Gang Flashcards

(626 cards)

1
Q

Volgende

A

Next

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Bij

A

At

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Viert (vieren)

A

Celebrate

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Verjaardaag

A

Birthday

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

gefeliciteerd

A

Congrats

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Elkaar

A

Each other

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Prettig me je kennis te maken

A

Pleased to meet you

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Will graag

A

Would like

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Neem (nemen)

A

Have (take)
Ik neem cola

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Roep

A

Call

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Mag (mogen)

A

May
Mag ik

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Bestellen

A

Order

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Hetzelfde

A

The same

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Nog maar

A

Another

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Betaal

A

Pay

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Afrekenen

A

Pay

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Daarom

A

That’s why

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Ik weet het niet

A

I don’t know

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Ik wil graag

A

I would like

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Op je verjaardag

A

Happy birthday

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

ik moet weg

A

I have to leave

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Na

A

After

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Iets

A

Something

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Direct

A

Right now

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Ervandoor
Away/off Ik moet ervandoor
26
Gauw
Quickly
27
Wensen
Wish
28
Doe de groeten aan
Say hello to
29
Komt tegen
Meet
30
Geleden
Ago
31
Het gaat wel
Alright
32
Belangrijk
Important
33
Een paar dagen
A few days
34
veel
Many
35
Kijken naar
Look at
36
Afspreken
Make an appointment/ set a date
37
Dan
Then
38
Blijf
Stay
39
Hartstikke
Very/completely Hartstikke leuk
40
Waar
Where True Truthful
41
voorstellen
Suggest Propose Ik stel me voor aan de nieuwe collega Zij hebben zich voorgesteld aan de klanten.
42
De Beurt
Turn Wie is er aan de beurt?
43
Zeg het maar
Name it
44
Gele, geel
Yellow
45
Mooie
Nice
46
Tuurlijk
Naturally, of course
47
Anders nog iets?
Anything else? Verder nog iets?
48
Het gerecht
Dish
49
Heerlijk
Delicious
50
Vaak
Often
51
Heb nodig
Need
52
Ongeveer
About
53
Genoeg
Enough Voeldonde
54
Waarnaartoe?
Where to?
55
Geeft niet
Doesn’t matter
56
Tasje erbij?
A bag with it?
57
Wat kost
What kost/is het? Hoeveel kost/kosten Hoe duur
58
Smakelijk
Tasty
59
Het raam
Window
60
Tafel
Table
61
Alvast
In the meantime, already
62
Alleen
Only Just
63
Toch
However
64
Doe toch maar
Go ahead
65
Mes, fork, lepel
Knife, fork, spoon
66
Moeilijk
Difficult
67
Houdd van
Like
68
Proef
Try
69
Laat de rest maar zitten
leave the rest
70
Kleding
Clothes
71
De zaak
Store
72
Spijkerbroak
Jeans
73
Soms
Sometimes
74
Wat voor
What kind of
75
Licht
Light
76
Laag
Low
77
Verschillend
Different
78
Allebei
Both
79
Maar even
Just
80
Ergens
Somewhere
81
Passen
Try on Clothes
82
Hem
It
83
