Genesis Flashcards

1
Q

Jozef was de lievelingszoon van Jakob:

A

Hij was de zoon van geliefde vrouw Rachel
Jakob was al oud toen Jozef geboren werd
Jakob liet een gewaad voor Jozef maken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

De broers waren jaloers waarom?

A

Jozef vertelde zijn vader wat geruchten zijn broers deden
Jozef was de lievelingszoon van vader Jakob
Door zijn dromen: dat de broers moesten buigen doordat hij koning zal worden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

De broers waren jakoers op Jakob. Gevolg:

A

De broers bedachten een listig plan om Jozef uit de weg te ruimen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

De dromen van Jozef:

Droom 1

A

De schoof van Jozef ging in het midden staan. De schoven van zijn broers gingen in een kring erom heen staan en maakten een buiging voor de schoof van Jozef.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Droom 2

A

Dat de zon, de maan en sterren maakten een buiging voor Jozef

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Jozef werdt verkocht als slaaf

De plan van de broers:

A

Om Jozef te vermoorden en in een put te gooien

En vertellen dat een roofdier hem verscheurd had

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wie probeerde hem te helpen en hoe

A

Ruben
Om Jozef niet te vermoorden
Er moet geen bloed vloeien
Om hem in een put te gooien

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Jozef werdt verkocht

A

Aan de imsaëlieten
Voor 20 zilverstukken
Hij werdt naar Egypte genomen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

De broers deed alsof Jozef dood was

A

Ze slachten een geitenbokje en doopten het gewaad van Jozef in het bloed en namen het gewaad voor hun vader Jakob

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Het ging goed met Jozef in het huis van Potifar, want god was met hem. Gevolgen:

A

Jozef micht in het huis van Potifar wonen
Jozef bediende Potifar persoonlijk
Jozef had de leiding van Potifar’s huis en zijn bezittingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Een groote probleem voor Jozef

A

De vrouw van Potifar raakte verliefd op Jozef

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Gevolgen van deze verliefdheid

A

Jozef kwam in het gevengenis terecht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

God was met Jozef in het Gevangenis

A

Jozef kreeg de leiding over alle andere gevangen

Jozef had de leiding over al het werk dat de gevangen deden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly