Geschiedenis H3 interbellum Flashcards

(19 cards)

1
Q

Wat is aanpassingspolitiek?

A

Economisch beleid van de regering om niet méér geld uit te geven dan dat er aan inkomsten is.

Deze politiek is vaak gericht op het behouden van de financiële stabiliteit van een land.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat betekent antisemitisme?

A

Haat tegen joden.

Dit begrip verwijst naar een diepgewortelde vooroordelen en discriminatie tegen joden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is een beurskrach?

A

Snelle waardedaling van aandelen.

Dit kan leiden tot een economische crisis en heeft grote invloed op de financiële markten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is collectivisatie?

A

Samenvoegen van kleine zelfstandige bedrijven tot een groot, gemeenschappelijk bedrijf.

Dit werd vaak toegepast in communistische systemen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is een concentratiekamp?

A

Plek waar groepen mensen worden opgesloten.

Deze kampen werden vaak gebruikt voor politieke tegenstanders en minderheidsgroepen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is een dictatuur?

A

Manier van een land besturen waarbij één leider (of één kleine groep) alle macht heeft.

Dit systeem staat weinig tot geen ruimte voor democratische processen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is een economische crisis?

A

Periode waarin het slecht gaat met de economie.

Dit kan leiden tot hoge werkloosheid en faillissementen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is fascisme?

A

Nationalistische politieke stroming die een sterk leiderschap wil en geweld goedkeurt.

Het is vaak gekenmerkt door autoritarisme en onderdrukking van oppositie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is gelijkschakeling?

A

Alle maatregelen die worden genomen om van een land een totalitaire samenleving te maken.

Dit houdt in dat alle aspecten van het leven onder controle van de overheid komen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is indoctrinatie?

A

Ervoor zorgen dat mensen niets anders horen of zien dan bepaalde ideeën, zodat ze geloven dat deze ideeën waar zijn.

Dit wordt vaak toegepast in totalitaire regimes.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is nationaalsocialisme?

A

Politieke stroming die uitgaat van een sterk leiderschap, nationalisme, militarisme en racisme.

Dit begrip is nauw verbonden met het regime van Adolf Hitler in Duitsland.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat betekent persoonsverheerlijking?

A

Propaganda voor een politieke leider.

Dit is vaak een kenmerk van totalitaire regimes, waar de leider wordt afgebeeld als onfeilbaar.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is een planeconomie?

A

Economisch systeem waarin de overheid besluit wat en hoeveel er geproduceerd wordt.

Dit systeem wordt vaak geassocieerd met communistische landen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is rassenleer?

A

Idee dat je de mensheid kunt indelen in rassen, waarbij het ene ras beter is dan het andere.

Deze ideologie heeft geleid tot veel discriminatie en geweld door de geschiedenis heen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is een showproces?

A

Rechtszaak waarvan de uitkomst vooraf al vaststaat.

Dit type proces wordt vaak gebruikt in totalitaire regimes om schijnrechtvaardigheid te creëren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is terreur?

A

Geweld gebruiken, of daarmee dreigen, tegen willekeurige personen door of namens de overheid.

Dit wordt vaak ingezet om angst en controle uit te oefenen op de bevolking.

17
Q

Wat is een totalitaire samenleving?

A

Samenleving waarin de overheid alle macht in handen heeft en grote invloed heeft op het leven van de burgers.

In een totalitaire samenleving is het individu onbelangrijk.

18
Q

Wat is een werkverschaffingsproject?

A

Project waaraan werklozen tegen een laag loon werken en dat voor de hele samenleving van nut is.

Voorbeelden zijn de aanleg van een park of een weg.

19
Q

Wat is appeasement?

A

Politiek waarbij alles gedaan wordt wat nodig is om een dreigende oorlog te voorkomen.

Dit werd vaak toegepast in de jaren 30 om de opkomst van fascistische regimes te stoppen.