Eventueel
If necessary
84
Ruilen
Exchange Wissel
85
Binnen
Within
86
Liggen
Lie Hier liggen de t-shirts
87
Allerlei
All kinds of
88
Beslissen
Decide Besluiten
89
Staat me het best
Suits me best
90
Draag
Wear Wat draagt hij? Wat heeft hij aan?
91
Even klein als
As small as
92
Veel, meer, het meest
Many, more, the most
93
Weinig, minder, het minst
Few, less, the least
94
Graag, liever, het liefst Even graag als
As much as
95
Her Herhalen Herstellen Herdoen
Again (re) Repeat Repair Redo
96
Woonruimte
Accomadation
97
Samenwonen
Live together
98
Bepaald
Certain, specific Bepaald type
99
Tuin
Garden
100
Bovenwoning, benedenwoning
Upstair flat, ground floor flat
101
Mogelijkheden
Possibilities Options
102
Formulier
Form
103
Laten zien
Show
104
Derde
Third
105
De verdieping
Floor Storey
106
Dicht bij
Close to
107
Het park
Park
108
Het centrum
City center
109
Vierkante
Square
110
Ruim, ruime
Spacious
111
De gang
Passage, way
112
Eenvoudige
Simple
113
Hoeven
Need
114
Gebruiken
Use
115
Geschikte
Suitable
116
Het huis
House
117
Want
Because
118
Gemeubileered
Furnished
119
Kasten
Cupboards
120
Huur
Rent
121
Verhuren
To let out
122
Het bureau
Desk
123
Bank
Sofa
124
Het voordeel
Advantage
125
Zonning
Sunny
126
Overleggen
Discuss Bespreken
127
Zo snel mogelijk
Asap
128
Het bad
Bath
129
Oud
Old
130
Buurt
Neighborhood
131
Stoel
Chair
132
Het bed
Bed
133
Muur
Wall Tegen de muur
134
Naast
Next
135
Tegenover
Opposite
136
Boven, onder
Above, under
137
Tussen
Between
138
Huisarts
Gp
139
Wat is er aan de hand?
What’s wrong? Doctor
140
Zoals
As Zoals u ziet; as you see
141
Arm, het been, buik, rug, het gezicht
Arm, leg, stomach, back, face
142
Jeuken
Itch
143
Verschrikkelijk
Terrible
144
Van alles
Everything
145
Overdag
During the day
146
Klant
Cliet
147
Geweest
Been
148
Het wedstrijdje
Match
149
Daarna
After that
150
Bijzonders
Special Hebt u iets bijzonders gegeten?
151
Afgelopen
Past, past few Afgelopen dagen
152
Verget
Forgot
153
Emmers
Buckets
154
Vorig
Last Vorig jaar
155
Klacht
Complaits Hebt u nog andere klachten?
156
Lijkt op
Looks like
157
Zalf
Oitment
158
Krab
Scratch
159
Huid
Skin
160
Kapot
Open
161
Sterkte
Good luck
162
Geef mee
Give
163
ik heb last van mijn keel
My throat hurts I have trouble with my throat Last keel: sore throat
164
ik voel me niet goed
I am not feeling well
165
Mond
Mouth
166
Het oog, het oor
Eye, ear
167
beterschap
Get well soon
168
Ochtend
6-12 morning
169
Ontmoet
Meet
170
Oefening
Excercise
171
Inderdaad
Indeed
172
Duidelijk
Clearly
173
Gebeuren Gebeurd
Happen
174
Vallen
Fall Gevallen
175
Regenen
Rain
176
Glad
Slippery
177
Recht afslaan
Turn right
178
Gleed weg
Slip
179
Afbreken
Break
180
Scheef
Crooked
181
Mankeren Wat zou hij mankeren? Ik mankeer niks.
Lack, ail What could be wrong with him? Nothing wrong with me.
182
Zo’n
Such as
183
Bedoelen
Mean
184
De trapper
Pedal
185
De trapper
Pedal
186
Banden
Tyres
187
Verstaan
Hear, understand Begrijp Verstond, heb verstaan Ik heb de vraag niet goed verstaan
188
Helemaal
Completely
189
Maak orde
Fix
190
De rem
Brake
191
Deden
Worked
192
Leren
Learn
193
Klaar
Ready
194
Het feest
Party
195
Beteken
Mean
196
Gesloten
Closed
197
Ophalen
Collect
198
Het wiel, het stuur, het zadel
Wheel, handlebar, seat
199
Begrijp
Understand Verstaan
200
Hopen
Hope Ik hoop
201
Nog geen
Not yet
202
Het kaartje, het festival
Ticket, festival
203
Gek
Crazy
204
Herinneren
Remember Onthouden Ik herriner het ME! Ik kan het mij goed herrineren
