fysiologie

Question 1

reactievermogen

Answer 1

prikkelbaarheid

Question 2

reactievermogen

Answer 2

vermogen tot aanpassingen aan omgeving

Question 3

differentiatie

Answer 3

specialisatie van afzonderlijke cellen zodat ze bepaalde functies kunnen vervullen

Question 4

stofwisseling

Answer 4

metabolisme

Question 5

stofwisseling

Answer 5

alle chemische reacties in het lichaam

Question 6

respiratie

Answer 6

opname, vervoer en verbruik van zuurstof door cellen

Question 7

uitscheiding

Answer 7

excretie

Question 8

uitscheiding

Answer 8

onnodige of mogelijk schadelijke afvalstoffen ontstaan bij stofwisseling verwijderen uit het lichaam

Question 9

anatomie

Answer 9

opensnijden

Question 10

anatomie

Answer 10

studie inwendige en uitwendige structuren en fysieke relaties tussen lichaamsdelen

Question 11

orgaanstelsel

Answer 11

groep organen die samen op gecoördineerde wijze samen functioneren

Question 12

cytologie

Answer 12

celleer

Question 13

histologie

Answer 13

weefsels onderzoeken

Question 14

fysiologie

Answer 14

studie van manier waarop levende organismen hun vitale functies verrichten

Question 15

homeostase

Answer 15

streven naar intern evenwicht

Question 16

hoofd

Answer 16

cefaal

Question 17

cranium

Answer 17

schedel

Question 18

gezicht

Answer 18

faciaal

Question 19

voorhoofd

Answer 19

frontaal

Question 20

oculus

Answer 20

oog

Question 21

wang

Answer 21

buccaal

Question 22

auris

Answer 22

oor

Question 23

nasus

Answer 23

neus

Question 24

os

Answer 24

mond

Question 25

kin

Answer 25

mentaal

Question 26

cervix

Answer 26

hals/nek

Question 27

axilla

Answer 27

oksel

Question 28

brachium

Answer 28

arm

Question 29

elleboog

Answer 29

cubiti

Question 30

antebrachium

Answer 30

voorarm

Question 31

carpus

Answer 31

pols

Question 32

pollux

Answer 32

duim

Question 33

palma

Answer 33

handpalm

Question 34

digiti

Answer 34

vingers

Question 35

phalanges

Answer 35

vingers

Question 36

patella

Answer 36

knieschijf

Question 37

onderbeen

Answer 37

cruris

Question 38

tarsus

Answer 38

enkel

Question 39

phalanges

Answer 39

tenen

Question 40

hallux

Answer 40

grote teen

Question 41

thorax

Answer 41

borstkas

Question 42

mamma

Answer 42

borst

Question 43

abdomen

Answer 43

buik

Question 44

umbilicus

Answer 44

navel

Question 45

pelvis

Answer 45

bekken

Question 46

lies

Answer 46

inguinaal

Question 47

schaamstreek

Answer 47

pubicus

Question 48

femur

Answer 48

bovenbeen

Question 49

pes

Answer 49

voet

Question 50

acromion

Answer 50

schouder

Question 51

dorsum

Answer 51

rug

Question 52

olecranon

Answer 52

elleboog

Question 53

lumbus

Answer 53

lendenen

Question 54

gluteus

Answer 54

bil

Question 55

popliteus

Answer 55

knieholte

Question 56

kuit

Answer 56

suraal

Question 57

calcaneus

Answer 57

hiel

Question 58

planta

Answer 58

voetzool

Question 59

anatomische positie

Answer 59

handen naast lichaam met palmen naar voren en voeten bij elkaar

Question 60

transversaal vlak

Answer 60

horizontaal vlak

Question 61

frontaal vlak

Answer 61

coronale vlak

Question 62

sagittaal vlak

Answer 62

verdeelt lichaam in linker- en rechtergedeelte

Question 63

aanwijzing

Answer 63

objectief waarneembare of meetbare fysieke indicatie voor een ziekte

Question 64

anatomie

Answer 64

studie van de bouw van het lichaam

Question 65

diafragma

Answer 65

grote spierplaat die borstholte van buikholte scheidt

Question 66

diafragma

Answer 66

middenrif

Question 67

negatieve terugkoppeling

Answer 67

correctiemechanisme dat een variatie buiten de normale grenzen tegengaat of omkeert en de homeostase herstelt

Question 68

organen

Answer 68

combinaties van weefsels die complexe functies uitvoeren

Question 69

pleurale holten

Answer 69

gedeelte van borstholten die de longen bevatten

Question 70

positieve terugkoppeling

Answer 70

mechanisme waardoor een afwijking buiten de normale grenzen na een aanvankelijke prikkel wordt versterkt

Question 71

prikkel

Answer 71

verandering in omgeving die leidt tot aanpassing in celactiviteit

Question 72

symptoom

Answer 72

klinische term voor afwijken van functioneren als gevolg van ziekte

Question 73

viscera

Answer 73

de organen in de ventrale lichaamsholte