A

Inkomsten worden belast in hoofde van de achterliggende vennoten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is de definitie van ‘voornaamste inrichting’?

A

Het bedrijfseconomisch centrum van de vennootschap, valt meestal samen met de plaats van werkelijke leiding.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat betekent ‘zetel van bestuur of beheer’?

A

Plaats van werkelijke leiding.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat gebeurt er met buitenlandse vennootschappen die in België actief zijn?

A

Ze zijn onderworpen aan de belasting niet-inwoners.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat houdt de exploitatie van een onderneming in?

A

Nijverheidsactiviteiten, handelsactiviteiten, landbouwactiviteiten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wie is altijd onderworpen aan vennootschapsbelasting?

A

Vennootschappen, tenzij expliciete uitsluitingen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat zijn de uitzonderingen voor CV’s die als sociale onderneming zijn erkend?

A

Dividenduitkering is uitgesloten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Wat zijn alleenstaande of uitzonderlijke verrichtingen volgens artikel 182 WIB?

A

Verrichtingen die niet zo vaak worden herhaald dat ze een ‘bezigheid’ vormen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Welke activiteiten mag een VZW verrichten zonder vennootschapsbelasting?

A
  • Alleenstaande of uitzonderlijke verrichtingen
  • Beleggen van fondsen
  • Verrichtingen die niet volgens nijverheids- of handelsmethoden worden uitgevoerd
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Wat zijn de criteria voor het bijkomstig karakter van een activiteit?

A
  • Verwantheidscriterium
  • Kwantitatief criterium
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Wat betekent het verwantheidscriterium?

A

Het criterium geldt voor bedrijvigheid die een noodzakelijk corollarium is van de onbaatzuchtige werkzaamheden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Wat zijn de gevolgen van het niet voldoen aan de criteria voor vennootschapsbelasting?

A

Indien geen vennootschapsbelasting, dan onderworpen aan de rechtspersonenbelasting.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Wat is de impact van de hervorming WER op VZW’s?

A

VZW’s worden sinds 1 november 2018 als ondernemingen beschouwd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Wat zijn de twee criteria die bepalen of een activiteit van een VZW onder de vennootschapsbelasting valt?

A

Het verwantheidscriterium en het kwantitatief criterium

Deze criteria helpen bepalen of activiteiten als bijkomstig kunnen worden beschouwd.

24
Q

Wat houdt het verwantschapscriterium in?

A

Het criterium geldt voor gevallen waarin de bedrijvigheid een noodzakelijk corollarium is van de onbaatzuchtige hoofdwerkzaamheid

Dit betekent dat de bijkomstige activiteit alleen kan plaatsvinden in combinatie met de onbaatzuchtige activiteit.

