Gastro-intestinaal Flashcards

1
Q

Gastro oesofagale reflux (GER)

A

30% van atienten met niet-cardiale pijn op borst
- vaker bij vrouwen dan bij mannen

  • pathologisch toegenomen reflux waardoor ontsteking ontstaat

oorzaken: (extra reflux)
- dysfunctie onderste oesophagussphincter (LES)
- verhoogde maagzuuproductie
- alcoholgebruik (verminderde werking LES)
- hernia diafragmatica (middenrif is verwijderd)
- overgewicht (te hoge druk in buik drukt maag omhoog)
- roken (verminderde LES functie)
- medicatie zoals NSAID’s die maagzuurproductie verhogen

symptomen
- retrosternaal zuurbaden, oprispingen bij bukken of liggen, heesheid (dysforie) en hoest
- meeste patiënten geen last van opstijgend maagzuur

diagnose
- endoscopie mucosa slokdarm (oppervlakkige erosie, diepe ulceratie, fibrotisering en ontwikkeling van barret’s oesophagus

behandeling
- protonpompremmers zoals omeprazol

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

barrels oesophagus

A

metaplasie (vervanging slokdarm epitheel door maagepitheel) > dit leidt tot oesophaguscarcinoom

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

urolithiasis

A

nierstenen
- vaker bij mannen in westerse landen
- piekincidentie 30-50 jaar
- recidiefkans is groot

risicofactoren
- onvoldoende drinken, te veel dierlijke eiwitten, te veel voedingsmiddelen met veel oxalaat (thee, cola), te veel keukenzout, infecties aan urinewegen/darmen, erflijk

symptomen
- acute flank pijn, koliekpijn, hematurie

behandeling
- meeste nierstenen passeren vanzelf urether zonder medisch ingrijpen
- pijnstilling, Met (Medical evulsive therapie), hemolyse, extracorperal shock wave lithotripsy (ESWL), chirurgisch verwijderen, PNL

complicaties
- urineweginfectie
- urosepsis
- dehydratie (door braken)
- nierfalen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

soorten stenen bij urolithiasis

A

calciumstenen 80%; op basis van symptomen, soms CT of echo > advies: genoeg blijven eten en drinken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

extracorperal shock wave lithotripsy (ESWL)

A

De niersteenvergruizer maakt geluidsgolven die op de niersteen worden gericht.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

percutane nefrolithotripsie (PNL)

A

De arts prikt uw nier aan met een naald die hij door de huid steekt. Daarna brengt de arts een hol buisje met een diameter van ongeveer één centimeter in de nier. Via dit buisje verwijdert de arts de niersteen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

diverticulitis

A

ontsteking van een divertikel in het colon
- 10-25% met diverticulose
- vaker bij vrouwen

symptomen
- aanhoudende scherpe pijn (linker onderbuik), dyspeptische klachten, wisselende deficatie, misselijkheid, soms braken en misselijkheid

lichamelijk onderzoek
- linksonderin buik infiltraat
- CRP meten
checken complicatie risico:
- ileus, peritonitis, sepsis door darmwandperforatie

behandeling
- gaat vanzelf weer over
- paracetamol (geen nsaid door gastro-intestinale bijwerkingen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

dypische dyspeptische klachten zijn

A
  • vieze smaak in de mond
  • slechte adem
  • opgezet gevoel van de maag na de maaltijd
  • boeren
  • weinig kunnen eten
  • pijn in de bovenbuik
  • brandend gevoel in de maag
  • zure oprispingen na inspanning
  • bij bukken of liggen terugstromen van het maagzuur
  • misselijkheid/braken
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

verschil tussen cystitis en pyelonefritis

A

The main difference between cystitis and pyelonephritis is that cystitis occurs due to inflammation of the lower urinary tract, such as the bladder and urethra, and pyelonephritis occurs due to inflammation of the upper urinary tract, including the ureters in the renal pelvis and kidney.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

cystitis klachten

A

pijn bij het plassen, klachten van aandrang en frequent kleine beetjes plassen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

pyelonefritis klachten

A

koorts, koude rillingen.
ziek gevoel of misselijkheid.
pijn in uw rug of zij, aan één of beide kanten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

pyelonefritis klachten

A

koorts, koude rillingen.
ziek gevoel of misselijkheid.
pijn in uw rug of zij, aan één of beide kanten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