205
Vergist
Mistake
206
Bedrijf
Company
207
Kantoor
Office
208
Eigen baas
Own boss
209
Keer
Time Nog een keer
210
Taart
Cake
211
Taart
Cake
212
Het bedrijf
Company
213
Druk
Busy
214
Verveel me
Am bored
215
Het accent
Accent
216
Nooit
Never
217
Het buitenland
Abroad
218
Duits
German
219
Dat klopt
That’s right
220
Sinds kort
Recently
221
Het bevalt me
I enjoy it
222
Studeer
Study
223
Het bijbaantje
Job on the side
224
Gewoon
Just
225
Gewoon
Just
226
Begrijp
Understands
227
Iedere
Each/every
228
Niet echt
Not really
229
Reis
Trip
230
Opschrijven
Write down
231
Praten
Speak
232
Het papier
Paper
233
Onthouden
Remember
234
Wat toevalling
What a coincidnece
235
Het station
Station
236
Bent u hier bekend?
Do you know here?
237
Bekend
Known
238
Voorbijganger
Passer by
239
Te
Too
240
Lopen
Walk
241
Zeker
Certainly
242
Vanaf
From
243
Hebt geluk
Are lucky
244
Aankomen
Arrive Komt aan
245
Net
Just
246
Het stuk
Short distance
247
Instappen
Step in Board
248
Ingang
Entrance
249
Ingang
Entrance
250
Oversteken
Cross
251
De balie
Information desk
252
Portier
Doorman
253
Ga op/ ga af
Go up Go down
254
Linksaf Rechtsaf
Turn left Turn right
255
Herkent
Recognize
256
Neemt mee Meenemen
Take
257
Ga om
Turn
258
Plattergrond
Map
259
De hoek
Corner
260
Het bordje
Sign
261
Volgen
Follow
262
Volgen
Follow
263
Makkelijk
Easy
264
Linkerkant Rechterkant
To the left To the right
265
Richting
Direction
266
Rechtdoor
Straight ahead
267
Moest
Past of moet
268
Vroeg
Early Ik ben wel een beetje vroeg
269
Verontschuldigen
Apologize
270
Weer
Weather
271
Ik ben toe aan mooi weer
I am ready for good whether
272
Nat
Wet
273
Ik ben verkouden
I have cold
274
Verwarming
Heating
275
Belanchelijk
Ridiculous
276
Geloof
Believe Ik geloof het nog niet
277
Schijnen
Seems Het schijnt morgen mooi weer te worden
278
Een doos bonbons
A box of chocolates
279
Een dos bloemen
Bunch of flowers
280
Zetten
Put Wil jij de bloemen in een vaas zetten?
281
Snijd Afsnijd
Cut Cut off Ik zal ze afsnijden
282
Meestal
Usually
283
Gezeling
Sociable, pleasant
284
Het ongeluk
Accident
285
Verdriet
Grief
286
Dood
Death We hebben veel verdriet om zijn dood gehad
287
Lachen
Laugh
288
Volgens Volgens mij
According to In my opinion
289
Schuur
Shed Kom dan maar even mee naar de schuur
290
Kom mee Meekomen
Come Kom dan maar even mee naar de schuur
291
Worden
Become
292
Verkeer
Traffic
293
Zich inschrijven
Enrol Register
294
Het lid
Member
295
Het abonnement
Subscription
296
Het verschil
Difference
297
Lid worden
Become a member
298
Opzeggen
Cancel
299
Het bedrag
Amount
300
Beide
Both
301
Beide
Both
302
Onbeperkt
Unlimited
303
Aanbieding
Offer Ik zou je een koffie aanbieden als je tijd had.
304
Het procent
Percent
305
Conditie
Fitness Physical condition
306
Verbeteren
Improve
307
Spieren
Muscles
308
Versterken
Strengthen
309
Het gewicht
Weight
310
Verliezen
Lose
311
Het doel
Goals, targets
312
Trouwen
Marry
313
Liefde
Love
314
Het leven
Life
315
Aantrekkelijk
Attractive
316
Krachttraining
Weight training
317
Waarschijnlijk
Probably
318
Het rooster
Schedule
319
Het rooster
Schedule
320
Bieden aan Aanbieden
Offer
321
Virtuele
Virtual
322
Veranderen
Change
323
Op die manier
In that way
324
Regelmatig
Regularly
325
Sturen
Send
326
Het nieuws De brief
News Letter
327
Klinkt Klinken
Sounds
328
Gaat in Ingaan
Come in (becomes effective)
329
Het buikspierkwartier
Abs workout
330
Meteen
Straightaway Je kunt meteen meedoen
331
Meedoen
Join in Je kunt meteen meedoen
