Geografy Flashcards

(26 cards)

1
Q

absolute afstand

A

de werkelijke afstand tussen twee plaatsen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

relatieve afstand

A

de tijd die nodig is om de afstand tussen twee plaatsen af te leggen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

globalisering

A

het proces waarbij de wereld steeds meer met elkaar verbonden raakt, op gebied van bijvoorbeeld communicatie, technologie en handel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

handelskolonialisme

A

periode van 1500 - 1800 waar vooral kusten worden gekoloniseerd om vervolgens specerijen naar Europa te kunnen brengen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

driehoekshandel

A

de handel tussen Afrika, zuid amerika en europa waarbij producten, slaven en wapens de hele atlantische oceaan over gingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

industrieel kolonialisme

A

Periode van 1800 - 1945 waarin ook de binnenlanden van overzeese continenten worden gekoloniseerd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Exploitatiekolonie

A

vorm van koloniseren waarbij het land leeggetrokken wordt aan grondstoffen en waarbij het lang niet of nauwelijks mee opgebouwd wordt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

vestigingskolonie

A

vorm van koloniseren waarbij de veroveraar aandacht heeft voor de opbouw van het gekoloniseerde gebied

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

koude oorlog

A

periode van 1945 - 1989 waarin de Europa verdeeld is in twee delen die lijnrecht tegenover elkaar staan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

kapitalisme

A

vorm van regeren waarbij vrijheid voorop staat, zoals het vroegere west-europa en de vs

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

communisme

A

vorm van regeren waarbij gelijkheid voorop staat, zoals het vroegere oost-europa en de sovjet unie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

dekolonisatie

A

het onafhankelijk worden van kolonies

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

centrum

A

de meest rijke landen uit de wereld

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

semiperiferie

A

de landen die economisch in opkomst zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

periferie

A

de meest arme landen uit de wereld

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

triade

A

het handelsblok van gebieden die globalisering sturen

17
Q

BRICS-landen

A

eerste generatie landen die vanaf 1995/2000 een grote economische ontwikkeling doormaken

18
Q

MINT-landen

A

tweede generatie landen die vanaf 2010 een grote economische ontwikkeling doormaken

19
Q

Global shift

A

het verschuiven van economische kerngebieden in de wereld

20
Q

Multipolaire wereldeconomie

A

het ontstaan van meerdere economische kernpunten in de wereld

21
Q

Multinationals (MNO’s)

A

grote, westerse bedrijven die verspreid over meerdere landen kantoren en fabrieken hebben

22
Q

Lagelonenlanden

A

landen waar de lonen gemiddeld een heel stuk lager liggen dan gemiddeld in de wereld

23
Q

productieketen

A

schakels waaruit een product is opgebouwd. Elk onderdeel wordt uit het goedkoopste land gehaald

24
Q

consumptiepatroon

A

patroon waarin mensen in een land hun verdiende geld besteden

25
speciaal economische zones (SEZ's)
gebieden in het buitenland die vele voordelen bieden voor MNO's om hun bedrijf daar te plaatsen
26
infrastructuur
Het totaal aan havens, wegen, vliegvelden etc in een land / gebied