Gastro-intestinaal Flashcards

1
Q

Braken

A

Krachtig naar buiten brengen van de maaginhoud

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Regurgitatie

A

Teruglopen van de maaginhoud in de mond (niet verwarren met braken: krachtig naar buiten brengen van maaginhoud)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Diarree

A

Zowel toename in frequentie, volume als vermindering in consistentie van de stoelgang. Acuut = < 2 weken, chronisch = > 2 weken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Obstipatie/consitpatie

A

Vermindering in frequentie, volume of verharding van de stoelgang.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Dysfagie

A

Gevoel dat voeding in de slokdarm niet zakt of blijft steken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is een van de meest voorkomende oorzaken van chronische buikpijn bij kinderen?

A

Obstipatie of constipatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Icterus

A

Geelzucht: gele verkleuring van oa huid en conjunctivae door een gestegen concentratie bilirubine in het bloed.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Waarom loopt een neonaat risico op hersenschade bij icterus?

A

Door de immaturiteit van de bloed hersen barrière. hersenschade door bilirubine = kernicterus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Failure to thrive

A

Niet goed groeien van een kind: groei- en gewichtscurve vlakt af en het kind gaat naar een lager percentiel. Bij pubers: niet op gang komen van de pubertijd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Anorexie

A

Onvoldoende eetlust

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

hiatushernia

A

Middenrifbreuk = grotere opening tussen borst en buikholte in het diafragma

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Strictuur

A

Vernauwing

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Nissenfundoplicatie

A

Ingreep tegen pathologische GOR (gastro-oesophagale refluxziekte)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Atresie

A

Ontbreken van een lichaamsopening door een groeistoornis bij de embryo / afsluiting van een lichaamsopening door vergroeiing

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Fistel

A

Niet-natuurlijk kanaal (aangeboren, kunstmatig aangebracht, door verzwering, …)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Sialorree

A

Speekselvloed

17
Q

Haematemesis

A

Bloed braken

18
Q

Melaena

A

Bloed in de stoelgang

19
Q

Pyloromyotomie

A

Chirurgisch insnijden van de verdikte pylorusspier bij pylorushypertrofie

20
Q

Urticaria

A

Netelroos, huidaandoening, mogelijk symptoom van koemelkeiwitallergie