gezondheid stof periode 1 Flashcards

1
Q

Wat is een Adl?

A

Algemene dagelijkse levensverrichtingen. Handelingen die mensen dagelijks verrichten die horen bij hun verzorging.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

wat houd autonomie in?

A

Recht om zelf te bepalen wat je doet.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

wat is een beperking?

A

een stoornis of conditie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is een beroeps profiel?

A

beschrijving van een beroep, veelal bestaande uit een beroepsomschijving en een overzicht van de kerntaken, de kernopgaven en de beroepscompetenties die bij dat beroep horen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

wat houd “care” in?

A

Het in de gezondheidszorg zorgen voor de gevolgen van een aandoening.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

wat is een compententie?

A

Kennis, inzicht, houding en/of vaardigheid die je nodig hebt om een beroep in de beroepspraktijk en in de maatschappij uit te kunnen oefenen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

wat houd het woord “cure” in?

A

Het in de gezondheidszorg richten op het genezen van een aandoening.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat bedoelen we met “eigen kracht” ?

A

De zaken die de zorgvrager zelf kan doen of met hulp, ondersteuning of (mantel)zorg vanuit zijn eigen netwerk, zonder de hulp van professionele zorgverleners.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

wat bedoelen we met “eigen regie” ?

A

Zelf keuzes maken en beslissingen nemen over alles in je eigen leven, ook als je als zorgvrager ondersteuning of begeleiding krijgt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

wat houd empoweren in?

A

iemand in staat stellen eigenmachtig te beslissen en te handelen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

wat is extramurale zorg ?

A

Zorg die buiten de muren van een instelling geleverd wordt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

wat verstaan we onder gezondheid?

A

Het vermogen van mensen zich aan te passen en een eigen regie te voeren, in het licht van fysieke, emotionele en sociale uitdagingen van het leven.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

wat houd gezondheid bevordering in?

A

ervoor zorgen dat de gezondheid goed blijft of verbetert.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

wat is de gezondheidzorg?

A

geheel van zorgverleners (en ondersteunend personeel), instellingen, middelen en activiteiten dat direct gericht is op instandhouding en verbetering van de gezondheidstoestand en/of de mogelijkheid om zelf regie te voeren, en op het reduceren, opheffen, compenseren en voorkomen van tekorten daarin.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

wat houd de olistische benadering

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

wat is de holistische benadering

A

Zorg waarbij de zorgvrager gezien wordt als eenheid op het gebied van lichamelijk, psychisch en sociaal welbevinden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

wat is intramurale zorg?

A

Zorg die verleend wordt aan een zorgvrager die langer dan 24 uur is opgenomen of verblijft binnen een zorgorganisatie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

wat verstaan we onder lichamelijk gezondheid?

A

Het niet ervaren van lichamelijke beperkingen om te kunnen doen wat je belangrijk vindt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

wat is de macroniveau ?

A

Grootschalig, gericht op de hele samenleving of op bepaalde bevolkingsgroepen (alle ouderen of alle baby’s).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

wat is de mesoniveau ?

A

Middenniveau. Het niveau van de voorzieningen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

wat is de microniveau ?

A

Kleinschalig niveau, in de gezondheidszorg betrekking hebbend op de individuele zorgvrager en zijn leefomgeving.

22
Q

wat betekent participeren ?

A

meedoen

23
Q

wat houd positieve gezondheid in?

A

positieve gezondheid is een benadering binnen de gezondheidszorg die niet de ziekte, maar een betekenisvol leven van mensen centraal stelt.

24
Q

wat betkent protocol?

A

Een protocol is een document waarin stapsgewijs beschreven staat hoe, met welke materialen en door wie een handeling moet worden uitgevoerd.

25
Q

wat houd het woord psychische gezondheid in?

A

Het kunnen genieten, positief denken, kunnen omgaan met tegenslagen en tevreden zijn met sociale relaties. ?

26
Q

wat is het sociaal welbevinden?

A

het waarderen van de eigen plaats in de samenleving, de dingen waarmee iemand tevreden is, waarvoor hij kiest en wat bij hem past.

