geschiedenis ka's Flashcards

(32 cards)

1
Q

ontdekkingsreizen

A

het begin van de Europese overzeese expansie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

aarde is rond, experimenteren

A

het veranderende mens- en wereldbeeld van de renaissance en het begin van een nieuwe wetenschappelijke belangstelling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Grieken en romeinen na doen

A

een hernieuwde oriëntatie op het erfgoed van de klassieke oudheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Luther en Calvijn

A

De protestantse reformatie die de splitsing van de christelijke kerk in West-Europa tot gevolg had

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

opstand tegen spanje

A

Het conflict in de Nederlanden dat resulteerde in de stichting van de Nederlandse staat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Lodewijk XIV

A

het streven van vorsten naar absolute macht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

de Goude Eeuw

A

de bijzondere plaats in staatkundig opzicht en de bloei in economisch en cultureel opzicht van de Nederlandse republiek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

VOC

A

wereldwijde handelscontacten, handelskapitalisme en het begin van een wereldeconomie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

ontdekking natuurwetten

A

de wetenschappelijke revolutie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

de verlichting

A

rationeel optimisme en verlicht denken dat werd toegepast op alle terreinen van de samenleving: godsdienst, politiek, economie en sociale verhoudingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

verlicht absolutisme

A

voortbestaan van het ancien regime met pogingen om het vorstelijk bestuur op eigentijdse verlichte wijze vorm te geven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

driehoekshandel

A

uitbouw van de Europese overheersing, met name in de vorm van plantagekoloniën en de daarmee verbonden trans-Atlantische slavenhandel en de opkomst van het abolitionisme

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Franse revolutie

A

de democratische revoluties in westerse landen met als gevolg discussies over grondwetten, grondrechten en staatsburgerschap

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

fabrieksarbeid ipv landarbeid

A

de industriële revolutie die in de westerse wereld de basis legde voor een industriële samenleving

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

armoede onder arbeiders

A

discussies over de sociale kwestie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

koloniën

A

de modern vorm van imperialisme die verband hield met de industrialisatie

17
Q

groepen raakte zich bewust van hun achtergestelde positie in de samenleving

A

de opkomst van emancipatie bewegingen

18
Q

strijd om kiesrecht

A

voortschrijdende democratisering met deelname van steeds meer mannen en vrouwen aan het politieke proces

19
Q

stromingen

A

de opkomst van politiekmaatschappelijke stromingen nationalisme, liberalisme, socialisme, confessionalisme en feminisme

20
Q

radio film, hitler jugend

A

de rol van moderne propaganda- en communicatiemiddelen en vormen van massaorganisatie

21
Q

totalitaire ideologieën

A

het in praktijk brengen van de totalitaire ideologieën: communisme en fascisme / nationaal socialisme

22
Q

economische crisis

A

de crisis van het wereldkapitalisme

23
Q

W.O.I & W.O.II

A

het voeren van twee wereldoorlogen

24
Q

genocide

A

racisme en discriminatie dat leidde tot genocide in het bijzonder op de joden

25
bezetting
de duitse bezetting van nederland
26
mitrailleur , totale oorlog
verwoesting op niet eerder vertoonde schaal door massavernietigingswapens en de betrokkenheid van de burgerbevolking bij oorlogvoering
27
India en Indonesië
vormen van verzet tegen het West-Europese imperialisme
28
dekolonisatie
de dekolonisatie dat een eind maakte aan de westerse hegemonie in de wereld
29
koude oorlog
de verdeling van de wereld in twee ideologische blokken in de greep van een wapenwedloop en de daaruit voortvloeiende dreiging van een atoomoorlog
30
EU
de eenwording van Europa
31
jeugdculturen
de toenemende westerse welvaart die vanaf de jaren zestig van de twintigste eeuw aanleiding gaf tot ingrijpende sociaal-culturele veranderingsprocessen
32
gastarbeiders
de ontwikkeling van een pluriforme en multiculturele samenleving