G18 Flashcards

1
Q

Beschrijf (in symbolen en in woorden):

vermenigvuldigen in commutatief in Z

A

a, b E Z, a . b = b . a

betekenis:
je mag factoren van plaats wisselen als je gehele getallen vermenigvuldigt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Beschrijf (in symbolen en in woorden):

vermenigvuldigen in associatief in Z

A

a, b, c E Z, (a . b) . c = a . (b .c) = a . b . c

betekenis:
je mag de haken rond de factoren verplaatsen, weglaten of toevoegen als je gehele getallen vermenigvuldigt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

de rol van 0 bij het vermenigvuldigen van gehele getallen:

beschrijf in woorden, symbolen en wat betekent het

A

woorden:
0 is het opslorpend getal voor vermenigvuldigingen in Z

symbolen:
a E Z, a . 0 = 0 = 0 . a

betekenis:
het product van elk geheel getal en 0 is altijd 0

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

wat zijn de 4 eigenschappen van het vermenigvuldigen in Z

A
  1. commutatief
  2. associatief
  3. 0 is het opslorpend getal
  4. 1 is het neutraal getal
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

de rol van 1 bij het vermenigvuldigen van gehele getallen:

beschrijf in woorden, symbolen en wat betekent het

A

woorden:
1 is het neutraal getal voor vermenigvuldigingen in Z

symbolen:
a E Z, 1 . a = a = a . 1

betekenis:
het product van elk geheel getal en 1 is altijd gelijk aan dat getal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly