Frans V5, Voca 127 - 156 Flashcards
(29 cards)
1
Q
affaibilir
A
afzwakken
Maar het is niet zo erg
2
Q
relativiser
A
relativeren
Maar het is niet zo erg
3
Q
contredire
A
tegenspreken
Maar het is niet waar
4
Q
opposer
A
afzetten tegen
maar het is niet waar
5
Q
appuyer
A
ondersteunen
vaak met een voorbeeld
6
Q
renforcer
A
versterken
7
Q
illustrer
A
illustreren
voorbeeld geven
8
Q
donner des examples
A
voorbeelden geven
9
Q
montrer
A
tonen
door een voorbeeld te geven
10
Q
décrire
A
beschrijven
11
Q
donner la cause
A
de oorzaak geven
12
Q
donner la conséquence
A
het gevolg geven
13
Q
comparer
A
vergelijken
14
Q
conclure
A
concluderen
15
Q
confirmer
A
bevestigen
16
Q
élaborer
A
uitbreiden
17
Q
expliquer
A
uitleggen / verklaren
18
Q
préciser
A
verduidelijken
19
Q
répéter
A
herhalen
20
Q
résumer
A
samenvatten
21
Q
adapter
A
aanpassen
22
Q
décrire
A
beschrijven
23
Q
donner
A
geven
24
Q
encourager
A
aanmoedigen
25
imposer
indruk te maken op
26
inciter
aanzetten tot
27
introduire
introduceren
| nieuw thema of onderwerp text
28
prouver
bewijzen
29
souligner
onderstrepen