franse woordjes 2 Flashcards
(65 cards)
1
Q
verschillende
A
plusieurs
2
Q
een stuk
A
un morceau
3
Q
de helft
A
la moitié
4
Q
ja, de meeste leerlingen waren daar
A
Oui, la plupart des élèves étaient là.
5
Q
smal
A
étroit(e)
6
Q
gestreept
A
rayé(e)
7
Q
vuil
A
sale
8
Q
snel, vlug
A
rapide
9
Q
leeg
A
vide
10
Q
de wol
A
la laine
11
Q
sjaal
A
écharpe
12
Q
ik heb mijn boekentas verloren
A
j’ai perdu mon cartable
13
Q
indrukwekkend
A
impressionnant
14
Q
een soort
A
une espèce (de)
15
Q
kutta
A
gurshan
16
Q
een kerel
A
un type
17
Q
een kind
A
un(e) gosse (mot familier)
18
Q
een bejaarde
A
une personne âgée
19
Q
een oude man
A
un vieillard
20
Q
getrouwd zijn
A
être marié(e), mariée
21
Q
jongste
A
cadet, cadette
22
Q
bandar
A
shan
23
Q
een neefje
A
un neveu
24
Q
een nichtje
A
une nièce
25
talrijk
nombreux, nombreuse
26
ben jij enige dochter? dat wist ik niet
Tu es fille unique? Je ne savais pas
27
Sofie is de oudste van de familie
Sofie est l'aîné de la famille
28
slank
mince
29
mager
maigre
30
oud, bejaard
âgé(e)
31
lelijk
laid(e)
32
lelijk
moche (familier)
33
wegen
peser
34
ernstig
sérieux
35
vriendelijk
gentil(le)
36
slim, sluw, listig
malin, maligne
37
onschuldig
innocent(e)
38
voorzichtig
prudent(e)
39
begaafd
doué
40
aanleg, talent hebben voor
être doué pour
41
vrolijk, opgewekt
gai(e)
42
beleefd
poli
43
spontaan
spontané
44
eigenaardig, vreemd, raar
bizarre
45
eigenaardig vreemd raar
étrange
46
verstrooid
distrait(e)
47
lui
paresseux, paresseuse
48
slechtgezind zijn
être de mauvaise humeur.
49
onaangenaam
désagréable
50
verwend
gâté
51
onbeleefd
impoli
52
onuitstaanbaar
insupportable
53
onhandig
maladroit
54
verwaand
prétentieux
55
streng
sévère
56
snobistisch
snob (invariable)
57
koppig
têtu
58
verlegen
timide
59
in staat zijn tot
être capable de
60
schijnen, lijken
sembler
61
een stiekemerd
un cachottier/ une cachottière
62
een onvoorzichtig iemand
un imprudent
63
ze is 2 jaar ouder dan ik
elle a deux ans de plus que moi
64
goed gekleed zijn
être bien habillé
65
gurshan
shona munda