geschiedenis H.1 +H.2 Flashcards
(164 cards)
archeologie
wetenschap die het verleden bestudeert aan de hand van ongeschreven bronnen
kunst
creatieve uiting
cultuur
denken en doen van een groep mensen
moderne mens
(homo sapiens, de denkende mens) de mensensoort waartoe alle tegenwoordige mensen behoren
nomade
iemand die rondtrekt zonder vaste woonplaats
prehistorie
(voorgeschiedenis, tijd van jagers en boeren) eerste periode (tot 3000 v.C.)
tijd van jagers en boeren
(prehistorie) eerste tijdvak (tot 3000 v.C.)
samenleving van jager-verzamelaars
maatschappij van nomaden die leven van wat ze vinden en vangen in de natuur
symbool
teken waarmee iets wordt bedoeld
aanzien
waardering, hoe belangrijk iemand wordt gevonden
autarkisch (zelfvoorzienend)
wanneer een groep mensen voor zichzelf zorgt
hiernamaals
leven na de dood
domesticeren
planten en dieren in dienst van mensen aanpassen
landbouwrevolutie (agrarische revolutie)
ontstaan van de landbouw
macht
als je anderen kunt laten doen wat je wilt
landbouwsamenleving (agrarische samenleving)
maatschappij waarin mensen in dorpen leven van landbouw
migrant
landverhuizer
monument
gedenkteken
milieu
leefomgeving
natuurgodsdienst
godsdienst waarbij krachten van de natuur vereerd worden
nijverheid
producten maken
offeren
geschenk geven
revolutie
grote verandering
ritueel
plechtige handeling