syndroom van down en maag-darmproblematiek

A

vaker last van
- stenoses
- anusartresie
- ziekte van hirschprung (congenitaal: deel dikke darm bevat geen zenuwcellen, darm contraheert slecht, moeite met ontlasting) > presenteert zicht rond 8ste levensjaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

coeliakie

A

symptomen
- reflux, obesitas, groeiachterstand, obstipatie, diarree

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

colorectaal carcinoom

A
  • ouder dan 50 jaar
  • 25-30% CRC betreft rectumcarcinoom
  • 80% ontstaat sporadisch
  • FAB (familiaire adenomateuze polyposis) = darm vol met poliepen, kans groot dat een carcinogeen wordt: meestal tussen 20-30 jaar als darmkanker

symptomen
- rectaal bloedverlies, onverklaarde gewrichtsdaling, wisselend deficatiepatroon, buikpijn, ileus, loze aandrang, vermoeidheid (ijzergebrek)

!! 70% CRC aan linker zijde!!

diagnose
- colonoscopie met biopt
- stageringsonderzoek (CT) van abdomen en thorax (en bij rectaal bekken) voor metastasen (vaak; lever, longen, buikvlies)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

TNM-classificatie

A

stadium 1: (T1,2N0M0)
stadium 2 (T3,4N0M0)
stadium 3: (TxN1M0)
stadium 4: (TxNxM1)

T1 tot 4 hangt af van doorgroei
lamina submucosa, musculaire propria, subserosa, door colon

17
Q

behandeling coloncarcinoom

A

stadium 1: lokale resectie
stadium 2/3: adjuvante chemotherapie

18
Q

behandeling rectumcarcinoom

A

1 operatie
2 operatie met voorbehandeling (voorkomen van lokaal recidief/ kleiner maken tumor)

(nooit adjudant chemotherapie bij rectaal)

proximaal gelegen RC > low anterior resectie (anastomose of eindstandig stoma)
distaal gelegen RC > abdominoperineale resectie (eindstandig stoma)

19
Q

cholelithiasis

A

via pupil van vater komt gal in duodenum

stenen ontstaan als
- te veel cholesterol en te weinig lipiden in gal

meest voorkomende galstenen:
- neergeslagen cholesterol

symptomen
- heftige koliekpijn recht bovenbuik (kan uitstralen naar rechter schouderblad)
- teken van murphy; drukpijn rechter ribbenboog
- steatorroe (stopverfkleurige ontlasting), donkere urine , icterus, pruritus (jeuk)

risicofactoren (FFFFF)
- feamle, fat, forty, fertile, fair (blond)

diagnose
- echo/MRI onderzoek

behandeling
- stenen in galblaas; cholecystectomie (verwijdering)
- anders medicatie of ERCP

20
Q

acute cholecystitis

A

galblaasontsteking door afsluiting ductus cysticus
> door afsluiting kan ook biliaire pancreatitis ontstaan

21
Q

ERCP

A

endoscopisch retrograde cholangio- en pancreaticografie

via maag, langs pylorus, duodenum papil van vater in

groot infectie gevaar

22
Q

coeliakie

A

= permanente overgevoeligheid voor gluten
> gereanimeerde gluten worden door mensen met coeliakie aan HLA-gebonden op APC
- 2x zo vaak bij vrouwen (kan op alle leeftijden tot uiting komen)

klachten
- vlokatrofie, malabsorptie

risico
- DM type1, downsyndroom, positieve familie anamnese

klachten leeftijdsgebonden
- 8-24 maanden: chronische vettige diaree, bolle buik, dunne billen, slechte eetlust, gewichtsverlies, afbuigende groeicurve
- volwassenen: anemie, gedragsstoornissen, infertiliteit, osteoporose

diagnose
- bloedonderzoek; antistoffen tegen tissue transglutaminase (anti-TG) en HLA-typering (pos HLA-DQ2 of -DQ8 en anti-TG 10x verhoogd)

na 6 maanden tot een jaar zal darm weer hersteld zijn

23
Q

parasiataire infecties - gardia lambia

A

kinderleeftijd

klachten
- chronische diarem (slijm, vet, dun), winderigheid, boeren, abnormale kramp, malabsorptie

24
Q

parasitaire infecties - entamoeba histolytica

A

kenmerkend:
- bloederige diaree, koorts

diagnose
soms PCR

behandeling
- tegengaan dehydratie

25
Q

lactose intolerantie

A

trekt water aan en versnelt peristaltiek = osmotische diaree