Gg Flashcards

(66 cards)

1
Q

anarchisme

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

politiek-filosofische stroming die pleit voor de ultieme gelijkheid van de mens door het afschaffen van elke machtsbasis

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

anarchie

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

(het streven naar) socio-politieke chaos

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

autarkie

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

zelfvoorzieningheid; wanneer een gemeenschap in haar eigen onderhoud kan voorzien zonder de hulp van anderen

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

autocratie

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

politiek systeem waarin 1 persoon de absolute macht heeft

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

autonomie

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

het vermogen om zelf beslissingen te nemen

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

christen-democratie

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

politieke stroming die gebaseerd is op christelijke principes

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

coalitie

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

een vereniging van politieke groepen die eenzelfde doel voor ogen hebben

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

commissaris

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

(hier) de verantwoordelijke voor een specifiek socio-politiek domein (zoals financiën

A

defensie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

communisme

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

politiek-filosofische stroming die privé-bezit wil afschaffen en gericht is op een klasseloze maatschappij

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

confederalisme

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

een staatsvorm waarin de deelstaten bijna volledige autonomie hebben

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

consensus

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

een situatie waarin verschillende partijen of belanghebbenden het eens zijn over een bepaald beleid of besluit

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

conservatisme

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

politieke overtuiging die zich richt op het behoud van tradities en waarden

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
democratie
26
politieke organisatievorm waarbij het volk z’n vertegenwoordigers verkiest
27
federalisme
28
een politieke organisatievorm waarbij de delen van een groter geheel ook macht krijgen om politieke beslissingen te nemen
29
fractie
30
een politieke familie
niet noodzakelijk binnen partijgrenzen
31
handelsakkoord
32
overeenkomst tussen twee of meerdere partijen betreffende de voorwaarden waaronder zij met elkaar handel drijven
33
liberalisme
34
politieke stroming die de individuele vrijheid voorop stelt
35
middenveld
36
de verzamelnaam voor alle organisaties die belangen vertegenwoordigen van verschillende groepen in de samenleving
37
nationalisme
38
een politieke ideologie die gelooft dat de politiek van een land moet voortvloeien uit de identiteit van de natie als historisch gegroeide eenheid
zowel sociaal als cultureel
39
nihilisme
40
politiek-filosofische stroming die alle religieuze en morele principes overboord wil gooien omdat ze het leven betekenisloos is
41
oligarchie
42
een maatschappijvorm waarin een handvol superrijken de macht heeft
43
onthouding
44
zich onthouden van het uitbrengen van een stem
45
opportunisme
46
houding van iemand die eigen principes heft en alleen aan eigen gewin denkt
47
oppositie
48
de politieke partijen of fracties die niet deelnemen aan de regerende coalitie
49
parlement
50
het orgaan van de wetgevende macht van een land of regio
51
progressivisme
52
politieke overtuiging die zich richt op vooruitgang en vernieuwing
53
republiek
54
staatsvorm waarbij het hoofd van de staat wordt verkozen
55
separatisme
56
een stroming waar politieke afscheiding en onafhankelijkheid van een regio van een bestaande staat en een onafhankelijke entiteit te vormen
57
socialisme
58
economisch-politiek denksysteem waarin het eigenbelang op de achtergrond blijft
59
syndicaat
60
verbond van mensen die opkomen voor betere werkomstandigheden
vaak ideologisch geïnspireerd
61
unanimiteit
62
wanneer in een verkiezing iedereen dezelfde stem uitbrengt
63
unitaire staat
64
een staatsvorm waarvan de macht bij een centrale overheid ligt
65
wisselmeerderheid
66
wanneer niet alle regeringspartijen een wetsvoorstel goedkeuren
maar hiervoor wel een meerderheid in het parlement gevonden wordt