GOLVEN Flashcards

(19 cards)

1
Q

HT

A

harmonische trilling/golf

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

soorten lopende golven

A
  • longitudinale golven (gelijke tril- en voortplantingsrichting)
  • transversale (verschillende II II)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

welke golven hebben geen medium nodig?

A

EM-golven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

k

A

golfgetal = 2π / λ

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

principe van Huygens

A

elk punt van een golffront kan als een nieuwe (punt) trilbron worden beschouwd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

verschijnselen

A
  • terugkaatsing = reflectie
  • breking = refractie
  • buiging = diffractie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

constructieve interferentie

A

versterken elkaar (λ)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

destructieve interferentie

A

tegenwerken, tegenfase (λ/2)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

c

A

lichtsnelheid = λ . f

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

zichtbaar licht

A

400nm - 760nm

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

monochroom licht

A

EM-golven met dezelfde golflengte (~kleur)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

niet gepolariseerd licht

A

E en B in alle mogelijke richtingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

gepolariseerd licht

A

1 bepaalde richting ( met polarisatiefilter)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

optisch actieve stoffen

A

gepolariseerde lichtstraal –> gepolariseerde lichtstraal met andere polarisatierichting (~draaiiingshoek)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

α

A

draaiingshoek

= [α] . c . d (in dm)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

coherent licht

A

in fase (monochromatisch licht bv.laser)

17
Q

incoherent licht

18
Q

diffractierooster

A

veel smalle spleten

19
Q

d

A

afstand tussen lijnen/spleten

= 1/# lijnen per mm