gesprekken voeren 2.5 Flashcards

(10 cards)

1
Q

je noemt je eigen naam en de naam van het bedrijf (zelf verzinnen)

A

buenos dias, soy marit del hotel…

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

je zegt dat je belt over de email die de klant gestuurd heeft

A

le llamo sobre el mail que usted ha mandado

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

je zegt dat de klant vrijdag niet op het kantoor kan langskomen

A

lo siento, el viernes no es posible pasar a la empresa

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

je zegt dat het kantoor vrijdag gesloten is

A

el hotel esta cerrado

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

je zegt dat de klant volgende week dinsdag kan komen

A

usted puede visitar a la empresa el martes, proxima semana

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

je zegt dat volgende week donderdag ook mogelijk is

A

el jueves, proxima semana, tambien es posible

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

je vraagt hoe laat de klant wil langskomen

A

a que hora quiere pasar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

je stelt een tijdstip voor: om 11:00

A

que tal a las once

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

je herhaalt de afspraak: volgende week donderdag om 11.00

A

muy bien, el jueves proxima semana, a las once

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

je sluit passend af

A

adios

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly