FPZ H8 Flashcards

(80 cards)

1
Q

wat doet een huisarts ?

A

Beoordeeld klachten en onderzoekt de oorzaak = diagnose

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is een ander woord voor klachten en oorzaak onderzoeken ?

A

Diagnose

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Als de diagnose is vastgesteld wat gebeurd er daarna?

A

Behandelkeuze of geneeswijze (therapie) afgesproken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Ander benaming voor de patiënt

A
  • hulpvrager
  • de geduldige
  • lijdende
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is een apotheker ?

A

Deskundige op gebied van geneesmiddelen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is de belangrijkste taak van een apothekersassistente?

A
  • patiënt juiste gegevens geven over

- werking, gebruik, verwachte effect, bijwerkingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wanneer mag een geneesmiddel pas afgegeven worden ?

A

Als het middel in de AIS is ingevoerd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat kun je bij medicatiebewakingsignalen zien in het AIS?

A
  • doseringsafwijking
  • interacties
  • contra-indicaties
  • 1e / 2e uitgifte
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat betekent medicatiebewaking?

A

Alles met vermijden van schade/ongemak bij geneesmiddelen gebruik

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat houd medicatiebegeleiding in?

A

Adviseren van patiënt of arts

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is het doel van medicatiebewaking?

A

Geneesmiddelengebruik optimaliseren > middel moet beste werking en min mogelijk bijwerkingen hebben

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat wordt er verstaan onder controle ?

A

Toezicht en beheersen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Waar zorgen medicatie bewaking en signalen voor ?

A
  • gezondheid schade voorkomen

- zorgen dat patiënt middel goed gebruikt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Waar staat de N. A.N voor?

A

Nederlandse apotheek norm

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat kun je vinden in de NAN?

A
  1. Voor apotheker wat je moet doen om goede beroeps oefenaar te zijn
  • Richtlijnen voor zorg aan patiënten
  • Wijze begeleiding chronische patiënten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat houdt multidisciplinair in?

A

Dat afspraken zijn gemaakt tussen verschillende zorgverleners zoals huisartsenapothekers en specialisten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Wat voor soort richtlijnen zijn er te vinden in het KNMP kennis bank?

A
  • COPD
  • Astma
  • diabetes
  • patiëntendossier
  • medicatie bewaking en beoordeling
  • medicijnen
  • afgeven medicijnen
  • ontslag uit zorginstelling
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Wanneer vind medicatie bewaking plaats?

A
  • Aanbieden van recept
  • verkoop van medicijnen die alleen verkrijgbaar is bij de apotheek
  • ontslag ziekenhuis
  • patiënt nieuw bij apotheek
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Waar staat FTP’s voor?

A

Farmacotherapiegerelateerde problemen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q
A

-

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Wat zijn de 10 FTPS?

A
  1. Dubbel medicatie
  2. Cumulatie bijwerkingen ( gecombi gebruik met middelen met zelfde bijwerking
  3. Geneesmiddel interactie
  4. Ongeschikte toedieningsvorm
  5. Obsolete therapie
  6. contra- indicatie
  7. Overgevoeligheid
  8. Doseringprobleem (te hoog of laag )
  9. Ontbreken preventieve medicatie
  10. Afwijkende labwaarde
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

In Welke vier stappen voor je medicatie bewaking uit

A
  1. Signaleren
  2. Analyseren
  3. Afhandelen
  4. Evalueren
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Wat kun je met de voorschrijver overwegen bij als je te maken hebt met FTPS?

A
- stoppen met middel
- vervangen van middel 
- toevoegen geneesmiddel
- aanpassing dosering of schema
- monitoring 
- geen aanpassing
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Hoe worden problemen met geneesmiddelengebruik gesignaleerd?

