Grondslagen 2 Flashcards
(316 cards)
Welke tegenstelling kent de midden volwassen fase volgens erikson
Generativiteit vs stagnatie
Wat is generativiteit en stagnatie
Het gevoel hebben iets bij te dragen aan het leven (generalisatie)
Bagataliseren van eigen activiteiten( stagnatie)
Erikson adolescentie conflict
Identiteit vs identiteits verwarring
Bij welke leertheorie zien we reinforcement
Behaviorisme
Bij welke leer theorie zien we assimilatie en accommodatie en wat is het?
Cognitieve leertheorie
Assimilatie: je het iets geleerd en past die theorie toe op iets niets
Accommodatie: je denken aanpassen door nieuwe stimuli
In welke 4 thema’s kunnen het onderzoek naar kinderen verdelen?
1 fysieke ontwikkeling
2 cognitieve ontwikkeling
3 Sociale ontwikkeling
4 Persoonlijkheids ontwikkeling
Op welke menselijke ontwikkelingen richt ontwikkelingspsychologie zich?
Universele ontwikkelprincipes
Culturele en etnische verschillen
unieke aspecten van individuen.
Met welke vragen houdt ontwikkelingspsychologie zich bezig?
Hoe ontwikkelen, groeien en veranderen mensen.
Stabiliteit in het leven van kinderen en adolescenten.
Op welke gebieden en in welke periode van het leven veranderen mensen, groeien ze en verhoudt hun gedrag tot eerder gedrag.
Wat zijn sociale constructies?
Leeftijdsgroepen waarin kinderen verdeeld zijn. Ze moeten gezien worden als gemiddelden
Wat is Nature, nurture en Maturatie?
Nature: is aangeboren/erfelijk
Nurture: is invloed van buitenaf
Maturatie: Het geleidelijk ontvouwen van genetische informatie.
Wat is ID/ES (freud)?
Volledige gericht op eigenbehoefte, het instinct.
Wat is het EGO (Freud)?
Gezond verstand, ontstaat in het eerste levensjaar. Realisteitsprincipe. Het stemt het ID en het superego op elkaar af.
Wat is het SUPEREGO (Freud)?
Ontstaat in 4 a 5 de levensjaar, eerst van uit je omgeving, later van uit je zelf. bevat je normen en waarden en je geweten.
Wat is Fixatie en Regressie (freud)?
Fixatie: Blijven steken in de ontwikkeling
Regressie: terugvallen in de ontwikkeling
Wat is Psycho-seksuele ontwikkeling?
Alle kinderen maken verschillende fasen van genot door, bij verschillende lichamelijke ervaringen die met een ander deel van het lichaam worden geassocieerd.
Wanneer spreken we van Fixatie en hoe komt dat tot uiting?
Wanneer er iets mis gaan in de ontwikkeling kan de ontwikkeling stagneren dit noemen we fixatie, dit komt tot uiting in symbolische vormen van de fase.
Wat is het oepidus-complex?
Dit komt voor aan het einde van de Fallisisce fase. Rond de 5 jaar. De verschillen tussen man en vrouw springen in het oog. Jongens beginnen (onbewust) seksuele belangstelling voor hun moeder te krijgen en zien hun vader als concurrent. Vader wordt gezien als almachtig en dit manifesteert zich in vergeldingsdrang.. Jongens gaan zich identificeren met vader en doen alles er aan om op hem te lijken.
Wat is het elektracomplex?
Het zelfde als het oepidus complex, maar dan bij meisjes.
0-1 jr noem de stadia van Freud en de crisis van Erikson.
Freud: Orale fase. Zuigen, eten bewegen van lippen.
Erikson: Vertrouwen vs Wantrouwen.
1-3 jr peuter noem de stadia van Freud en de crisis van Erikson.
Freud: Anale fase, bevrediging van het ophouden en loslaten van ontlasting.
Erikson: Autonomie vs schaamte, twijfel.
3-5 jr kleuter noem de stadia van Freud en de crisis van Erikson
Freud: fallische fase, interesse in genitaliën, oepidus/elektracomplex.
Erikson: Initiatief vs schuld.
6-12 lagere school noem de stadia van Freud en de crisis van Erikson.
Freud: Latentie, er gebeurd niet zo veel qua ontwikkeling.
Erikson: Vlijt vs minderwaarigheid.
12-19 jr adolescenten noem de stadia van Freud en de crisis van Erikson.
Freud: Gentiale fase, opnieuw ontluiken van seksuele interesse, volwassen relaties aangaan.
Erikson: Identiteit vs identiteitverwarring.
20-30 jr jongvolwassenen, welke crisis hoort bij deze leeftijd volgens Erikson?
Intimiteit vs isolement.