gg Flashcards

(29 cards)

1
Q

Wat is/doet kinase

A

voegt fosfaat groep toe

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is/doet fosfatase

A

verwijderd fosfaatgroepen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

wat is ubiquitinisatie

A

ubiquitine aan een eiwit zetten waardoor een proteasome het kan opeten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

wat is signaaltransductie

A

doorgeven van signalen binnen een cel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is een feed-forward loop

A

1->2->3 maar ook 1->3. dit kan zorgen voor een delay in signalering

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat doet auxine

A

maakt cellen langer of korter in respons op licht of zwaartekracht.
apicale dominantie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat doet cytokinine

en wat zijn de inputs

A

zorgt voor mitosis in apicale meristeem.

nitraat, wonden en meristeem activiteit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

welk hormoon zorgt voor bladgroei in planten

A

auxine

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

welk hormoon zorgt voor wortelgroei in planten

A

cytokinine

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

hoe heet het signaleren binnen een cel

A

signaaltransductie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

welke hormonen zorgen voor apicale dominantie in planten

A

auxine, cytokinine en strigola

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

wat doet ethyleen

en wat zijn de inputs

A

vruchtrijpen

zichzelf of stress

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

welk hormoon rijpt vruchten

A

ethyleen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Welk hormoon zorgt ervoor dat zaden niet gaan kiemen als de condities ongunstig zijn?

A

abscisinezuur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Welk hormoon is verantwoordelijk voor de beweging van een plant richting een externe stimulus (bv licht of zwaartekracht)?

A

auxine

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

wat doen pin eiwitten

A

transporteren auxine

17
Q

welke eiwitten transporteren auxine

18
Q

wat is het effect van veel ver rood licht op licht

A

ze weten dat ze alleen licht van de zijkant krijgen en niet van de bovenkant en dus gaan ze omhoog groeien.

onder de grond is er ook meer ver rood licht dus zaden weten wanneer ze diep onder de grond zitten.

19
Q

hoe weten planten wanneer ze in de schaduw staan?

20
Q

welk hormoon zorgt dat stromata dicht gaan als het droog is

A

Abscisinezuur

21
Q

wat doet Abscisinezuur

en wat zijn de inputs

A

Stress response – key hormone in drought and salinity responses.

Stomatal closure – reduces water loss during stress by closing stomata.

Seed dormancy – maintains dormancy and inhibits premature germination.

Growth inhibition – generally acts as a growth suppressor.

droogte, zout,

22
Q

welk hormoon zorgt voor trichome groei

A

Gibberellins (GA)

23
Q

wat doen Gibberellins (GA)

en wat zijn de inputs

A

trichomegroei en:
Stem elongation – promotes internode elongation, especially in dwarf plants.

Seed germination – breaks seed dormancy by stimulating enzyme production.

licht, water (voor zaden)

24
Q

wat doen Brassinosteroïden

en wat zijn de inputs

A

Cell expansion and elongation – work with auxin to promote growth.

Vascular differentiation – important for xylem development.

Stress tolerance – improve resistance to temperature, salinity, and pathogens.

Reproductive development – influence pollen tube growth and fertility.

licht (in het donker meer)

25
welk hormoon zorgt voor vasculaire differentiatie
Brassinosteroïden
26
wat doet Jasmonzuur | en wat zijn de inputs
Defense response – activates defense genes against herbivores and pathogens. Wound response – synthesized rapidly after tissue damage. Growth inhibition – can inhibit root and shoot growth under stress. Reproductive processes – affects flower development and fertility. | stress
27
wat is het stresshormoon
jasmonzuur
28
wat doen Strigolactonen
Shoot branching inhibition – suppress lateral bud outgrowth. Root architecture – influence root hair and lateral root formation. Mycorrhizal signaling – stimulate symbiosis with arbuscular mycorrhizal fungi. Seed germination of parasitic plants – trigger germination of parasitic plants like Striga. | cool ## Footnote reageert op abiotische stress zoals laag fosfaat in grond
29
Wat zijn transcriptie factoren
eiwitten die genen aan of uit zetten als ze eraan binden. | worden vaak afgebroken aan het eind van een cascade