A

Door automatische receptverwerkingssysteem

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Wat kun je vinden in een patiëntendossier ?
- gegevens medicatie - medicatiebewakingssignalen - afspraken - thuissituatie - labwaardes
26
Noem een voorbeeld van een etikettekst
Je ziet op een etiket de wijze van gebruik - innemen voor of na de maaltijd - apotheekcomputer geeft aan of er extra info nodig is
27
Wat wordt er vastgesteld in de privacyreglement?
- wie medicatiehistorie mag inzien of wijzigingen mag aanbrengen
28
Wat kun je vinden in naslagwerken?
Gegevens van medicatie
29
Wat zijn naslagwerken eigenlijk (boek)?
Boekwerken uitgegeven door officiële organisaties van/voor apotheken + artsen
30
Wat kun je nog meer vinden in het KNMP Kennisbank
Gegevens die nodig zijn voor beroepsbeoefening van apothekers
31
Door wie is het Informatorium Medicamentorum boek uitgegeven ?
GIC = Geneesmiddel informatie Centrum van knmp
32
Voor wie is het Farmacotherapeutisch kompas verantwoordelijk voor?
College van zorgverzekeraars
33
Door wie is het boek FK geschreven?
Artsen en apothekers FK kiest 1e keus geneesmiddel bij bepaalde behandelingen + welke middel je moet vermijden = soms middelen waarvoor je niet vergoed voor bent
34
Wat kun je vinden in het Kinderformlarium ?
Informatie over geneesmiddelen gebruik bij kinderen
35
Wat is off-label en wat heeft het te maken met het Kinderformularium
= Geneesmiddel dat is toegepast dat niet geregistreerd is voor gebruik (komt voor bij KF) > patiënt of ouders moeten geïnformeerd worden
36
Waarbij helpen apotheken en huisartsen bij als het gaat om Commentaren medicatiebewaking van Stichting Health Base ?
- stellen risico’s van voorschrijven/afleveren van middelen - welke middelen niet samen mogen - advies bij zwangerschap/borstvoeding qua middelen om te bestellen
37
Wat kun je vinden in het ApotheekKennisbank?
= databank - info over middelen van fabrikanten die verzameld is - bijsluiters in alle talen - hulpmiddelen bij afbouwen of stoppen middel - formulieren betalingsverkeer - aanvulling knmp
38
Waar staat UA-Richtlijn voor?
Uitsluitend apotheek
39
Wat kun je vinden in de UA-Richtlijn?
- vragen die je moet stellen om tot keuze te komen - alarmsignalen > je wordt verwezen naar huisarts - vragenlijst gemaakt > met patiënt doorlopen > komen op goed advies > zorg standaarden
40
Waar is het zakboekje kNMP voor?
- voor bijzondere onderwerpen - knmp info samengevat in zakboek - doseringsadviezen bij verminderende nierfunctie - advies bij middelen en effect
41
Wat doe je bij de 1 uitgifte ?
Afleveren van middel die patiënt niet eerder heeft gehad | - geldt ook voor middel die 12 maanden geleden is gegeven + zelfde middel andere dosering
42
Wat geef je bij een 1e uitgifte mee?
Groepsfolder van stichting GUI = groepsfolder uitgifte informatie
43
Wat zit er in een groepsfolder?
- speciale bijsluiter voor verschillende groepen geneesmiddelen - werking + meest voorkomende bijwerking - klachten + signalen waarvoor arts ingeschakeld moet worden
44
Bij het inbrengen van recept geef je een informatiefolder mee van het GIP wat staat daar in en waar staat het GIP voor?
GIP = Geneesmiddel Informatie Patiënt - bevat begrijpelijke taal info over middel - interactiefolder mee
45
Wat heeft een patiënt nodig bij eerste uitgifte als het computersysteem aangeeft dat het de 1e uitgifte is en het geneesmiddel heeft extra aandacht nodig?
Patiënt voorlichten
46
Welke middelen moeten nauwkeurig gedoseerd en ingenomen worden?
- anti-epilepticia - methotrexaat - digoxine - antistollingsmiddelen Ook bij > instructie injectievloeistoffen
47
Wat moet je bij de 1e uitgifte bespreken met de patiënt die inhalatietherapie nodig heeft?
Advies over gebruik | Bijsluiter mondeling bespreken
48
Waarover moet je naar de apotheek bellen als het gaat om de transdermale pleister ?
Informatie
49
Wat voor soorten etiket teksten zijn er?
- Verkeersdeelname’. Sommige geneesmiddelen hebben hetzelfde effect als een paar glazen alcohol - Kan het reactievermogen beïnvloeden’ (gele sticker) - ‘Kuur afmaken’. - ‘Heel doorslikken, niet kauwen’. - ‘Omschudden voor gebruik’. Omschudden is nodig om het geneesmiddel gelijkmatig te verdelen in een drank - ‘Rechtop zittend of staand innemen met veel water’.