27
Q

wat is een sociale omgeving?

A

het geheel aan sociale contacten. Dit zijn bijvoorbeeld vrienden, studiegenoten, teamgenoten van een sportclub of collega’s.

28
Q

wat is vraaggerichte zorg?

A

zorg waarbij de behoefte en wens van de zorgvrager bepaalt welke zorg daadwerkelijk wordt verleend.

29
Q

wat houd voorlichting in?

A

Het geven van goede en passende informatie. Het belang van de zorgvrager staat daarbij centraal.

30
Q

waat staat de WHO voor?

A

World Health Organization, Wereldgezondheidsorganisatie.

31
Q

4 factoren van de model van lalonde.

A

-biologische persoonsgebonden factoren
- gedragsfactoren
-gezondheidszorg
-fysieke en sociale omgeving

32
Q

Benoem de soorten gezondheid

A

lichamelijk, psychische en sociaal

33
Q

wat is de rol van een verpleegkundige?

A

Jouw rol als verpleegkundige is om alle factoren die van invloed kunnen zijn op iemands gezondheid, in kaart te brengen met behulp van het biopsychosociaal model.

34
Q

benoem de persoonlijke factoren

A

angst, ziekte, humeur en familie

35
Q

wat zijn de Factoren die je pijnbeleving beïnvloeden?

A

sociale, biologische, psyichologische factoren

36
Q

De zes dimensies van Positieve Gezondheid zijn:

A

lichaamsfuncties, mentaal welbevinden, zingeving, kwaliteit van leven, sociaal maatschappelijk participeren, dagelijks functioneren.

37
Q

wat betekent empowerment?

A

Eigen kracht ontwikkelen en inzetten, eigen regie voeren,

38
Q

benoem een aantal voorbeelden van Gezondheidsvaardigheden

A

lezen, schrijven, rekenen, digitale vaardigheden, gesprekvaardigheden, emoties kunnen reguleren

39
Q

benoem de verschillende niveus van empowerment

A

het micro-, meso- en macroniveau

40
Q

met welke 4 doelen streef je naar preventie

A

het voorkomen van gezondheidsproblemen;

het bevorderen van de gezondheid;

het vergroten van de zelfredzaamheid van de zorgvrager;

het terugdringen van zorguitgaven.

41
Q

maatregelen van preventie

A

-Ziektepreventie
-Gezondheidsbevordering
-gezondheidsbescherming

42
Q

wat is universele preventie

A

Preventie die gericht is op de gezondheid van de gehele bevolking.

43
Q

benoem de 3 fases van preventie

A

primaire preventie;

secundaire preventie;

tertiaire preventie.

44
Q

in wat is gezondheid onder verdeeld?

A
  • Zelfzorgbehoeften
  • Zelfzorgvermogen
45
Q

benoem voorbeelden van Demografische en technologische ontwikkelingen

A

1.Vroeger was er minder medicatie en minder technologie -> mensen gingen eerder dood.
2.Vergrijzing
3.Verplaatsing van klinische zorg naar thuiszorg

46
Q

wat is een beroeps profiel

A

Beschrijft de inhoud van je beroep
Het geeft aan welke kennis en competenties je nodig heb om kwalitatief goede zorg te verlenen
Je taken staan beschreven en welke handelingen je uit mag voeren

47
Q

wat is een CanMed rol

A

vakinhoudelijke competenties

48
Q

benoem de 6 canmed rollen

A
  • Professioneel en kwaliteit bevorderaar
  • Communicator
  • Samenwerkingen partner
  • Organisator
  • Gezondheidbevorderaar
  • Reflectieve professioneel
49
Q

benoem de betekenissen van de 6 canmed rollen

A
50
Q

wat is de indeling van de gezondheid zorg?

A
  • Zorgbehoefte
  • Doelgroepen
  • Behandeling niveau
  • Locatie behandeling
51
Q

benoem voorbeelden van 0,1,2,3 lijnszorg

A

0- informele zorg
1- huisarts,tandarts,fysio
2-ziekenhuis, instelling ggz
3-specialistische ziekenhuis