332
Aandoen
Put on, turn on (light) Dan ga ik direct mijn sportkleding aandoen
333
Maak klaar Klaarmaken
Prepare
334
Het pasje
Card
335
Verkopen
Sell
336
De automaat Het muntgeld
Vending machine Cash
337
Het saldo
Balance
338
Veel plezier
Have fun
339
Bang
Afraid
340
Straks
Soon Je kunt het straks ophalen
341
Nogal
Quite, rather Je bent nogal wat van dan
342
Kracht
Strength, power
343
Het openbaar vervoer
Public transport
344
Ging
Went Het ging allemaal prima
345
Het vliegtuig
Airplane
346
Duurde Duren
Lasted
347
Helaas
Unfortunately die moest helaas werken
348
Logeren leuk dat je bij ons komt logeren
Stay nice that you are coming to stay with us
349
Veilig
Safe
350
Geweldig
Fantastic
351
Vertrek
Leave
352
Net als
Just like Net als vroeger; just like old days
353
Weinig
Few
354
Wei
Field
355
Berg
Mountain
356
Gewend
Used to Wenen: accustom Hij zal eraan moeten wennen
357
Opletten
Pay attention
358
Lucht
Sky
359
Het gebied
Area
360
Het schilderij
Painting
361
Molen
Windmill
362
Weltrustem
Sleep well
363
Maak wakker
Wake up you
364
Moe
Tired
365
Zo meteen
Very soon
366
Dromen
Dream
367
Uitgerust
Rested
368
Het eiland
Island
369
Sta op
Get up Ik moet morgen vroeg opstaan
370
Tijdens
During
371
Gewoon
Ordinary
372
Het colege Het tentamen
Lecture Exam
373
Wist
Knew Past tense of weet
374
Geschiedenis
History
375
Het ontbijtje Het avondeten
Breakfast Dinner
376
De storing
Fault
377
Kwijt gegevens
Lost data
378
VReemd
Strange
379
Ontzettend
Really, very
380
Komt trug
Come back Trugkomen
381
Lust
Fancy Ik lust wel een kopje thee
382
Rustig
Quiet
383
Behalve
Besides Behalve het vaste publiek
384
Vaste publiek
Regular audience
385
Het deel
Part, episode
386
Uitnodigen Uitgenodigd
Invite Invited
387
Toets
Key Touch
388
Verbind
Connect
389
Portemonnee
Wallet Purse
390
Aangifte doen
Report Ik wil aangifte doen
391
Zulk
Such
392
Toen
When Toen ik wilde afreken
393
Overal Nergens Ergens
Everywhere Nowhere Somewhere
394
Omdat
Because
395
Herinner
Remember Onthouden
396
Steeds
Always
397
Zodat
So that
398
Viel
Fell Vallen
399
Dader
Culprit
400
Terwijl
While
401
Namelijk
It so happens
402
Slim
Clever
403
Ziet eruit
Looks like Eruitzien
404
In ieder geval
Anyway
405
Verder
Otherwise
406
Het rijbewijs
Driver’s license
407
Handig
Handy
408
De rekening
Account
409
Vervelend
Annoying
410
Zodra
As soon as
411
Eerlijk
Honest
412
Onmiddelijk
Immediately
413
Hoewel
Although
414
Hoezo
How come
415
je weet maar nooit
You never know
416
Voordat
Before
417
Laten weten
Let know
418
Let op
Pay attention Let hier ook op bij elkaar Also Pay attention to this together
419
Sommige
Some Wat Iets Een beetje
420
Geldig
Valid
421
Wat doet u het liefst als het regent?
What do you like to do when it rains? Het liefts!
422
Liever
Rather Graag, liever, liefst Ik kijk liever naar films met ondertiteling
423
Liefst
Preferably, the best Graag, liever, liefst ik werk het liefst 's avonds bij voorkeur; het kost maar liefst tweeduizend euro niet minder dan
424
Ik wilde het liefst in de volletijddienst blijven, maar hoe zou ik dat ooit kunnen?
I wanted to stay in full-time service, but how could I ever do that?
425
Mijn man doet zijn werk het liefst alleen.’ Op dit moment wilde ze het liefst alleen zijn.
My husband prefers to do his chores alone.” Right now what she wanted most was to be alone
426
Ze wilde haar moeder het liefst de waarheid vertellen.
She wanted to tell her mother the truth.
427
