Gastcollege 1 Flashcards

1
Q

Centrale kenmerken van leven in armoede

A

VERBINTENISPROBLEMATIEK
AFHANKELIJKHEID

Armoedebestrijding: VERBINDEND en VERSTERKEND werken in dialoog

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

op microniveau

A

De complexiteit van problemen
De diepe kwetsuren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

op mesoniveau

A

De hogere druk in het werkveld
De nadruk op korte-termijn-resultaten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

op macroniveau

A

De terugkeer van het individueel schuldmodel
De onmacht van de professional
De spanningsvelden in de relatie met mensen in armoede

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

We verbinden om te versterken

A

wetenschappelijke inzichten
de hulpverleningspraktijk
de perceptie van mensen in armoede

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Armoede in een welvarende samenleving is:

A

Relatief
Multi-dimensioneel
Structureel
Gradueel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Individueel schuldmodel

A

Geen of controlerende overheidstussenkomst

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Individueel ongevalmodel

A

Bij-benen/ Caritatieve of corrigerende tussenkomst

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Institutioneel schuldmodel

A

Participatief werken gericht op menselijke waardigheid en wederzijdse competentie-ontwikkeling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Institutioneel ongevalmodel

A

Participatief werken gericht op behoeftendekking en maatschappelijke inpassing

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Maatschappelijk schuldmodel

A

Recht op maatschappelijke dienstverlening – structureel aanbod

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Maatschappelijk ongevalmodel

A

Tijdelijk, residueel aanbod van voorzieningen (zichzelf overbodig maken)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

De gids

A

Kennis, mensen aan hun recht laten komen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

De vakman

A

Vaardigheden en handelingscompetentie vergroten, dienstverlening op maat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Belangenbehartiger

A

Stem geven, signaleren, handelingsmogelijkheden verruimen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Ondersteuner-stimulator

A

Perspectief bieden, krachtgericht werken
Mensen tot hun recht laten komen

17
Q

hulpverleningsrelaties

A
  1. de afstandelijke relatie <-> de nabije relatie
  2. De bureaucratische relatie <-> gepersonaliseerde relatie
  3. paternalistische relatie <-> de emancipatorische relatie
18
Q

types arme hulpvragers

A
  1. de plantrekker
  2. de tijdelijke hulpvrager
  3. de passieve consument
  4. de aanhankelijke blijver
  5. autonome hulpvrager
  6. bereidwillige medewerker
19
Q

types hulpverlenersrollen

A
  1. de rituele zorgverstrekker
  2. controleur inspecteur
  3. redder
  4. probleem-oplosser
  5. de begeleider
  6. bemiddelaar