Geschiedenis H2.1 t/m H2.4 Flashcards
(33 cards)
Ambacht
Beroep waarbij iemand producten maakt met zijn handen en gereedschap.
Bloeiend
Als het heel goed gaat met iets.
Handel
Kopen en verkopen
Irrigatie
Kunstmatige bevloeiing
Landbouwoverschot
Oogst die een boer niet zelf nodig heeft
Landbouwstedelijke samenleving
Samenleving met steden waar een minderheid van de bevolking laaft van ambachten en handel, terwijl de meeste mensen op het platteland leven van landbouw
Markt
Waar mensen handelen
Milieu
Leefomgeving
Specialisatie
Als iemand zich richt op een bepaalde vaardigheid
Welvaart
Rijkdom
Ambtenaar
Iemand in dienst van een bestuur
Belasting
Wat mensen moeten betalen aan het bestuur
Koninkrijk
Staat met een koning
Onderdaan
Persoon die moet gehoorzamen aan een regering
Oudheid
(Tijd van Grieken en Romeinen) tweede periode (3000 v.C. - 500 n.C.)
Rijk
Gebied met een regering
Staat
Gebied met een regering
Volk
Grote groep mensen
Vorst
Hoofd van een staat
Wet
Regel waaraan mensen zich moeten houden
Beschaving
Ontwikkelde cultuur
Norm
Wat mensen gewoon (normaal) vinden
Offer
Iets wat iemand aan een god geeft
Priester
Godsdienstig leider