Ze wilde haar moeder het liefst de waarheid vertellen.
She wanted to tell her mother the truth.
428
Reageer
Reply, respond Reageren Reageerde Heb reageerd
429
Wissel
Exchange Wissel van rol
430
Voordeel Nadeel
Advantage Disadvantage Noem van elke fiets een voordeel en een nadeel
431
Leeftijd
Age Op welke leeftijd kon jij lezen?
432
Verzetten
Postpone Afspraak verzetten
433
Opleiding
Course
434
Redding
Rescue
435
Bijvoorbeeld
For example
436
Bijvoorbeeld
For example
437
Zien eruit
Look like Hoe zien de kleren eruit?
438
Bijwerken
Update We hebben de website bijgewerkt.
439
Bijwerken
Update
440
Of
Or, whether, if U vraagt of hij met u wil ruilen
441
Delen, deel
Share We delen dezelfde interesses
442
Griep
Flu
443
Zwaar
Heavy Difficult Hard Het was heel zwaar
444
Gesprek (het)
Conversation
445
Tandarts
Dentist
446
Kiespijn
Toothache
447
Noodnummer
Emergency number
448
Solliciteren
Apply
449
Bestaat uit
Exists Consist of Een cv bestaat uit de volgende punten:
450
Vrijwilligerswerk
Volunteer work
451
Overig
Other
452
Cursusgids
Course guide
453
Praktische zaken
Practical issues/affairs
454
Uiterlijk 2 weken voor
No later than 2 weeks before
455
Belangstellenden
Interested parties
456
Bereiken
Reach Bereikbaar: reachable
457
Uitnodiging
Invitation
458
Bomen
Trees
459
Bespreken
Discuss Besprak, besproken
460
Vergadering
Meeting
461
Ontvangst
Reception (party)
462
Werkgelegenheid
Work opportunities
463
Veiligheid
Safety
464
Opgeven
Report Quit, give up Wij gaven elkaar nooit op in moeilijke tijden
465
Folder
Flyer
466
Zoveel … als
As much as
467
Durf
Dare
468
Steeds
Still Ik vind het nog steeds moeilijk
469
Door
Through By Dat doe ik door de taal gewoon te gebruiken
470
Afmaken
Finish Afgemaakt Ik heb de cursus afgemaakt
471
Slagen
Pass Ik ben geslaagd voor mijn examen
472
Slagen
Pass Ik ben geslaagd voor mijn examen
473
Nogmaals
Once more
474
Vervang
Replace Hier kunt u vind wie uw huisarts vervangt tijdens vakanties.
475
Noodgevallen
Emergencies
476
Schuift
Slides
477
Vreemde
Strange
478
Hardop
Aloud
479
Door elkaar
Mixed together
480
Volgorde
Order
481
Midden
Middle
482
Daroomheen
Around it
483
Dweilen
Moping We dweilen de winkel twee keer per week
484
Schoonhouden
Keep clean Vies vers schoon
485
Voldoende
Enough Mijn verklaring was niet voeldonde
486
Ziektes
Diseases
487
Bestemming
Destination, goal Vakantiebestemming
488
Stofzuigen
Vaccuuming Stofzuig de winkel voordat je naar huis gaat
489
Wasgoed ophangen
Hanging up laundry
490
Bedden verschonen
Changing bed
491
Overhemden strijken
Ironing shirts
492
Vullen of leeghalen
Filling and emptying Hij is aan het leeghalen Graag uw zakken leeghalen
493
Ramen zemen
Clean windows Zeem maar de ramen
494
Afwassen
Wash up Omdat jij hebt de etenavond gekookt, zal ik de afwas doen.
495
Verplicht
Mandatory, required Het is verplicht je veiligheidsgordel te dragen
496
Aanwezig
Present De aanwezigheid van all leden is verplicht
497
Gevaar
Danger Gevaren Het is gevarlijk
498
Tevoren
Before Hij had zijn instructies de avond tevoren gekregen
499
Doornemen
Review, go through Jij hebt het rapport all doorgenomen. Jij neemt het boek door voordat je naar bed gaat
500
Aanmelden
Register We melden ons aan voor het evenement
501
VoorStellen zich
Introduce oneself Hij stelde zich niet voor
502
Stellen zich
Introduce oneself Hij stelde zich niet voor
503
Beweren
Claim Ik durf te beweren Ik beweer
504
Allergaaf
All rounder Allergaafste bijbaan
505
