folder 6 woordenschat ned - eng Flashcards
(48 cards)
1
Q
zakgeld
A
an allowance
2
Q
een steekpenning
A
a bribe
3
Q
een grafiek
A
a chart
4
Q
een klus
A
a chore
5
Q
een omheining
A
a fence
6
Q
een genie
A
a genius
7
Q
een cijfer op rapport
A
a grade
8
Q
een boomgaard
A
an ochard
9
Q
een prijsetiket
A
a price tag
10
Q
een beloning
A
a reward
11
Q
een uitverkoop
A
a sale
12
Q
een taak
A
a task
13
Q
een bijlesleraar, mentor
A
a tutor
14
Q
onderzoek
A
research
15
Q
loon
A
wages
16
Q
onkruid
A
weeds
17
Q
zich gedragen
A
to behave
18
Q
omkopen
A
to bribe
19
Q
verdienen (geld)
A
to earn money
20
Q
hoger worden
A
to go up
21
Q
strijken
A
to iron
22
Q
plukken, uitkiezen
A
to pick (something)
23
Q
belonen
A
to reward
24
Q
bijles geven
A
to tutor
25
wieden
to weed
26
gemiddeld
average
27
spreektaal voor 'goed gevonden!'
genius!
28
enorm
huge
29
beleefd
polite
30
onbeleefd
impolite
31
nogal
quite
32
ondanks
in spite of
33
iets goed kunnen
to be good at
34
je goed gedragen
to be on your best behaviour
35
handig zijn
to come in handy
36
het respect verdienen van
to earn the respect of
37
iets slim aanpakken
to play it smart
38
spenderen, uitgeven (geld)
to spend money on
39
tijd doorbrengen met
to spend time with
40
een merk
a brand
41
een gelegenheid, een feestje
an occasion
42
ervaring
experience
43
een brochure
a leaflet
44
geduldig
patient
45
veel
loads of...
46
betrouwbaar
reliable
47
solliciteren
to apply for a job
48
kelner zijn
to wait tables