Geheugen Flashcards

(35 cards)

1
Q

Geheugen

A

Cognitief systeem van 3 stadia: lange termijn geheugen, werkgeheugen en sensorisch geheugen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Impliciete herinnering

A

Onbewuste herinnering (in mediale kwab)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Expliciete herinnering

A

Bewuste herinnering

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Lange termijngeheugen

A

Herinneringen worden opgeslagen in het procedureel geheugen en het declaratief geheugen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Elaboratie

A

Koppelen van nieuwe informatie aan reeds verworven kennis die is opgeslagen in het langetermijngeheugen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Amygdala

A

Hersendeel dat informatie uit zintuigen koppelt aan emoties

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Drie stadia geheugen

A

Sensorisch, korte termijn (werkgeheugen) & lange termijngeheugen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Chunking

A

Informatie wordt tot kleiner aantal betekenisvolle eenheden opgedeeld.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Hippocampus

A

Opslagplaats van lange termijngeheugen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

7 zonden van het geheugen

A
  1. Vluchtigheid
    2.Verstrooidheid
    3.Blokkering
    4.Foutieve attributie
    5.Suggestibiliteit
    6.Bias
  2. Persistentie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Sensorisch geheugen

A

Zintuigelijk geheugen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Congruentie

A

Overeenstemming tussen denken, voelen, spreken en doen als belangrijke voorwaarde wordt gezien voor het psychisch welbevinden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Visueel =
Auditief=
Tactiel=
Olfactorisch=
Smaak=

A

Ionisch geheugen
Echoïsch geheugen
Tactiel sensorisch
Olfactorisch sensorisch
Smaaksensorisch

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Principe van codering

A

Principe dat herinneringen worden gecodeerd en opgeslagen samen met specifieke cues die verband houden met de context waarin ze werden gevormd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Herinneringscue

A

Stimulus die wordt gebruikt om een herinnering in het bewustzijn te brengen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Priming

A

Techniek waarmee impliciete herinneringen worden voorzien van een label die het terughalen van die herinneringen stimuleert

17
Q

Declaratie geheugen

A

Afdeling van LTG waar expliciete informatie wordt opgeslagen (feitengeheugen) met 2 onderafdelingen: episodisch en semantisch-geheugen

18
Q

Semantisch geheugen

A

Ligt algemene kennis opgeslagen

19
Q

Procedureel geheugen

A

Afdeling LTG waar herinneringen liggen opgeslagen over hoe dingen gedaan moeten worden (motorisch geheugen)

20
Q

Lange termijn geheugen

A

1 vd 3 geheugenstadia: Wordt informatie langst vastgehouden (prefrontale cortex, hippocampus,amygdala).

21
Q

Werkgeheugen (korte termijn)

A

1 vd 3 geheugenstadia: Zeer beperkte inhoud. Zonder repeteren worden indrukken of ervaringen op z’n hoogst een minuut bewaard

22
Q

Episodisch geheugen

A

Afdeling van declaratief geheugen waar herinneringen aan persoonlijke herinneringen liggen opgeslagen

23
Q

Infantiele Amnesie

A

De onmogelijkheid om zich gebeurtenissen uit de eerste 2/3 jaar van het leven te herinnneren.

24
Q

Geheugenspoor

A

Informatie van zintuigen naar associatie cortex. Hoe vaker je het activeert hoe beter je het onthoud.

25
Sensorisch geheugen
1vd 3 geheugenstadia: Waarin de sensorische indrukken van stimuli korte tijd worden bewaard of geregistreerd.
26
Repeteren
Informatie wordt herhaald om de betreffende informatie niet te vergeten.
27
3 functies geheugen
Coderen, opslaan, terughalen
28
Methode van Loci
Het idee dat je een route of kamer inbeeld die je wilt onthouden. In die route koppel je de dingen die je wilt onthouden aan locaties/objecten/situaties die je op jouw geplande route tegen komt.
29
Theorie van verwerkingsniveaus
Verklaring voor het feit dat informatie die grondig gekoppeld is aan betekenisvolle items in LTG beter herinnert wordt dan opvlakkig gekoppelde informatie.
30
Informatieverwerkingsmodel
Cognitieve behandeling van het geheugen die de nadruk legt op de wijze waarop informatie systematisch verandering ondergaat.
31
Het terughalen van expliciete herinneringen in het LTG
Herkenning - recognition Ophalen - retrieval
32
Priming (cueing)
Geheugeneffect waarbij de blootstelling aan een bepaalde stimulus de reactie op een latere stimulus beïnvloedt
33
Prospectief geheugen
Het vermogen om te herinneren een voorgenomen actie in de toekomst uit te voeren
34
Schema
Algemeen conceptueel raamwerk dat verwachting genereert van thema's in iemand zijn leven
35
Eugram
Fysieke veranderingen in het brein die in verband worden gebracht met een herinnering (geheugenspoor).