ik ben heel zeker van mijn zaak
I am very sure of myself
506
Creeert
Creates
507
Enkele
Single, only geen enkele dag hetzelfde is no day is the same
508
Groeien
Grow Ik ben opgegeroeid in een klein dorpje. Ik groei nog steeds, zelfs op mijn leeftijd
509
Verdien
Earn Ik verdien evenveel als mijn broer die voltijd werkt.
510
Behalen
Achieve Ik behaal goed resulten op school. Jij hebt het diploma behaald
511
Afwijken
Differ, deviate De resulten wijken af van wat we hadden verwacht We zijn nooit afgeweken van onze principes, hoe moielijk de situatie ook was.
512
Terughangen
Hang back Jij hangt the sleutels terug op het haakje Wij hebben kledingstukken terughangen in de kast
513
Terugbetalen
Refund, repay, give back Zij betalen hun schulden niet terug. Ik heb de geleende boeken terugbetaald.
514
Lenen
Borrow, lend Ik wou het boek van de bibliotheek geleed maar het was niet beschikbaar.
515
Gelegenheden
Opportunities Kans
516
Koelkast, oven, wasbak, bak
Fridge, oven, sink, bin
517
Tegenkomen
Come across, met Wie kwam je gisteren tegen?
518
scheidbaar
Separable
519
Gedrag
Behaviour Rustig gedrag
520
Toelaten
Permit, allow Zij laten de kinderen toe om buiten te spelen. We hebben jullie toegelaten in ons team.
521
Breed
Wide, vast, broad De brede rivier stroomt traag
522
Traag
Slow Het systeem loopt traag. Een beetje aan de trage kant.
523
Traag
Slow Het systeem loopt traag. Een beetje aan de trage kant.
524
Afgelegen
Remote, far
525
Uitdaging
Challenge, dare
526
Toe zijn
Be ready Ik ben toe aan mooi weer
527
Mening
Opinion Mening vragen Mening geven
528
Liedje, filmpje
Song, video Popliedjes, Nedelands liedjes
529
Liedje, filmpje
Song, video Popliedjes, Nedelands liedjes
530
Afzetten
Depose, deposit Afzet: sales Tegenover zetten
531
Plaatje
Picture
532
Turnen, wielrennen
Gymnastics, cycling
533
Ik doe voetbal aan want het een teamsport is en het buiten is. Ik speel voetbal elk weekend op zondag.
Which sport do you like.
534
welke school past het best?
which school suit you best
535
Je ZULT het morgen wel voelen Je conditie ZAL wel snel verbetteren
Pay attention to the use of zal
536
Afwissel
Alternate Ik wissel krachttraining en cardio af
537
Daardoor
Because of that, through that
538
Ontspanen
Relax Door spot kan ik me ontspanen
539
Anderhalf
Anderhalf jaar geleden
540
Bereikt
Reach Ik heb mijn doel bereikt, ik heb nu een gezonf gewicht
541
Voorbij
Past, last De zomer is nog niet voorbij
542
Voordeliger
More advantageous
543
Bewaren
Keep Ik bewaar mijn sieraden in een juwelendoosje. We hebben de overgebleven cake bewaard voor later.
544
Waar is tante lena?
DIE moest helaas werken
545
Ik reis in Iran weinig met de trein
Die vertrekt over een paar minuten van spoor 2 naar Breda
546
Kijk eens goed om je heen, op je weg naar huis of in je buurt.
Dat is een gebouw bij mij in de buurt. Het was vroeger een kerk. Nu is het geen kerk meer! In het gebouw zijn nu apartementen. Maar de toren staat er nog. Dat vind ik leuk.
547
Ik spreek geen Italiaans, maar mijn vriend wel
Negative + maar + wel
548
ik kom je met de auto halen
I'll pick you up by car
549
Afstand
Distance
550
Tweetallen
Pair Werk in tweetallen
551
Plannen
Plan Ik plan een vakantie naar Spanje. Toen ik jonger was, planten we vaak picknicks. Wij hebben de vergadering al gepland.
552
wij waren niet de enigen
we were not the only ones
553
Logees
Guests Bezoekers
554
Bezig
Busy Druk
555
Opnemen