50
Wat houd verstrekking bij 1e uitgifte in?
Voorschrijven van middel voor langere periode leidt tot extra verspilling bij 1e uitgifte
51
Wat is een reden dat medicatie maar voor 15 dagen wordt meegegeven ?
Lijdt tot extra verspilling doordat : - patiënt reageert niet goed op medicijn - is middel wel zolang nodig
52
Wat doe je met het recept die langer dan 15 dagen meegegeven moet worden?
Splitsen > eerst voor 15 dagen en de rest haal je op bij herhaalrecept
53
Bij welk middel geldt de 15 dagen regel niet en waarom?
Bij de anticonceptiepil > 1e x 3 maanden
54
Wanneer betaal je voor de pil?
Als je ouder bent dan 21, anders wordt het vergoed door zorgverzekeraar
55
Wanneer krijg je middelen die niet vergoed krijgt wel vergoed?
Bij chronisch gebruik = als je middel nodig minimaal 6 maanden per jaar
56
Bij welke middelen moet patiënt bij eerste x zelf betalen ?
- laxeermiddelen - middelen tegen diarree - tegen allergie
57
Wat gebeurd er met de 15 dagen bij een middel waar je niet voor vergoed bent?
15 dagen telt niet als je voor middel betaald
58
Welke middelen worden steeds vaker niet meer vergoed in je basispakket?
- paracetamol + codeine - ibuprofen in lage dosering - maagzuurremmers > alleen bij chronisch gebruik wel _ langer dan 6 m
59
Wanneer kunnen slaapmiddelen en kalmeringsmiddelen wel vergoed worden?
Onder speciale voorwaarde
60
Wat moet je doen bij de 2e uitgifte ?
- patiënt vragen naar ervaring - vragen naar bijwerkingen - gericht advies geven = helpt patiënt motiveren therapie doorzetten
61
Door wat vraag je naar ervaring bij de 2e uitgifte
Door medicatiebewakingssignalen
62
Wat is afwijkend daggebruik?
Onbedoelde/ongewenste verandering in voorgeschreven geneesmiddel bij vervolgrecept
63
Bij wat voor verandering in daggebruik geeft het Apotheeksysteem een afwijkend daggebruik aan?
Per dag 1 tablet voor de nacht / 1 maal daags 1 tablet voor de nacht
64
Wat gebeurt er bij een middel als er sprake is van doseringswijziging ?
- Verhoog door onvoldoende effect | - verlagen door teveel bijwerkingen
65
Wat is aansluitend daggebruik ?
Geneesmiddel wordt niet volgens voorschrift ingenomen > sprake van verminderende therapietrouw
66
Waar komt aansluitend daggebruik veel voor?
Bij chronische aandoeningen > weinig effect
67
Bij welke middelen komt verslaving en gewenning veel voor?
Slaapmiddelen en kalmeringsmiddelen + luchtverwijdende middelen
68
Wat is dubbelmedicatie?
Gelijktijdig gebruik van 2 of meer geneesmiddelen met Dezelfde samenstelling en toedieningsvorm
69
Wat is psuedodubbelmedicatie?
gelijktijdige gebruik van 2/ meer geneesmiddelen met verschillende samenstellingen in zelfde/ verschillende toedieningsvormen met dezelfde farmacotherapeutische werking.
70
Wanneer vind (pseudo)dubbelmedicatie plaats?
als patiënt geneesmiddelen door verschillende artsen krijgt voorgeschreven, specialist en de huisarts, maar ook een waarnemende arts in avond- of weekenddienst.
71
Hoe wordt pseudodubbelmedicatie aangegeven in in Apotheeksysteem?
Therapie groep aanwezig
72
Wat kan een reden zijn van wijziging bij pseudodubbelmedicatie bij het gesprek?
ene middel onvoldoende werkzaam is of te veel bijwerkingen geeft
73
Wat vraagt de arts bij pseudodubbelmedicatie en wat doet de arts daarna?
- patiënt vragen waarom die middel gebruikt | - Arts wijzigt therapie = medicijnen inleveren
74
Uit wat voor groep komen kalmeringsmiddelen en slaapmiddelen?
Benzodiazepinen
75
Waar staat de NHG voor
Nederlandse huisartsen genootschap
76
Wanneer kun je ook dubbelmedicatie als signaal krijgen bij het bestellen van voorraad middelen?
Als je bij verschillende fabrieken besteld
77
Het kan ook zijn dat een verkeerd product in het apotheekinformatiesysteem is gekozen. Wat geeft het computersysteem aan?
Afwijkend product
78
Kun je dubbelmedicatie afleveren?
Nooit!
79
Kun je pseudodubbelmedicatie afleveren?
Kan voorkomen > heeft nadelen = dosis verhogen of ander middel voorschrijven
80
Wat zijn de nadelen van pseudodubbelmedicatie?
kans op bijwerkingen + overdosering = dosering handmatig controleren