25
Geef een voorbeeld van een activiteit die als bijkomstig kan worden beschouwd volgens het verwantschapscriterium.
Het uitgeven van publicaties voor het kenbaar maken van de sociale, culturele, enz., oogmerken van de rechtspersoon ## Footnote Dit toont aan hoe een activiteit direct verbonden is met de hoofddoelen van de VZW.
26
Wat zijn de kwantitatieve criteria voor activiteiten van een VZW?
Het aantal ingezette personen en het belang van de gebruikte materiële middelen ## Footnote Deze criteria helpen bij de beoordeling van de omvang van de activiteit.
27
Noem enkele voorbeelden van uitgesloten publieke instanties die niet onder de vennootschapsbelasting vallen.
* Intercommunales in de zorgsector * Bepaalde vervoersmaatschappijen * Bepaalde waterzuiveringsmaatschappijen * Infrabel ## Footnote Deze instanties zijn specifiek genoemd in artikel 180 WIB.
28
Wat zijn sectoriële uitsluitingen volgens artikel 181 WIB?
* Belangenverenigingen * Sociale verzekeringskassen * Onderwijs * Organisatie handelsbeurzen en tentoonstellingen * Gezins- en bejaardenhulp * Certificering van aandelen ## Footnote Deze uitsluitingen gelden voor verenigingen zonder winstoogmerk.
29
Wat is het doel van de vennootschapsbelasting?
* Budgettair * Beleidsmatig * Geglobaliseerde belasting ## Footnote Deze doelen helpen de financiële en beleidsmatige structuur van de overheid te ondersteunen.
30
Hoe wordt de belastbare basis van de vennootschapsbelasting bepaald volgens artikel 183 WIB?
Volgens de aard van de inkomsten en volgens de bestemming van de inkomsten ## Footnote Beide methodes leiden tot hetzelfde resultaat in de belastingcalculatie.
31
Wat houdt de netto winst belastbaarheid in?
Netto winst is belastbaar, na aftrek van kosten ## Footnote Dit betekent dat enkel de winst na kosten in aanmerking wordt genomen voor belasting.
32
Wat zijn de regels voor de vennootschapsbelasting met betrekking tot de jaarrekening?
Vennootschapsbelasting wordt bepaald per belastingplichtige op basis van de enkelvoudige jaarrekening ## Footnote Geconsolideerde jaarrekeningen zijn fiscaal niet van belang.
33
Wat is de 'korf' in de context van vennootschapsbelasting?
Aftrekken 4-7 kunnen onbeperkt worden benut; aftrekken 5-11 zijn beperkt door toepassing van 'de korf' ## Footnote Dit beïnvloedt hoe belastingvoordelen kunnen worden toegepast.
34
Wat zijn de voorwaarden voor aftrekbaarheid van kosten volgens artikel 49 jo. 183 WIB?
Algemene voorwaarden voor aftrekbaarheid zijn van toepassing ## Footnote Dit omvat het vermijden van abnormale voordelen die toegevoegd worden aan de belastbare basis.
35
Wat is een belangrijke regel betreffende onderkapitalisatie?
1:1 onderkapitalisatieregel ten aanzien van interesten betaald aan bepaalde aandeelhouders ## Footnote Dit is specifiek voor betalingen aan aandeelhouders en bedrijfsleiders.
36
Wat houdt de aftrekverbod in functie van EBITDA in?
Beperkt de aftrek van het nettofinancieringskostensurplus ## Footnote Dit is conform de Europese Anti-Tax Avoidance Directive (ATAD).
37
Wat is de aangifteplicht voor betalingen aan belastingparadijzen?
Aangifteplicht van betalingen van meer dan 100.000 euro per jaar aan niet-coöperatieve jurisdicties ## Footnote Dit helpt belastingontwijking tegen te gaan.
38
Wat is de aangifteplicht van betalingen aan belastingparadijzen?
Betalingen van meer dan 100.000 euro per jaar aan niet-coöperatieve jurisdicties moeten worden aangegeven. ## Footnote Zie art. 307, § 1/2 WIB
39
Wat is de OESO lijst?
Staten die niet effectief de standaard voor uitwisseling van informatie op verzoek toepassen.
40
Wat is de Belgische lijst?
Staten zonder of met een lage belasting (Art. 179 KB/WIB).
41
Wanneer is er sprake van aftrekbeperking volgens artikel 198, § 1, 10° WIB?
Aftrek is niet mogelijk als de aangifteplicht niet is voldaan of de belastingplichtige niet bewijst dat de betalingen kaderen in werkelijke en oprechte verrichtingen.
42
Wat zijn definitief belaste interesten (DBI)?
Ontvangen dividenden kunnen volledig worden afgetrokken van de belastbare winst om economische dubbele belasting te voorkomen.
43
Wat zijn de voorwaarden voor DBI?
* Minimumparticipatievoorwaarde (art. 202, § 2, 1° WIB) * Permanentievoorwaarde (art. 202, § 2, 2° WIB) * Taxatievoorwaarde (art. 203 WIB)
44
Wat is de minimumparticipatievoorwaarde volgens artikel 202, § 2, 1° WIB?
Een deelneming van ten minste 10% in het kapitaal of een deelneming van ten minste 2,5 miljoen euro.
45
Wat is de permanentievoorwaarde?
Aandelen moeten gedurende een ononderbroken periode van ten minste één jaar in volle eigendom zijn gehouden.
46
Wat houdt de taxatievoorwaarde in?
DBI is alleen mogelijk als de uitgekeerde winsten reeds aan belasting zijn onderworpen.
47
Noem enkele uitgesloten categorieën voor DBI.
* Niet-belaste of laag-belaste structuren * Wederuitkering van dividenden * Hybride structuren
48
Wat is de meerwaardevrijstelling op aandelen?
Verwezenlijkte meerwaarden zijn in principe belastbaar, maar er is een vrijstelling binnen de vennootschapsbelasting (art. 192, § 1 WIB).
49
Wat is de keerzijde van de meerwaardevrijstelling?
Waardeverminderingen en minderwaarden op aandelen zijn in principe niet aftrekbaar, met uitzondering van liquidatieverliezen.
50
Wat houdt de aftrek voor innovatie-inkomsten in?
Aftrek van 85% van kwalificerende netto innovatie-inkomsten (art. 205/1-205/4 WIB).
51
Wat is een groepsbijdrage?
Een beperkte vorm van fiscale consolidatie waarbij groepsvennootschappen fiscale winst kunnen overdragen aan een andere groepsvennootschap met een fiscaal verlies.
52
Wat zijn de strikte voorwaarden voor een groepsbijdrage?
* Nauwe verbondenheid * Directe deelneming van ten minste 90% van het kapitaal * Verbondenheid gedurende 5 jaar
53
Wat is het tarief van de vennootschapsbelasting?
Vlak tarief van 25% (art. 215, eerste lid, WIB).
54
Wat is het verlaagde tarief voor kleine vennootschappen?
Een tarief van 20% op de eerste schijf van 100.000 euro (art. 215, tweede en derde lid, WIB).
55
Wat zijn de uitsluitingen voor het verlaagde tarief?
* Vennootschappen met aanzienlijke beleggingsactiviteit * Vennootschappen waarvan de aandelen voor minstens de helft in bezit zijn van andere vennootschappen * Vennootschappen die geen bezoldiging toekennen van ten minste 45.000 euro
56
Wat is de regeling voor beroepsverliezen?
Beroepsverliezen zijn onbeperkt overdraagbaar naar latere jaren, maar niet mogelijk om te compenseren met winsten van vorige jaren.