geschiedenis les 19 Flashcards

(10 cards)

1
Q

republiek

A

een land waar het staatshoofd op een bepaalde manier word gekozen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

rijk

A

een staat; met een bevolking, grondgebied en politieke organisatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Ceasar

A

het woord keizer komt van de naam julius Caesar, adoptievade van de eerste romeinse keizer; Augustus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

princeps

A

eerste man of voornaamste

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Augustus

A

verhevene

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Pater Patriae

A

vader des vaderlands

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

3 voorbeelden van het vertrouwen van de senaat in Augustus

A
  • de senaat zijn taken terug geven
  • de meeste instellingen en ambten te laten bestaan
  • de republiek schijnbaar te behouden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

3 voorbeelden van de populariteit van augustus bij de volk

A
  • regelmatig graan en soms geld uit delen
  • de werkloosheid te verminderen
  • gratis spelen te organiseren
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

de keuze voor de natuurlijke grensen

A
  • legioenen verdedigen de grenzen tegen invallers van buitenaf.
  • In rebelse provincies van het rijk zijn legioenen aanwezig.
  • Een vloot bewaakt de middellandse zee
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

het bestuur van de grensprovincies

A

Augustus wil de provincies aan de buitengrenzen van het rijk besturen omdat: zo is hij de leider van de legioenen die de grenzen verdedigen. Een andere generaal zou de legioenen kunnen gebruiken om in Rome een staatsgreep te plegen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly