Griekse Mythen Deel 3 Flashcards

(13 cards)

1
Q

Hoe gaat het verhaal van Medea?

A

Medea wordt verliefd op Jason, ze vluchten samen naar Korinthe, Jason trouwt met de dochter van Creon, Medea wordt razend en dood Jasons nieuwe vrouw en hun eigen kinderen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Hoe heet het schip van Jason?

A

De Argo

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Waar kwam Medea vandaan? Waarom was dat zo verrassend?

A

Kolchis, ze was dus een vreemdeling prinses voor een Griekse prins

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is de Grote Dionysia?

A

een jaarlijks (religieus) theaterfestival met prijzen ter ere van Dionysus in Athene

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wanneer vond de Grote Dionysia plaats?

A

In maart, het begin van het vaarseizoen, zo kwamen veel mensen van buiten ook

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Hoe werd de Grote Dionysia gefinancieerd?

A

Door rijke burgers en stad

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat was het programma van de Grote Dionysia?

A

Dag 1-2 optochten en Atheense ceremonies
Dag 3-5 ‘s ochtends trilogie (3x tragedie) en satyrspel, ‘s middags komedie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Waar komt het woord tragedie vandaan?

A

tragos (bok) en oide (zang) = bokkenzang

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Door wie werd een tragedie opgevoerd?

A

vanaf 6e eeuw koor, fluitspeler en 1 acteur
vanaf 5e eeuw max 3 acteurs (altijd mannen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Hoe werd een tragedie opgevoerd?

A

Afbeeldingen van een serieuze en
afgeronde handeling van een zekere omvang:
Proloog, 3-5 akten (epeisodion) afgewisseld
met opkomst koor (parodos) en koorliederen (stasimon), epiloog (exodos). Heeft taal, ritme en melodie met handelende mensen (geen vertelling)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Die waren de grote tragediedichters?

A

Euripides (17 stukken), Sophocles (7 stukken) en Aechylus (7 stukken)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Welke delen zitten in een Griekse theater?

A

Theatron, Orchestra, 2x Parodos en Skene

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Hoe werken variaties op een mythologisch thema?

A

Veel verschillende variaties op een mythe, paralellen in verschillende mythes zodat men dit zou herkennen en erover na denken, voorkennis over de mythen voor intertekstuele karakter van tragedies te interpreteren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly