goniometrisch en sinus + cosinus Flashcards

1
Q

Wat is een goniometrische cirkel?

A

Een cirkel met een middelpunt in de oorsprong en een straal van 1.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat zijn kwadranten?

A

Kwadranten zijn de 4 delen waar een cirkel is in verdeeld (1, 2, 3, 4)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is een begin been?

A

Een begin been is de bepaling van waar de hoek begint.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is een eind been?

A

Een eind been is de bepaling van waar de hoek eindigt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is een georiënteerde hoek?

A

Een hoek waar de hoek begint in de oorsprong (midden) en het begin been naar de positieve kant gaat van de x-as.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is een beeldpunt?

A

Het deel waar het been van de driehoek de cirkel snijdt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat zijn positieve en negatieve hoeken?

A

Negatieve hoeken gaan met de klok wijzer mee (in de cirkel).

Positieve hoeken gaan tegen de klok wijzer mee (in de cirkel).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

De Sinus van een georiënteerde hoek?

A

Om de Sinus te berekenen moet je de overstaande zijde delen door de schuine zijden.
Overstaande Sinus alpha = overstaande rechthoekszijde : schuine zijde

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

De Cosinus van een georiënteerde hoek?

A

Om de Cosinus te berekenen moet je de aanliggende zijde delen door de schuine zijden.
Overstaande Cosinus alpha = aanliggende rechthoekszijde : schuine zijde

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

De Tangens van een georiënteerde hoek?

A

Om de Tangens te berekenen moet je de aanliggende hoek zijde delen door de overstaande rechthoekszijde.
Tangens alpha = aanliggende rechthoekszijde : overstaande rechthoekszijde

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

De Cotangens van een georiënteerde hoek?

A

Om de Cotangens te berekenen moet je de overstaande hoek zijde delen door de aanliggende rechthoekszijde.
Cotangens alpha = overstaande rechthoekszijde : aanliggende rechthoekszijde

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is een Sinus?

A

Een Sinus is een lengte op de y-as.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is een Cosinus?

A

Een Cosinus is een lengte op de x-as.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is een Tangens?

A

Een breuk = Tangens alpha= Sinus : Cosinus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is een Cotangens?

A

Een breuk = Cotangens = Cosinus Sinus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is een goniometrisch getal?

A

De goniometrische getallen van een rechthoekige driehoek zijn= Sinus (sin), Cosinus (Cos), Tangens (Tan), Cotangens (Cot).

17
Q

Waarvoor staat SOSCASTOA?

A
SOS = Sinus, Overstaande rechthoekszijde : Schuine zijden
CAS = Cosinus, Aanliggende rechthoekszijde : Schuine zijde
TOA = Tangen, Overstaande rechthoekszijde : Aanliggende zijde
18
Q

Gebruik de stelling van Pythagoras (c² = a² + b²).

A

De grond formule/wet = Sin²+ Cos²= 1
Je begint met: (sin)² + (cos)²
Stap 1: doe de haakjes weg = sin²+ cos²
Stap 2: vervang sinus en cosinus met de verhouding van de zijden: (ba)² + (ca)²
Stap 3: werk de haakjes uit: b²/a²+c²/a²
Stap 4: je telt de breuken op:b²+ c²/a²
Stap 5: de teller is zoals de stelling van Pythagoras (a² = b² + c²), dus je vervangt de optelling: a²a²
Stap 6: maak de breuk geheel (omdat dat 2 dezelfde zijn):1

19
Q

Wat is de sinusregel?

A

a/sin A = b/sinB = c/sin C
Stap 1: Je tekent een hoogtelijn vanuit 1 hoek om 2 rechthoekig driehoeken te maken.
Stap 2: Pas de Sos formule toe op de 2 nieuwe driehoeken.
Stap 3: Stel de vergelijking op en reken die uit.
Stap 4: Herhaal met een tweede hoogtelijn.

20
Q

Wat is de cosinusregel?

A

c² = a² + b² - 2 . a . b . cos C