gassen Flashcards

(35 cards)

1
Q

3 toestandsfactoren gassen

A
  • volume
  • temperatuur
  • druk
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

volume

A

V [m³]

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

temperatuur

A

T [K]

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

hoeveel kelvin is 0°C?

A

273

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

hoe ga je van kelvin naar °C?

A

-273

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

hoe ga je van °C naar kelvin?

A

+ 273

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

druk

A

p [Pa]

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

welke wet beschrijft het verband tussen druk en volume?

A

wet van Boyle en Mariotte

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

wat zegt de wet van Boyle en Mariotte?

A

het verband tussen druk en volume waarbij er een constante temperatuur is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

wat zijn isothermen?

A

wanneer de temperatuur constant is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

formule Boyle en Mariotte

A

p1 x V1 = p2 x V2

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

wat gebeurt er met het volume als de druk verkleint?

A

het volume stijgt als de druk verkleint

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

wat gebeurt er met het volume als de druk stijgt?

A

het volume zal dalen als de druk stijgt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

verklaring van deeltjesmodel aan de hand van de formule van druk: waarvoor staat A?

A

wand van het vat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

verklaring van deeltjesmodel aan de hand van de formule van druk: waarvoor staat F?

A

botsingen van deeltjes

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

verklaring van deeltjesmodel aan de hand van de formule van druk: wat gebeurt er als het volume daalt?

A

deeltjes zullen meer botsen want de afstand verkleind

17
Q

verklaring van deeltjesmodel aan de hand van de formule van druk: wat gebeurt er als het volume stijgt?

A

deeltjes zullen minder botsen want de afstand vergroot

18
Q

welke wet verklaard het verband tussen p en T

A

drukwet van Gay-Lussac

19
Q

wat zegt de drukwet van Gay-Lussac?

A

verband tussen p en T met het volume als constante

20
Q

wat zijn isochoren?

A

wanneer het volume constant is

21
Q

(wet Gay-Lussac) verklaren via deeltjes model: stijgen van temperatuur

A

snelheid van deeltjes zal stijgen, dus ook het aantal botsingen, dit zorgt ervoor dat de drukt ook stijgt

22
Q

(wet Gay-Lussac) verklaren via deeltjes model: dalen van temperatuur

A

snelheid van deeltjes zal dalen waardoor het aantal botsingen ook zal dalen, hierdoor zal ook de druk dalen

23
Q

wat is het verband tussen p en T?

A

recht evenredig

24
Q

formule wet van Gay-Lussac

A

P1/T1 = P2/T2

25
wat is het absolute nulpunt?
O K = -273°C (laagste mogelijke temperatuur die bestaat)
26
welke formule verkrijg je als je de wet van Boyle en Mariotte en de drukwet van Gay-Lussac samengiet?
(PxV) / T = cte
27
welke formule verkrijg je als je (PxV) / T = cte en p/n= cte samengiet?
PxV/Txn = cte = R
28
besluit algemene gaswet
P x V = n x R x T
29
waarvoor staat n?
aantal deeltjes
30
waarvoor staat R?
algemene gasconstante = 8.31 J/(K x mol)
31
in welke wet wordt het verband tussen V en T beschreven?
volumewet van Gay-Lussac
32
wat gebeurt er met de temperatuur als het volume stijgt?
de temperatuur stijgt als het volume stijgt
33
wat gebeurt er met de temperatuur als het volume daalt?
de temperatuur daalt als het volume daalt
34
wat is het normvolume?
elk gas neemt een volume van 22,4 liter in
35
hoeveel liter is 1 dm³?
1 liter