Record Ik neem de telefoon op He heeft een nummer opgenomen in de studio
556
Eerder
Vroeger
557
Verhalen
Narrate, recount, recite
558
Keuze
Optie
559
zoek iemand om mee naar de film te gaan
find someone to go to the movies with
560
Romantisch, actie, komisch
Romantic, action, comic
561
Dezelfde
Hetzelfde Tom kocht dezelfde camera die Mary ook heeft
562
Verantwoordelijk
Responsible Ouders zijn zelf verantwoordelijk.
563
Wijzer
Pointer, indez, clock hand Kijkwijzer
564
Geweld, angst
Violence, fear
565
Schade
Harm, damage Schadelijk
566
Grof taalgebruik
Rude language
567
Grof taalgebruik
Rude language
568
ik heb zin om te slapen
i feel like sleeping
569
Getal
Number, amount Bedrag, aantal
570
Aanvullende
Addiotional De politie stelt u aanvullende veagen
571
Vastleggen
Record Bepalen Opnemen Ik leg de afspreken vast. We hebben de beslissing vastgelegd.
572
Inbraak
Break in Burglary
573
Rekening
houd dan rekening met wachttijden please take waiting times into account
574
Goederen
Goods
575
Gelden
Apply Regard Ik geld vandaag als je beste vriend
576
Aanstaande
Expectant, komende Aanstaande zondag: this sunday
577
Stellen
Ask, put, set Ik stelde altijd vragen tijdens de les Hij heeft een ultimatum gesteld aan zijn werkgever.
578
Stellen
Ask, put, set Ik stelde altijd vragen tijdens de les Hij heeft een ultimatum gesteld aan zijn werkgever.
579
Ervaring
Experience Ervaring opdoen Ervaren: experienced
580
hij gaat graag wandelen
he likes to go for walks
581
hij gaat graag wandelen
he likes to go for walks
582
Verstop
Hide
583
Verstop
Hide
584
Logen
Lie Jij hebt altijd gelogen over je ervaring.
585
Logen
Lie Jij hebt altijd gelogen over je ervaring.
586
Verdelen
Divide Ik verdeel het geld eerlijk tussen mijn kinderen
587
afdeling beheer
management department
588
Monteur
Mechanic, serviceman
589
toevoegen
Add Ik voeg suiker toe aan mijn koffie. Hij heeft een nieuw hoofdstuk toegevoegd aan het boek.
590
omschrijven
Describe Wij omschrijven de nieuwe producten aan onze klanten.
591
voer deze telefoongespreken
make these phone calls
592
Geboren en getogen
Born and raised Ik be daar geboren en getogen
593
Opslaan
Save Jullie slaan het bestand op Jij hebt het bestand opgeslagen.
594
Opslaan
Save Jullie slaan het bestand op Jij hebt het bestand opgeslagen.
595
Prullen
Rubbish Afval
596
Prullen
Rubbish Afval
597
Wijzigen
Veranderen, anders maken
598
Wijzigen
Veranderen, anders maken
599
Meetellen
Take into account, count
600
Meetellen
Take into account, count
601
Deelnemen
Participate
602
Deelnemen
Participate
603
Deelnemen
Participate
604
Heinhouding
Secrecy geheimhoudingsverklaring
605
Verklaring
Statement Declaration
606
ondertekenen
Sign
607
Voorall
Especially, above all
608
Voorall
Especially, above all
609
Verzamelen
Collect Ophalen
610
Monster
Sample
611
Aanbevelen
Recommend
612
Raden aan
Advise Ik raad je aan om vroeg op te staan
613
Oprichten
Found, set up Hij richt een stichting op Ik heb een bedrijf opgericht in 2010
614
Aanraden Raden aan
Recommend Aanbevelen Wij raden jullie aan om op tijd te vertreken
615
Afvragen
Wonder Ik vraag me af of jij naar de film kunt komen.
616
Afvragen
Wonder Ik vraag me af of jij naar de film kunt komen.
617
Doorgaan
Continue
618
Binnenkomen
Enter
619
Afmaken
Finish
620
Afstuderen
Graduate
621
Afwassen
Wash up
622
Aftrekken
Subtract
623
Aftrekken
Subtract
624
Heffing
Levy Rioolheffing Afvalstoffenheffing
625
Heffing
Levy Rioolheffing Afvalstoffenheffing
626
Zuinig
Frugal