GL5 Flashcards

(31 cards)

1
Q

Geef de eigenschap van som of verschil gelijkheid in woorden.
.

A

je mag in beide leden van een gelijkheid hetzelfde getal optellen (of aftrekken)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Geef de eigenschap van som en verschil gelijkheid in Symbolen.

A

kwantor(Omgekeerde a ) / voor alle getallen [a,b,m] die behoren tot Q (Rationale getallen) =
<==> a + m = b + m
a = b
<==> a - m = b - m

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Geef de eigenschap van vermenigvuldigen of delen in woorden.

A

Je mag bij beide leden van een gelijkheid vermenigvuldigen(of delen) met eenzelfde getal verschillend van 0.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Geef de eigenschap van vermenigvuldigen of delen in symbolen.

A

Voor alle getallen [a , b] die behoren tot rationale getallen en voor alle getallen [m] die behoren tot de rationale getallen zonder 0.

a = b <==> a * m = b * m
<==> a / m = b / m

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Zeg in 5 stappen hoe vergelijking kunt oplossen.

A

1 Werk de haakjes weg.

2 Breng alle termen in x samen in één lid. Alle andere termen breng je samen in het andere lid.
Je maakt gebruik van de eerste eigenschap van gelijkheden.

3 Maak de som in beide leden.

4 Deel door de coëfficiënt van x (of breng de vergelijking in de vorm x = … ).Ie maakt gebruik van de tweede eigenschap van gelijkheden.

5 Je kunt jezelf controleren door een proef uit te voeren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Heb je in een vergelijking veel breuken? wat doe ja dan?

A

Alles op een zelfde noemer zetten en dan de noemer weg doen en uitvoeren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

hoekpunten

A

A,B,C,D

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

hoeken

A

Â,^B,^C,^D

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

zijden

A

een zijden = []
bv. [AB]

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

diagonalen

A

zelfde als zijden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

overstaande zijden

A

zelfde als zijden maar met een ‘en’ er tussen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

lengte van zijden

A

|AB| en |CD|

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

definitie trapezium

A

Een trapezium is een vierhoek met ten minste één paar evenwijdige zijden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

definitie parallellogram

A

een vierhoek met twee paar evenwijdig zijden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

eigenschap parallellogram

A

overstaande zijden evenlang

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

omgekeerde eigenschap parallellogram

A

als in een vierhoek de overstaande zijden evenlang zijn dan is die een parallellogram.

17
Q

zijden kenmerk parallellogram

A

een vierhoek is een parallellogram slecht en slechts als de overstaande zijden evenlang zijn

18
Q

eigenschap hoeken

A

in een parallellogram zijn de overstaande hoeken even groot

19
Q

omgekeerde eigenschap hoeken

A

als in een vierhoek de overstaande hoeken even groot zijn = parallellogram

20
Q

eigenschap zijden parallellogram

A

In een parallellogram zijn de overstaande zijden even lang.

21
Q

omgekeer eigenschap zijden

A

Als in een vierhoek de overstaande zijden even lang zijn, dan is die vierhoek een parallellogram.

22
Q

hoekenkenmerk parallellogram

A

Een vierhoek is een parallellogram als en slechts als de overstaande hoeken even groot zijn.

23
Q

omgekeerde eigenschap

A

Als in een vierhoek de overstaande hoeken even groot zijn, dan is die vierhoek een parallellogram.

24
Q

eigenschap hoeken

A

In een parallellogram zijn de overstaande hoeken even groot.

25
diagonalenkenmerk parallellogram
Een vierhoek is een parallellogram als en slechts als de diagonalen elkaar middendoor delen.
26
eigenschap diagonalen
In een parallellogram delen de diagonalen elkaar middendoor.
27
omgekeerde eigenschap diagonalen
Als in een vierhoek de diagonalen elkaar middendoor delen, dan is die vierhoek een parallellogram.
28
def vierkant
Een vierkant is een vierhoek met vier even lange zijden en vier even grote hoeken.
29
def ruit
Een ruit is een vierhoek met vier even lange zijden.
30
eigenschap ruit
In een ruit staan de diagonalen loodrecht op elkaar.
31
eigenschap rechthoek
In een rechthoek zijn de diagonalen even lang.