Frans- Ned Flashcards
(37 cards)
1
Q
Une bêtise
A
Een stommigheid
2
Q
Une blague
A
Een grap, een mop
3
Q
Une cible
A
Een doelwit
4
Q
Le cyberharcèlement
A
Het cyberpesten
5
Q
Une menace
A
Een bedreiging
6
Q
Une personne
A
Een persoon
7
Q
La peur
A
De angst
8
Q
Une plateforme
A
Een platform
9
Q
La popularité
A
De populariteit
10
Q
La pression
A
De druk
11
Q
Un secret
A
Een geheim
12
Q
Le sexting
A
De sexting
13
Q
Un sexto
A
Een seksueel getint bericht
14
Q
Un témoignage
A
Een getuigenis
15
Q
Une victime
A
Een slachtoffer
16
Q
Amoureux, amoureuse
A
Verliefd
17
Q
Blessant (e)
A
Kwetsend
18
Q
Humiliant (e)
A
Vernederend
19
Q
Menaçant
A
Bedreigend
20
Q
Renfermé(e)
A
Gesloten
21
Q
Violent (e)
A
Gewelddadig
22
Q
Embêter
A
Lastigvallen
23
Q
Expérimenter
A
Experimenteren
24
Q
Flirter
A
Flirten
25
Harceler
Pesten
26
Inciter à
Aanzetten tot
27
Insulter
Beledigen
28
Menacer
Bedreigen
29
S’excuser
Zich excuseren
30
Se rendre compte
Beseffen
31
En ligne
Online
32
En sortir
Eruit geraken
33
Être confronté à
Geconfronteerd worden met
34
Porter plainte contre quelqu’un
Klacht neerleggen tegen iemand
35
Prendre pour cible
Als doelwit nemen
36
Se disputer avec quelqu’un
Ruzie maken met iemand
37
Le harcèlement
Het pesten
